Plan: | Buitengebied, wijziging Melderstraat 23 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1955.wplgbgbwonmeldst23-on01 |
In december 2009 is het Nationaal Waterplan vastgesteld. Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie.
Het Nationaal Waterplan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2009 - 2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water. Ook worden de maatregelen genoemd die hiervoor worden genomen.
Het plangebied ligt in het gebied 'Hoog Nederland'. Hoog Nederland omvat grofweg de zandgronden van Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg. De belangrijkste wateropgaven voor dit gebied zijn watertekort, grondwater, wateroverlast en grondwaterkwaliteit.
Het Waterplan bevat het waterbeleid van de provincie en is de opvolger van het derde Waterhuishoudingsplan (WHP3). Het beleid uit WHP3 wordt grotendeels voortgezet. Het Waterplan is tegelijk opgesteld met de water(beheer)plannen van het Rijk en de waterschappen. In onderlinge samenwerking zijn de plannen zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. Het Waterplan Gelderland 2010-2015 is op 1 januari 2010 in werking getreden.
In het plan staan de doelen voor het waterbeheer, de maatregelen die daarvoor nodig zijn en wie ze gaat uitvoeren. Voor oppervlaktewaterkwaliteit, hoogwaterbescherming, regionale wateroverlast, watertekort en waterbodems gelden provinciebrede doelen. Voor een aantal functies, zoals landbouw, natte natuur, waterbergingsgebieden en grondwaterbeschermingsgebieden, zijn specifieke doelen geformuleerd.
Het Waterschap Rijn en IJssel heeft in het Waterbeheerplan 2010-2015 haar nieuwe beleid vermeld. Dit plan is opgesteld in samenwerking met vier andere waterschappen, die deel uitmaken van deelstroomgebied Rijn-Oost. Dit plan is per 1 januari 2010 in werking getreden.
De opdracht van de waterschappen in Rijn-Oost is te zorgen voor voldoende water, schoon water en voor veilig wonen en werken op de taakvelden watersysteem, waterketen en veiligheid. Het waterschap houdt daarbij rekening met agrarische, economische, ecologische en recreatieve belangen. Aandachtspunten zijn het verbeteren van ecologische en chemische waterkwaliteit (terugdringen van oppervlaktewatervervuiling) en het voorkomen van wateroverlast, waarbij rekening wordt gehouden met het veranderende klimaat. In zowel landelijk als stedelijk gebied kunnen ruimtelijke ontwikkelingen een positief maar ook een negatief effect hebben op het watersysteem.
In artikel 3.1.6 van de Bro is aangegeven dat in de toelichting van een bestemmingsplan is beschreven op welke wijze in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding. In deze waterparagraaf worden de effecten van de ruimtelijke ontwikkeling per waterthema afgewogen. De relevante waterthema's worden door middel van de watertoetstabel geselecteerd en vervolgens beschreven.
Relevant | ||
HOOFDTHEMA'S | ||
Veiligheid | 1. Ligt in of nabij de planlocatie een primaire of regionale waterkering? 2. Ligt in of nabij de planlocatie een kade? |
Nee Nee |
Riolering en Afvalwaterketen | 1. Is er toename van het afvalwater (DWA)? 2. Ligt in de planlocatie een persleiding van WRIJ? 3. Ligt in of nabij de planlocatie een RWZI van het waterschap? |
Ja Nee Nee |
Wateroverlast (oppervlaktewater) | 1. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak? 2. Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak? 3. In of nabij de planlocatie bevinden zich natte en laag gelegen gebieden, beekdalen, overstromingsvlaktes? |
Nee Ja Nee |
Grondwater- overlast |
1. Is in de planlocatie sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond? 2. Bevindt de planlocatie zich in de invloedzone van de Rijn of IJssel? 3. Is in de planlocatie sprake van kwel? 4. Beoogt het plan dempen van slootjes of andere wateren? |
Nee Nee Ja Nee |
Oppervlakte- waterkwaliteit |
1. Wordt vanuit de planlocatie water op oppervlaktewater geloosd? 2. Ligt in of nabij de planlocatie een HEN of SED water? 3. Ligt de planlocatie geheel of gedeeltelijk in een Strategisch actiegebied? |
Nee Nee Nee |
Grondwater-kwaliteit | 1. Ligt de planlocatie in de beschermingszone van een drinkwateronttrekking? | Nee |
Volksgezondheid | 1. In of nabij de planlocatie bevinden zich overstorten uit het gemengde of verbeterde gescheiden stelsel? 2. Bevinden zich, of komen er functies, in of nabij de planlocatie die milieuhygiënische of verdrinkingsrisico's met zich meebrengen (zwemmen, spelen, tuinen aan water)? |
Nee Nee |
Verdroging | 1. Bevindt de planlocatie zich in of nabij beschermingszones voor natte natuur? | Nee |
Natte natuur | 1. Bevindt de planlocatie zich in of nabij een natte EVZ? 2. Bevindt de planlocatie zich in of nabij beschermingszones voor natte natuur? |
Nee Nee |
Inrichting en beheer | 1. Bevinden zich in of nabij de planlocatie wateren die in eigendom of beheer zijn bij het waterschap? 2. Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel? |
Ja Nee |
AANDACHTSTHEMA'S | ||
Recreatie | 1. Bevinden zich in de planlocatie watergangen en/of gronden in beheer van het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt? | Nee |
Cultuurhistorie | 1. Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in de planlocatie aanwezig? | Nee |
De watertoetstabel met relevante en niet-relevante waterhuishoudkundige thema's
Riolering en afvalwaterketen
De hoeveelheid (huishoudelijk) afvalwater neemt toe door de ontwikkelingen in dit plan (de hoeveelheid geloosd afvalwater in de huidige situatie is niet bekend). Uitgaande van een 3-persoons huishouden bedraagt het jaarlijkse waterverbruik per huishouden ca. 138 m3 (bron: NIBUD). Uitgaande van vier nieuw te realiseren wooneenheden, zal de toename van de hoeveelheid huishoudelijk afvalwater ca. 552 m3 bedragen (ervan uitgaande dat al het water dat verbruikt wordt, als afvalwater wordt afgevoerd). Het afvalwater zal worden afgevoerd via de aanwezige riolering.
Wateroverlast (oppervlaktewater)
Hemelwater afkomstig van verhard oppervlak (zowel nieuw te realiseren woningen als bestaande woning) zal voor een groot gedeelte in de bodem op de planlocatie worden geïnfiltreerd. Indien noodzakelijk zullen hiertoe aanvullende maatregelen worden getroffen. Het overige deel van het hemelwater zal via de grond (oppervlakkig) afstromen naar de omliggende kavelsloten.
Omdat op de planlocatie in totaal 2.306 m2 aan voormalige agrarische bebouwing wordt gesloopt en in ruil hiervoor maximaal 50% (1.153 m2) wordt herbouwd, zal op de planlocatie het bebouwd oppervlak afnemen met minimaal 1.153 m2.
Grondwateroverlast
De planlocatie ligt in een kwelgebied met sterke kwel. De bestaande bebouwing ligt ten opzichte van de directe omgeving echter ongeveer 50 centimeter hoger. In de huidige situatie is geen sprake van overlast door kwel. De nieuwe bebouwing zal worden gerealiseerd op de locatie van de huidige bebouwing, waardoor er voor de toekomstige plannen eveneens geen overlast door kwel te verwachten is. Door de hogere ligging ten opzichte van de omgeving is het de verwachting dat eventuele kwel beperkt blijft tot de lager gelegen gebieden in de omgeving. Daarnaast is de planlocatie omgeven door een stelsel van kavelsloten, die als laagst gelegen plekken de aanwezige kweldruk zullen opvangen en zonodig oppervlakkig afvoeren.
Inrichting en beheer
In de nabije omgeving van het plangebied (+/- 100 meter) bevindt zich de watergang'Landweer'. Deze is in beheer bij het waterschap. Het plan is echter vanwege de afstand en omvang niet van invloed op deze watergang en beoogd of noodzaakt ook geen herinrichting ervan. De aanwezigheid ervan is echter wel van belang vanwege de kweldruk in de omgeving van het plangebied. Mede door het netwerk van kavel- en bermsloten dat afwatert op de watergang 'Landeweer' zal de in het gebied aanwezige kweldruk voor het onderhavige plangebied geen grondwateroverlast opleveren.
Het aspect water vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit plan.