direct naar inhoud van 5.1 Beleid
Plan: Buitengebied, Ontbrekende schakel N316
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bplgbgbwegn316-va01

5.1 Beleid

5.1.1 Rijksbeleid
5.1.1.1 Nota Ruimte

De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Het kabinet schept ruimte voor ontwikkeling, uitgaande van het motto 'decentraal wat kan, centraal wat moet' en verschuift het accent van het stellen van ruimtelijke beperkingen naar het stimuleren van gewenste ontwikkelingen. De Nota Ruimte ondersteunt gebiedsgerichte ontwikkeling, waarin alle betrokken partijen kunnen participeren. Het Rijk richt zijn aandacht met name op de Nationale ruimtelijke hoofdstructuur. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om versterking van de dynamiek in de Nationale stedelijke netwerken en om waarborging van de kwaliteit van de ecologische hoofdstructuur en de Nationale landschappen. De centrale doelstellingen van de Nota Ruimte zijn: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, de borging en ontwikkeling van belangrijke (inter-)nationale waarden en de borging van veiligheid.

Toets plan

Het plangebied maakt geen onderdeel uit van de Nationale ruimtelijke hoofdstructuur. Het nationale beleid staat de planontwikkeling gezien het karakter van het plan niet in de weg.

5.1.2 Provinciaal beleid
5.1.2.1 Streekplan Gelderland 2005 (structuurvisie)

Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland is vastgelegd in het streekplan Gelderland 2005. Na de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening heeft het streekplan de status van structuurvisie gekregen. De belangrijkste uitgangspunten van het streekplanbeleid zijn bundeling van verstedelijking aan/nabij infrastructuur en het organiseren in stedelijke netwerken.

Het grootste gedeelte van het tracé en daarmee het plangebied ligt in het beleidsgebied 'landbouwontwikkelingsgebied' (zie ook Reconstructieplan Achterhoek en Liemers). Het landbouwontwikkelingsgebied maakt onderdeel uit van het rode raamwerk waarop provinciale sturing wordt uitgeoefend.

De zuidelijke aantakking van het tracé is gelegen in het waardevol landschap (multifunctioneel gebied). Voor de (delen van) waardevolle landschappen die niet in de EHS en/of waardevolle open gebieden liggen, geldt het 'ja, mits'-regime: activiteiten zijn toegestaan mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt. Dat betekent dat ontwikkelingen van allerlei aard mogelijk zijn, waarbij overigens wel geldt dat deze landschappen zich niet lenen voor grootschalige verstedelijking.

Wanneer een van de in het geding zijnde kernkwaliteiten wordt aangetast, maar andere kernkwaliteiten worden versterkt, en er over het geheel genomen sprake is van versterking van de kernkwaliteiten, kan dit acceptabel zijn. Bij toepassing van deze benadering kan het nodig zijn om het plangebied te vergroten om tot een acceptabele uitkomst te kunnen komen. Dat is niet het geval bij aantasting van onvervangbare en/of zeldzame kernkwaliteiten als karakteristieke openheid of sommige verkavelingspatronen. Navolgende afbeelding toont een uitsnede van de streekplanuitwerking waardevol landschap.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.bplgbgbwegn316-va01_0011.jpg"

Streekplanuitwerking waardevol landschap

Zoals blijkt uit de bovenstaande afbeelding ligt de zuidelijke aansluiting van de ontbrekende schakel in het waardevol landschap in deelgebied 3; ring van dorpen en gehuchten. Voor dit gebied gelden de volgende kernkwaliteiten:

  • Samenhangende eenheid van hooggelegen stuwwalkern met grootschalig besloten boslandschap met een krans van essen op de hellingen en een ring van dorpen en gehuchten aan de voet;
  • Zicht vanuit de omgeving op de stuwwal.

Infrastructuur

Doel van het ruimtelijk- infrastructurele beleid is het streven naar een goede bereikbaarheid van en in Gelderland. De economische centra en de grote steden in Gelderland, net als concentraties van wonen en voorzieningen, moeten goed bereikbaar zijn voor burgers en bedrijven. Voorop staat dat het huidige verkeers- en vervoersysteem wordt behouden en goed wordt onderhouden. Waar nodig moet het systeem worden verbeterd. Met een veilig en samenhangend netwerk wordt de wisselwerking tussen de vervoersmodaliteiten bevorderd en krijgen collectieve middelen van vervoer meer kans. Hierbij wordt ingezet op een maximale benutting van bestaande structuren. Daarnaast is het beleid er op gericht de economische potentie die geboden wordt door het aanwezige infrastructuurnet ten volle te benutten.

Toets plan

De provincie streeft naar een goede bereikbaarheid in Gelderland. Daarbij kan het bestaande systeem worden verbeterd. Met dit plan worden de te beschermen kernkwaliteiten van het waardevol landschap niet aangetast. Daarnaast is ook geen sprake van grootschalige verstedelijking in het waardevol landschap. Ook is het gedeelte van de ontbrekende schakel dat in waardevol landschap wordt aangelegd beperkt (ca. 220 meter). De weg sluit aan op het gebied waar ook de Meilandsedijk ligt en waar de rotonde en het bedrijventerrein zijn ontstaan. De aanleg van de ontbrekende schakel leidt dan ook niet tot verdere aantasting van het waardevol landschap en het onderhavige bestemmingsplan kan binnen het provinciale beleid worden uitgevoerd.

5.1.2.2 Reconstructieplan Achterhoek en Liemers

Het doel van het Reconstructieplan Achterhoek en Liemers van de provincie Gelderland (vastgesteld op 23 februari 2005 en goedgekeurd op 5 april 2005) is een impuls te geven aan de kwaliteit van het landelijk gebied zoals duurzame landbouw, sterkere natuur, verbetering van recreatieve mogelijkheden, verlaging van milieubelasting, verbetering van de infrastructuur, het woon- en werkklimaat en de economische structuur. In de Achterhoek en Liemers wordt op een relatief klein oppervlak veel vee gehouden. Dat draagt niet alleen bij aan een grote milieubelasting, maar kan ook snelle verspreiding van veeziektes tot gevolg hebben. Steeds meer leggen andere dan agrarische vormen van landgebruik een claim op de beschikbare ruimte in het landelijk gebied. Gevolg hiervan is dat landbouw, wonen, werken, recreatie, natuur en landschap elkaar steeds vaker in de weg zitten. Economisch belangrijke sectoren als landbouw en recreatie kunnen zich hierdoor onvoldoende ontwikkelen en de kwaliteit van natuur, landschap en water verbetert weinig. Om te komen tot een betere ruimtelijke functionele structuur is het reconstructiegebied in drie gebieden verdeeld, te weten: extensiveringsgebied, verwevingsgebied en landbouwontwikkelingsgebied. Elk gebied heeft een andere doelstelling ten aanzien van landgebruik en mogelijkheden. Op navolgende afbeelding is het plangebied weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.bplgbgbwegn316-va01_0012.jpg"

Uitsnede Reconstructieplan

Het plangebied ligt grotendeels in een Landbouwontwikkelingsgebied. Daarnaast ligt de weg ter plaatse van de noordelijke en zuidelijke aansluiting in het verwevingsgebied. Het beleid voor de landbouwontwikkelingsgebieden bestaat in hoofdzaak uit twee componenten, namelijk enerzijds het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor intensieve veehouderij en anderzijds het tegengaan van ontwikkelingen, die de doelstelling juist kunnen belemmeren. Dit geldt met name voor burgerwoningen, bedrijfsterreinen inclusief kantoren, (verblijfs)recreatieterreinen en vergelijkbare functies. Binnen landbouwontwikkelingsgebieden dienen ontwikkelingen ten behoeve van niet agrarische functies die een belemmering kunnen vormen voor de landbouw in het algemeen en de intensieve veehouderij in het bijzonder, te worden voorkomen. Het beleid voor verwevingsgebieden is gericht op het bevorderen van een passende combinatie tussen landbouw, natuur, landschap, recreatie, werken en wonen met bijbehorende kwaliteiten. In verwevingsgebieden kunnen bestaande intensieve veehouderijen doorgroeien, maar is nieuwvestiging van intensieve veehouderij uitgesloten.

Toets plan

De ligging van het plangebied in het LOG vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het plan omdat de weg geen belemmerende factor is voor de intensieve veehouderij (zie ook bestemmingsplan 'Buitengebied').

5.1.3 Regionaal beleid
5.1.3.1 Regionaal plan 2005-2015 van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen

De Stadsregio Arnhem-Nijmegen legt in dit plan de gemeenschappelijke beleidsambities vast voor de ontwikkeling van de regio. De Stadsregio zet met dit plan in op het verbeteren van de bestaande kwaliteiten in stad en land boven nieuw ruimtebeslag.

Er worden vier doelstellingen onderscheiden:

  • 1. versterken van het economisch vestigingsklimaat;
  • 2. verbeteren van de bereikbaarheid;
  • 3. vergroten van de toegankelijkheid en aantrekkelijkheid van het landelijk gebied voor de natuur en voor de recreatie;
  • 4. verbeteren van de kwaliteit van het wonen in stad, dorp en landelijk gebied, waarbij de relatie met landschap, bereikbaarheid en voorzieningen kwaliteitsfactoren zijn.

Toets plan

Dit plan verbetert de bereikbaarheid van de Stadsregio. Dit is als doelstelling in het beleid verwoord. Om deze reden past dit bestemmingsplan binnen het regionaal plan 2005-2015 van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen.

5.1.3.2 Structuurvisie Regio Achterhoek 2012

De gemeenten in de Achterhoek hebben samen een structuurvisie voor de toekomst van de Regio Achterhoek opgesteld. De structuurvisie is een actualisatie van de regionale structuurvisie uit 2004. Er is gekozen voor een actualisatie, omdat er zich een aantal relevante en ingrijpende economische en maatschappelijke ontwikkelingen voordoen, zoals:

  • energietransitie en het inspelen op de gevolgen van de klimaatveranderingen;
  • bevolkingsverandering, krimp, vergrijzing en ontgroening;
  • de veranderingen in de landbouw en het landelijk gebied.

Ten aanzien van bereikbaarheid is specifiek beleid opgenomen. Het is de ambitie van de Achterhoekse gemeenten om het draagvlak voor het openbaar vervoer te versterken door bundeling van activiteiten nabij de stations. Met betrekking tot het autoverkeer streven de Achterhoekse gemeenten naar het behoud van de bereikbaarheid, maar ook naar het terugdringen van de verkeershinder en -onveiligheid. Daarom is de opwaardering van de N18 ook voor de interne verbindingen van groot belang, zodat doorgaand verkeer hier gebundeld wordt afgewikkeld. Elders is het streven gericht op het wegnemen van verkeershinder door voor de dorpen die verkeershinder ondervinden passende maatregelen te nemen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.bplgbgbwegn316-va01_0013.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.bplgbgbwegn316-va01_0014.jpg"

Uitsnede Visiekaart structuurvisie Regio Achterhoek

Toets plan

Dit plan sluit aan bij de structuurvisie omdat het de bereikbaarheid versterkt en de verkeershinder en -onveiligheid sterk verminderd voor de kern 's-Heerenberg. De ontbrekende schakel (Doetinchem-A3) is als verbeterpunt 'interne ontsluiting regio Achterhoek' op de visiekaart opgenomen.

5.1.4 Gemeentelijk beleid
5.1.4.1 Structuurvisie Montferland

Deze structuurvisie is vastgesteld in april 2009. De visie is een actualisatie van de bestaande visies aan de hand van alle relevante beleidsrapporten. De structuurvisie gaat in op de visie van de gemeente voor wat betreft wonen, bedrijvigheid en recreatie. Voor infrastructurele ontsluiting wordt geen specifieke beleidsvisie gegeven. In de structuurvisie wordt verwezen naar het provinciaal beleid zoals verwoord in de provinciale structuurvisie. De beleidsvisie van de gemeente Montferland is afgestemd op dit beleid. In de structuurvisie is de ontbrekende schakel van de N316 expliciet genoemd. Al in de Structuurvisie Bergh uit 2001 is aangegeven dat de aanleg van rondwegen rondom Zeddam en 's-Heerenberg wenselijk is. De rondweg om Zeddam is inmiddels gerealiseerd. De doortrekking daarvan vanaf de Terborgseweg in zuidelijke richting tot aan de Meilandsedijk als ontbrekende schakel van de N316, blijft een streven van het gemeentebestuur. Deze is daarom als 'uitbreiding infrastructuur' op de structuurvisiekaart aangegeven. Navolgende afbeelding betreft een uitsnede uit de structuurvisiekaart.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.bplgbgbwegn316-va01_0015.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.bplgbgbwegn316-va01_0016.jpg"

Uitsnede structuurvisiekaart gemeente Montferland

Toets plan

De ontbrekende schakel N316 is aangehaald in de gemeentelijke structuurvisie en aangegeven op de kaart. De ontwikkeling van het tracé past in het beleid van de gemeente.

5.1.4.2 Bestemmingsplan 'Buitengebied'

Op de verbeelding van het bestemmingsplan 'Buitengebied' (zie paragraaf 1.3) is het tracé van de weg ondermeer gelegen in gebied dat is aangeduid als 'reconstructiewetzone- landbouwontwikkelingsgebied'. Voor het landbouwontwikkelingsgebied is in het bestemmingsplan 'Buitengebied' het beleid doorvertaald zoals dat in de 'Thematische herziening LOG Azewijn' (vastgesteld door de gemeenteraad op 25 november 2010) was opgenomen. De bij die herziening behorende themakaart maakt tevens inherent onderdeel uit van het bestemmingsplan 'Buitengebied'.

In artikel 43 van het bestemmingsplan 'Buitengebied' zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen die nieuwvestiging van intensieve veehouderij in het landbouwontwikkelingsgebied mogelijk maken. Zoals blijkt uit de navolgende afbeelding is nieuwvestiging in het betreffende deelgebied (BG-NNT) van het landbouwontwikkelingsgebied niet toegestaan. De doelstellingen van het landbouwontwikkelingsgebied worden door de aanleg van de ontbrekende schakel dan ook niet belemmerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.bplgbgbwegn316-va01_0017.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.bplgbgbwegn316-va01_0018.jpg"

Uitsnede themakaart landbouwontwikkelingsgebied