direct naar inhoud van 3.3 Regionaal beleid
Plan: Mr. Vermeulenstraat 2e fase- Loerbeek
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.BPbpsglbkwonmrverm-on02

3.3 Regionaal beleid

3.3.1 Regionaal Plan 2005-2020, Stadsregio Arnhem Nijmegen (2007)

Het Regionaal Plan is door de KAN (Knooppunt Arnhem Nijmegen)-raad vastgesteld op 26 oktober 2006 en door Gedeputeerde Staten goedgekeurd op 27 februari 2007. De Stadsregio Arnhem Nijmegen heeft in het Regionaal Plan de gemeenschappelijke beleidsambities vastgelegd voor de ontwikkeling van de regio Arnhem Nijmegen. In het Regionaal Plan is weergegeven hoe de betrokken gemeenten binnen de stadsregio streven naar een hoogwaardige regionale ontwikkeling van het stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen als geheel. Het Regionaal Plan vormt een richtinggevend kader voor de regio op het gebied van ruimte, economie, natuur, mobiliteit en culturele- en sociale ontwikkelingen.

De kern van het plan gaat meer om kwaliteit dan kwantiteit. Het betreft herstructurering en herontwikkeling van het bestaande ten behoeve van een kwaliteitssprong van het stedelijke netwerk Arnhem Nijmegen. De ruimtelijke kwaliteit en de leefbaarheid van de dorpen moet behouden blijven. Demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing en ontgroening hebben een grote invloed op de sociaaleconomische vitaliteit van de dorpen. Ook blijft de vraag naar landelijke woonmilieus aanhouden. Deze behoefte kan grotendeels worden opgevangen door inbreiding en uitbreiding van de dorpen.

De voorgenomen woningbouwontwikkeling ligt binnen de in het Regionaal Plan aangegeven 'contour woningbouw'. Binnen de 'contour woningbouw' bepalen de gemeenten zelf de te ontwikkelen locaties en de aantallen nieuw te bouwen woningen. In het gemeentelijk beleid wordt gesteld dat op nieuwbouwlocaties ten minste 50% van de woningen in de betaalbare klasse moeten worden gebouwd.

Uit het bovenstaande wordt geconcludeerd dat het voorgenomen plan past binnen het Regionaal Plan. De ontwikkeling dient te voldoen aan de gestelde eis dat 50% van de woningen in de betaalbare klasse moet vallen.

3.3.2 Concessie woningbouw 2004-2009 Knooppunt Arnhem-Nijmegen (2004)

Om de gemeenten binnen het KAN-gebied te stimuleren om op korte termijn extra woningen te bouwen heeft de KAN-raad besloten dat gemeenten niet meer beperkt worden in de aantallen te bouwen woningen. Voorwaarde is wel dat er voldoende betaalbare woningen bijkomen. Hierdoor komen er, ook in de kleine kernen, zo snel mogelijk meer woningen beschikbaar voor onder andere starters en ouderen met een laag inkomen.

Het College van Bestuur van het KAN heeft op 29 april 2004 een concessieovereenkomst gesloten met het bestuur van de voormalige gemeente Didam, waarin is bepaald dat de gemeente zelf het aantal in de periode 2004-2009 aan de woningvoorraad toe te voegen woningen bepaalt. De nieuwbouw van woningen beperkt zich tot de gebieden, die vallen binnen de op de bij de overeenkomst horende kaarten weergegeven bebouwingsgrenzen of binnen de zoekgebieden voor uitbreiding, waarbij de uitbreidingen direct dienen aan te sluiten op de bebouwingsgrens. De geplande uitbreiding van Loerbeek aan de Mr. Vermeulenstraat valt binnen deze bebouwingsgrenzen van Loerbeek.

3.3.3 Waterbeheerplan Waterschap Rijn en IJssel 2007-2010 (2006)

Waterschap Rijn en IJssel heeft eind 2006 een nieuw waterbeheerplan vastgesteld voor de periode 2007-2010. Het waterbeheerplan 2007-2010 bevat het beleid op hoofdlijnen voor alle taakgebieden van Waterschap Rijn en IJssel. Het plan geeft aan welke doelen het waterschap nastreeft en welke maatregelen en projecten daarvoor in de planperiode worden ingezet. Met de voornemens uit het Waterbeheerplan wil het waterschap actief inspelen op alle lopende en komende veranderingen zoals de wijzigingen in de waterwetgeving en de Kaderrichtlijn Water. Er zijn mogelijkheden om de waterkwaliteit nog verder te verbeteren en om meer ruimte te bieden voor het vasthouden van water. Het gewenste peilbeheer wordt in het hele gebied in de komende periode planmatig opgepakt voor de landbouw en de natuur. Het beheer van water en afvalwater in stedelijk gebied krijgt steeds meer aandacht. In het landelijk gebied wil het waterschap kansen bieden voor recreatie op of bij het water.

Waterschap Rijn en IJssel streeft in de periode 2007-2010 naar, en werkt aan:

  • Schoon water door te werken aan het bereiken en in stand houden van een goede chemische kwaliteit van het oppervlaktewater;
  • Levend water door het bereiken en in stand houden van een goede ecologische kwaliteit van de watersystemen;
  • Functioneel water door het bereiken en in stand houden van een watersysteem met een optimale afstemming tussen bestemming, functie, gebruik, inrichting en beheer;
  • Uitvoering door het realiseren van een effectieve en efficiënte uitvoering van het beleid.


In het stedenbouwkundig ontwerp is rekening gehouden met de infiltratie van hemelwater. Hierdoor wordt regenwater niet weggevoerd via het riool, maar geïnfiltreerd in de bodem. Op deze manier wordt in het plangebied een bijdrage geleverd aan het bereiken en in stand houden van een goede ecologische kwaliteit van het watersysteem. In de waterparagraaf in hoofdstuk 5 (§ 5.10) wordt nader op dit onderwerp ingegaan.