direct naar inhoud van 4.3 Bodem
Plan: Buitengebied, herziening 2011-1 (Eltenseweg 7-9 Stokkum)
Status: ontwerp
Versie: 2
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bpsgskkwoneltenwg-on02

4.3 Bodem

Voor de vaststelling van een bestemmingsplan dient in verband met de uitvoering van het project een reëel beeld aanwezig te zijn van de bodem- en grondwaterkwaliteit voor de gronden waarop de uitbreiding wordt gerealiseerd. Uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen is dat de bodem- en grondwater-kwaliteit geschikt moet zijn voor de beoogde uitbreiding.

In december 2009 is opdracht gegeven tot het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek. De onderzoeksresultaten worden onderstaand beknopt verwoord. Het onderzoek is als bijlage bij de ruimtelijke onderbouwing opgenomen.

Op basis van het vooronderzoek is geconcludeerd dat de locatie onderzocht dient te worden volgens de strategie 'onverdacht (ONV)'. De onderzoekshypothese luidt dat de locatie niet verontreinigd is.

De bodem van de planlocatie bestaat voornamelijk uit zwak tot sterk grindig, zwak tot sterk siltig, matig fijn tot matig grof zand. De bovengrond is bovendien matig humeus. De ondergrond is plaatselijk zwak tot matig leem- en keienhoudend. Ter plaatse van het noordelijke deel van de onderzoekslocatie komen in de ondergrond zwak tot sterk zandige leemlagen voor. In het opgeboorde materiaal zijn zintuiglijk geen verontreinigingen waargenomen.

Er zijn op basis van het vooronderzoek, tijdens de terreininspectie en bij de uitvoering van de veldwerkzaamheden geen aanwijzingen gevonden, die aanleiding geen een asbestverontreiniging op de locatie te verwachten.

De bovengrond van het zuidelijk terreindeel is licht verontreinigd met PCB. De ondergrond is licht verontreinigd met kobalt en PCB. Voor de lichte PCB- en kobaltverontreiniging heeft Econsultancy geen verklaring. In het grondwater zijn geen verontreinigingen geconstateerd.

Conclusie

De vooraf gestelde hypothese dat de onderzoekslocatie als onverdacht kan worden beschouwd wordt op basis van de onderzoeksresultaten niet geheel bevestigd. Gelet op de aard en de mate van verontreiniging wordt geconcludeerd dat er géén milieuhygiënische belemmeringen zijn voor de bestemmingswijziging en de nieuwbouw van het woonhuis.

Opgemerkt wordt dat voor vrijkomende grond binnen dit gebied de regels van Actief Bodembeheer (bodemkwaliteitskaart en bodembeheerplan) en/of het Besluit bodemkwaliteit gelden.