Plan: | 's-Heerenberg, Stadspark |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1955.bpsgshbwonstadsprk-or01 |
Het ontwerp bestemmingsplan 's-Heerenberg, Stadspark' heeft met ingang van 23 februari 2012 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens de termijn van ter inzagenlegging is een ieder de gelegenheid geboden om zienswijzen in te dienen. Hiervan is gebruik gemaakt via één schriftelijke zienswijze door de heren J.J. Swierstra en de heer J.M. Böhmer. In het voorliggend verslag wordt ingegaan op de ingediende zienswijze, welke zijn voorzien van een gemeentelijke reactie. De ingediende zienswijze is hierbij samengevat weergegeven.
Zienswijze
Aan de zuidwest zijde staan twee tweekappers ingetekend. Reclamanten hebben inmiddels begrepen dat hier ook aaneengesloten gebouwd mag worden. Graag zouden reclamanten zien dat de totale opzet van het plan en de "doorkijk" bij tweekappers gewaarborgd blijft. Indien de gemeente voornemens is om de voorziene bouwsituatie te wijzigen, zouden reclamanten graag een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan opgenomen willen hebben.
Reactie gemeente
Voor zowel de ontwikkelaar als de gemeente is het uitgangspunt om aan de zuidwest zijde van woningbouwontwikkeling in totaal zes twee-onder-één-kapwoningen te realiseren. Desondanks bevat het ontwerp bestemmingsplan ruimte om op deze locaties tevens vrijstaande en aaneengebouwde woningen toe te staan. Zodoende kan gemakkelijker worden ingespeeld op de huidige moeizame situatie op de woningmarkt. Het nadeel van deze ruime wijze van bestemmen is echter dat belanghebbenden bijna geen rechtsbescherming meer hebben als de woningtypen worden aangepast. Om toch voldoende flexibiliteit te kunnen bieden aan veranderende woningmarktomstandigheden, zonder dat de waarborgen voor belanghebbenden te zeer in het gedrang komen, wordt voorgesteld de zienswijze van reclamanten te honoreren door uitsluitend een aanpassing van de woningtypen mogelijk te maken via een algemene wijzigingsbevoegdheid in de regels.
Conclusie
Het college van burgemeester en wethouders heeft kennisgenomen van de zienswijze. De ingediende zienswijze heeft geleid tot het wijzigen van het bestemmingsplan, maar niet tot het staken van de gestarte bestemmingsplanprocedure als bedoeld in artikel 3.8 van de Wet op de ruimtelijke ordening.