| Plan: | TAM-omgevingsplan hoofdstuk 22i, uitbreiding bedrijventerrein 's-Heerenberg |
|---|---|
| Status: | ontwerp |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.1955.oplgshbbdruitbrbdr-on01 |
Preambule
Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van een gebiedsontwikkeling op de locatie 'uitbreiding bedrijventerrein 's-Heerenberg' en vormt juridisch een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22i) van het omgevingsplan van de gemeente Montferland. Dit hoofdstuk is op grond van artikel 11.1, tweede lid, van het Besluit elektronische publicaties, bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22i van het omgevingsplan van de gemeente Montferland. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22i' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22i' gelezen worden.
Dit plan wijzigt het omgevingsplan gemeente Montferland in die zin dat na hoofdstuk 22 een hoofdstuk 22i bedrijventerrein 's-Heerenberg wordt ingevoegd, bestaande uit de regels van dit plan.
De besluiten op grond van artikel 22.1, onder a, van Omgevingswet zijn niet van toepassing voor zover het gaat over regels opgenomen in een besluit als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder a, b, c, g, h
, i, j, k, l of m, van de Invoeringswet Omgevingswet op de locatie, bedoeld in 1.4.
De regels in afdeling 22.2, met uitzondering van de regels van paragraaf 22.2.7.3, en afdeling 22.3 zijn niet van toepassing voor zover die regels in strijd zijn met regels in dit plan.
De regels in dit hoofdstuk 22i zijn van toepassing op de locatie bedrijventerrein 's-Heerenberg waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.1955.oplgshbbdruitbrbdr-on01
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit plan, tenzij hierna van deze artikelen wordt afgeweken.
Het TAM-omgevingsplan hoofdstuk 22i, uitbreiding bedrijventerrein 's-Heerenberg van gemeente Montferland met identificatienummer NL.IMRO.1955.oplgshbbdruitbrbdr-on01.
De geometrisch bepaalde planobjecten zoals vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.1955.oplgshbbdruitbrbdr-on01 met de bijbehorende regels.
een geometrisch bepaald vlak dat is aangewezen voor een gebruiksdoel.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
de grens van een locatievlak.
een gevel van een gebouw aan de tegenovergestelde zijde van de voorgevel.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
de oppervlakte van de bebouwing binnen het bebouwingsvlak of, bij afwezigheid daarvan, het locatievlak voor een gebruiksdoel, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.
een milieubelastende activiteit gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, beroepen aan huis daaronder niet begrepen.
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een al dan niet doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een beoordelings- en certificeringsmethode voor de duurzaamheid van gebouwen en gebieden.
een vulpunt voor zwaar transport met duurzame energiebronnen, waar tijdelijk ook fossiele brandstoffen verkocht mogen worden.
gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 3, tiende lid, van de Seveso-richtlijn.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een rekencentrum of datacentrum, als bedoeld in artikel 3.235 van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om een bebouwd vloeroppervlakte van meer dan 10 ha en een elektrisch aansluitvermogen van 70 MW of meer.
Een hyperscale datacentrum omvat ook andere activiteiten die worden verricht op dezelfde locatie en die het hyperscale datacentrum functioneel ondersteunen.
Hotel, restaurant, café, cafetaria of daaraan verwante inrichting waar tegen vergoeding logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt, een en ander tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, met uitzondering van nachtclubs, discotheken, dancings of soortgelijke inrichtingen; onder horeca is in ieder geval niet begrepen een bed and breakfast en een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig gelegenheid wordt gegeven tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling.
een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf voor beperkte duur en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
Een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen team van deskundigen dat de realisatie van de uitbreiding van het bedrijventerrein in 's-Heerenberg kwalitatief begeleidt;
activiteiten gericht op of gelieerd aan expeditie/distributie/logistiek en bijbehorende be- en verwerking, opslag en assemblage van goederen.
Midden- en kleinbedrijf, waarbij uitgezonderd (zeer) kwetsbare gebouwen en kwetsbare locaties zoals gedefinieerd in bijlage VI van het Besluit kwaliteit leefomgeving.
de functie die ondersteunend is aan de primaire functie van het hoofdgebouw;
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
Een inrichting waarin bedrijfsmatig, of in de vorm alsof het bedrijfsmatig is, seksuele handelingen, dan wel in enige vorm erotisch-pornografische werkzaamheden worden uitgevoerd. Hieronder wordt begrepen:
het al dan niet geheel afbreken van gebouwen en andere bouwwerken.
de analoge en digitale voorstelling van de in het omgevingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie.
een bouwlaag van een gebouw gelegen boven de bouwlaag op de begane grond.
de totale binnenwerks gemeten oppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw.
De naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw, of indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt.
denkbeeldige lijn getrokken langs de voorgevel van een hoofdgebouw en het verlengde daarvan.
voorzieningen die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang e.d., voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer, waterinfiltratie en waterberging; bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden, beschoeiingen.
een gevel van een gebouw, die niet een voorgevel of een achtergevel is.
De meet- en rekenbepalingen uit artikel 22.24 van het omgevingsplan zijn van overeenkomstige toepassing op het meten van de waarden die in dit hoofdstuk in m, m2 of m3 zijn uitgedrukt, voor zover hiervan niet is afgeweken in het bepaalde in dit artikel.
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, uitgezonderd dakkapellen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein;
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, luchtbehandelingskasten, schoorstenen, liftschachten, installaties, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen en de aangegeven maximale bouwhoogten, niet meer dan 1,5 m bedraagt.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.1955.oplgshbbdruitbrbdr-on01 is aangewezen voor het
het gebruiksdoel Bedrijventerrein.
Een locatie die is aangewezen voor het gebruiksdoel Bedrijventerrein heeft de volgende functies:
met de daarbij behorende:
De volgende activiteiten zijn verboden:
Het gebruik van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van en ter plaatse van het gebruiksdoel 'Bedrijventerrein' zijn uitsluitend toegestaan indien een aarden wal ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - aarden wal', is aangelegd en in stand wordt gehouden.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit bouwwerken, zoals bedoeld in artikel 22.26, wordt alleen verleend als:
Bij het verrichten van een activiteit binnen de functie Bedrijventerrein is het geluid niet meer dan de waarden voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT, in tabel 1, tenzij in dit artikel anders is bepaald. De waarden gelden op de in de tabel aangegeven afstand van de grens van de locatie waar de activiteit wordt verricht.
Tabel 1
| Ligging activiteit | Afstand |
07.00- 19.00 uur |
19.00- 23.00 uur |
23.00- 07.00 uur |
|||
| Functie Bedrijventerrein | 50 meter | 50 dB(A) | 45 dB(A) | 40 dB(A) | |||
Tabel 2
|
07.00- 19.00 uur |
19.00- 23.00 uur |
23.00- 07.00 uur |
|||
| Langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT als gevolg van activiteiten |
35 dB(A) | 30 dB(A) | 25 dB(A) | ||
| Maximaal geluidniveau LAmax veroorzaakt door aandrijfgeluid van transportmiddelen |
-- | 55 dB(A) | 55 dB(A) | ||
| Maximaal geluidniveau LAmax veroorzaakt door andere piekgeluiden |
-- | 45 dB(A) | 45 dB(A) | ||
Bij het verrichten van een activiteit binnen de functie Bedrijventerrein is de geur niet meer dan de
waarden in tabel 3, tenzij in dit artikel anders is bepaald. De waarden gelden op de in
de tabel aangegeven afstand van de grens van de locatie waar de activiteit wordt verricht.
| Zone | Afstand | Als 98 percentiel | Als 99,9 percentiel | ||
| Functie Bedrijventerrein |
50 meter | 0,5 ouE/m3 | 0,5 ouE/m3 | ||
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijven - mkb-bedrijven' en de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - clean energy hub' gelden de volgende regels:
Met het oog op het waarborgen van de veiligheid, de gebruiksmogelijkheden van omliggende percelen en het efficiënt gebruik van de ruimte kan het bevoegd gezag maatwerkvoorschriften stellen over:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.1955.oplgshbbdruitbrbdr-on01 is aangewezen voor het
het gebruiksdoel Groen.
Een locatie die is aangewezen voor het gebruiksdoel Groen heeft de volgende functies:
een en ander met de daarbij behorende voorzieningen en werken.
Het is verboden oppervlaktewater te gebruiken voor extensieve dagrecreatie.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.1955.oplgshbbdruitbrbdr-on01 is aangewezen voor het
het gebruiksdoel Verkeer.
Een locatie die is aangewezen voor het gebruiksdoel Verkeer heeft de volgende functies:
een en ander met de daarbij behorende voorzieningen en werken.
Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet ten dienste staat van de in artikel 7.2 genoemde functies.
zijn toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, als bedoeld in artikel 7.4.1 onder b gelden de volgende regels:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.1955.oplgshbbdruitbrbdr-on01 is aangewezen voor het
het gebruiksdoel Water.
Een locatie die is aangewezen voor het gebruiksdoel Water heeft de volgende functies:
een en ander met de daarbij behorende voorzieningen en werken.
Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet ten dienste staat van de in artikel 8.2 genoemde functies.
Het is verboden om oppervlaktewater te gebruiken voor extensieve dagrecreatie.
Voor het bouwen van bouwwerken, als bedoeld in artikel 8.4.1 onder b gelden de volgende regels:
Voor de ontwikkeling binnen het plangebied wordt gestreefd naar BREEAM-certificering op het niveau 'Excellent', of een gelijkwaardige certificering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een bouwwerk en de situering van dat bouwwerk voldoen aan het beeldkwaliteitsplan in bijlage 1.
Het bevoegd gezag kan met een maatwerkvoorschrift afwijken van de maatvoering van bouwwerken tot maximaal 5%.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, luchtbehandelingskasten, schoorstenen, trappen, zonnepanelen, liftschachten, installaties, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1,5 m bedraagt en de aangegeven maximale bouwhoogten met niet meer dan 30% wordt overschreden. Toepassing van dit artikel kan niet leiden tot een verkleining van het in de regels gestelde ten aanzien van de minimale afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelsgrens.
Het bouwen ter uitvoer van de activiteiten in hoofdstuk 2 van dit plan is slechts toegestaan, indien de maatregelen die beschreven staan in het document 'Project- activiteitenplan bedrijventerrein s-Heerenberg' (Bijlage 2 bij de planregels) zijn getroffen en/of zijn aangelegd en duurzaam in stand worden gehouden.
Het is in ieder geval verboden om de gronden en bouwwerken te gebruiken ten behoeve van:
De bouw en het gebruik van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van en ter plaatse van het gebruiksdoel Bedrijventerrein zijn uitsluitend toegestaan indien:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - reserveringszone weg' zijn, behalve voor de daar voorkomende functies, tevens mogen worden gebruikt voor de aanleg van een hoofdontsluitingsroute met bijbehorende bermen.
Werkzaamheden ten dienste van het aanleggen van de hoofdontsluitingsroute zijn uitsluitend toegestaan met een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit.
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.1.2 wordt verleend indien, naar het oordeel van het bevoegd gezag, voldoende wordt gemotiveerd dat het voornemen aanvaardbaar is vanuit het oogpunt van:
Een aanvraag van een omgevingsvergunning voor het oprichten van gebouwen of het veranderen van gebruik wordt mede beoordeeld aan de hand van de volgende regels:
De regels in dit artikel hebben voorrang op de regels in hoofdstuk 2 en 3.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.1955.oplgshbbdruitbrbdr-on01 is aangewezen als 'Leiding - Gas'.
Een locatie die is aangewezen als 'Leiding - Gas' heeft als functie de aanleg en de instandhouding van een ondergrondse hogedruk hoofdaardgastransportleiding.
Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden, uit te voeren:
Het verbod van artikel 16.5.1 geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 16.5.1 mag alleen worden verleend indien:
De regels in dit artikel hebben voorrang op de regels in hoofdstuk 2 en 3.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.1955.oplgshbbdruitbrbdr-on01 is aangewezen als 'Leiding - Riool'.
Een locatie die is aangewezen als 'Leiding - Riool' heeft als functie de aanleg en de instandhouding van een ondergrondse rioolpersleiding.
Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden, uit te voeren:
Het verbod van artikel 17.5.1 geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.5.1 mag alleen worden verleend indien:
De regels in dit artikel hebben voorrang op de regels in hoofdstuk 2 en 3.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.1955.oplgshbbdruitbrbdr-on01 is aangewezen als 'Waarde - Archeologische verwachting 1'.
Een locatie die is aangewezen als 'Waarde - Archeologische verwachting 1' heeft als functie het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Indien uit het in artikel 18.4.1 onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het oprichten van het vergunde bouwwerk zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 Omgevingsplan 'Montferland':
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 Omgevingsplan 'Montferland', winnen zij advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden te verrichten:
Het verbod van artikel 18.5.1 geldt niet voor werken en werkzaamheden:
voordat het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 18.4.1 winnen zij advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.