Plan: | Centrum 's-Heerenberg e.o. |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1955.bpsgshbcntcentrshb-on01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Centrum 's-Heerenberg e.o. met identificatienummer NL.IMRO.1955.bpsgshbcntcentrshb-on01 van de gemeente Montferland;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, financieel, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, persoonlijk, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of daarmee gelijk te stellen gebied, in de woning en de bijbehorende bouwwerken daarvan, met behoud van de woonfunctie in overwegende mate en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie verenigbaar is. In ieder geval wordt hieronder niet verstaan: het voeren van een baliefunctie die niet als ondergeschikt aan het beroep kan worden aangemerkt, een seksbedrijf of een beroep in de prostitutie, in welke vorm dan ook. Hieronder wordt wel verstaan een kleinschalige voorziening ten behoeve van kinderopvang;
een bedrijf dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door een bewoner van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: het voeren van kappersactiviteiten, een detailhandelsvestiging, een horecabedrijf, een baliefunctie die niet als ondergeschikt aan het bedrijf kan worden aangemerkt, een seksbedrijf of prostitutie in welke vorm dan ook;
terrein dat op basis van de Monumentenwet 1988 dan wel gemeentelijke verordening is aangewezen als beschermd archeologisch monument;
onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 MW en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een in dit plan aangegeven percentage, dat de grootte van het bestemmingsvlak aangeeft (uitgezonderd het bouwvlak), dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in dit plan anders is bepaald;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, beroepen aan huis daaronder niet begrepen;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bestemd voor (het huishouden van) één persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
de doeleinden waarvoor bepaalde gronden kunnen worden gebruikt;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een al dan niet doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en overige bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
het al dan niet bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op vrijetijdsbesteding, creatieve uitingsvormen, spel en vermaak;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel wordt tevens verstaan verkoop via internet, waarbij sprake is van publieksgerichte activiteiten in de vorm van een showroom en/of een afhaalpunt voor consumenten;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij afnemers rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;
een meerdaags jaarlijks terugkerend en verplaatsbare georganiseerde gebeurtenis die meestal publiek is, maar ook besloten kan zijn;
een ruimte waar tentoonstellingen en workshops van beeldende kunst worden georganiseerd met de bedoeling deze werken te verkopen;
een gebouw dat bedoeld is voor de stalling van motorvoertuigen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een of meer gebouwen, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
hotel, pension, restaurant, café, cafetaria of daaraan verwante inrichting waar tegen vergoeding logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt, een en ander tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, met uitzondering van nachtclubs, discotheken, dancings of soortgelijke inrichtingen; onder horeca is in ieder geval niet begrepen een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig gelegenheid wordt gegeven tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling;
een gebouw, dan wel een ruimte die blijkens zijn indeling en inrichting, dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
onder de begane grondvloer, of, voor zover de begane grondvloer niet overeenkomt met peil, onder peil, aanwezige constructiedeel of -delen worden niet meegerekend voor zover die zijn gelegen binnen de denkbeeldig doorgetrokken buitenwerkse gevelvlakken (en/of harten van de scheidingsmuren) én voor zover niet rechtstreeks buiten de woning bereikbaar via een hellingbaan, trap of soortgelijke toegang;
culturele, educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen. Hieronder wordt in ieder geval begrepen; kinderopvang en zorg;
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;
de functie die ondersteunend is aan de primaire functie overeenkomstig de planologische bestemming van het hoofdgebouw. Bij een woning zal dat in het merendeel van de gevallen gaan om een garage/berging, bijkeuken, atelier, tuinhuisje, fietsenberging of hobbyruimte;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden
een bouwwerk dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
de functie conform de planologische bestemming van het hoofdgebouw, bijvoorbeeld de woning;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een inrichting waarin bedrijfsmatig, of in de vorm alsof het bedrijfsmatig is, seksuele handelingen, dan wel in enige vorm erotisch-pornografische werkzaamheden worden uitgevoerd. Hieronder wordt begrepen:
het al dan niet geheel afbreken van gebouwen en andere bouwwerken;
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
een bouwlaag van een gebouw gelegen boven de bouwlaag op de begane grond;
de totale binnenwerks gemeten oppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt;
denkbeeldige lijn getrokken langs de voorgevel van een gebouw en het verlengde daarvan;
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een gebouw dat dient voor de huisvesting van (het huishouden) van één persoon;
een instelling ten behoeve van wonen in combinatie met een zorgfunctie met bijbehorende maatschappelijke voorzieningen;
een gevel van een gebouw, die niet een voorgevel of een achtergevel is;
een woning, functioneel ingericht op het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak al dan niet door middel van gemeenschappelijke voorzieningen en kantoren.
Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
Tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, dakkapellen uitgezonderd;
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwondedelen;
De diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, luchtbehandelingskasten, schoorstenen, liftschachten, installaties, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen en de aangegeven maximale bouwhoogten, niet meer dan 1,5 m bedraagt.
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn;
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden mogen uitsluitend overige bouwwerken, zoals melk- en voederplaatsen en afrasteringen worden gebouwd, met dien verstande dat de hoogte van afrasteringen maximaal 1,5 meter mogen bedragen.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, overige bouwwerken, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijbehorende bouwwerken voldoen aan de volgende kenmerken
Overige bouwwerken
max. bouwhoogte | |
pergola's | 3 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein waarop een gebouw staat: | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen: | 1 m |
overige bouwwerken: | 4,5 m |
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, mits:
De voor Bedrijf - Nutsvoorziening aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor Bedrijf - Nutsvoorziening aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een bouwwerk gelden de volgende regels:
De voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, overige bouwwerken, wegen en verhardingen.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
De bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal 4,5 meter.
De voor Centrum - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, overige bouwwerken, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Overige bouwwerken:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.1 onder g voor het toestaan van andere woningen dan zorgwoningen ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning', mits voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein of in de directe omgeving.
De voor Centrum - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter.
De voor Centrum - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, overige bouwwerken, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Overige bouwwerken:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.1 onder g voor het toestaan van andere woningen dan zorgwoningen ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning', mits voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein of in de directe omgeving.
De voor Centrum - 4 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, overige bouwwerken, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter.
De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor detailhandel uitsluitend op de begane grond, met bijbehorende bouwwerken, overige bouwwerken, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal 3 m.
De voor Gemengd - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, overige bouwwerken, wegen en paden, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal:
De voor Gemengd - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, overige bouwwerken, wegen en paden, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Overige bouwwerken
max. bouwhoogte | |
pergola's | 3 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw |
2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
doeleinden | in en onder de eerste bouwlaag | boven de eerste bouwlaag | |
kantoren zonder baliefunctie | ja | nee | |
publiekgerichte dienstverlening | ja | nee | |
horeca | ja 1) | ja 1) | |
maatschappelijke voorzieningen | ja | nee | |
detailhandel | ja | nee | |
bedrijven, die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als milieucategorie 1 | ja | nee | |
fitnesscentra, badhuizen, sauna-baden, kinderopvang, sportscholen, gymnastiekzalen, buurt- en clubhuizen | ja 2) | nee | |
atelierruimte | ja | ja 2) | |
bij ter plaatse toegestane functies behorende werkplaatsen en praktijk-, kantoor- en opslagruimten | ja | nee | |
wonen | ja | ja | |
bij wonen behorende toegangen en bergingen | ja | ja | |
1) uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca'. | |||
2) uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 01'. |
Op en in de gronden als bedoeld in lid 14.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 14.2.1 gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten en beeldende kunstwerken | 10 m |
luifels | 4 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw |
2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
Behoudens het bepaalde in lid 14.3.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren binnen een afstand van 5 meter uit het hart van een monumentale boom:
Het in lid 14.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 14.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de monumentale boom niet onevenredig wordt of kan worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die boom niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende overige bouwwerken, wegen en verhardingen en met inachtneming van de keur van het waterschap.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd, met dien verstande dat gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', waarvan de oppervlakte het hele aanduidingsvlak mag beslaan en de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
De bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal:
De voor 'Groen - Stadswal' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende overige bouwwerken, wegen en verhardingen en met inachtneming van de keur van het waterschap.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
De bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal:
Deze bouwwerken mogen slechts worden opgericht indien het behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden van de gronden niet onevenredig worden aangetast.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het onder 16.3.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de onder 16.3.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende overige bouwwerken, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal:
De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, overige bouwwerken, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal:
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende overige bouwwerken, wegen en paden, verkeers- en parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijbehorende bouwwerken voldoen aan de volgende kenmerken
De bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal:
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 20.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 20.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
pergola's | 3 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrrooilijn, op of rond een terrein waarop een gebouw staat | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 3 m |
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met overige bouwwerken.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd, met dien verstande dat gebouwen ten behoeve van een kapel als gebouwd element in de openbare ruimte mogen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer' - kapel', waarvan de oppervlakte het hele aanduidingsvlak mag beslaan en de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven.
De bouwhoogte van overige bouwwerken, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer en kunstwerken bedraagt maximaal 6 m.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 22.1, mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken, behorende bij de bestemming of bij aangrenzende wegen, in- en uitritten en paden, zoals duikers, stuwen, en bruggen.
De bouwhoogte van de andere bouwwerken mag niet meer dan 3 m bedragen.
De voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 23.1, mogen uitsluitend worden gebouwd woningen, bijbehorende bouwwerken en overige bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 23.2.1 gelden de volgende bepalingen:
woningen
bouwwijze | max. diepte |
aaneengebouwd | 12 m |
twee-aan-een | 12 m |
vrijstaand | 15 m |
Bijbehorende bouwwerken
Overige bouwwerken
max. bouwhoogte | |
pergola's | 3 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein waarop een gebouw staat: | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen: | 1 m |
overige bouwwerken: | 4,5 m |
vloeroppervlakte beroep aan huis
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 23.1, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:
De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 24.1, mogen uitsluitend worden gebouwd woningen, bijbehorende bouwwerken en overige bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 24.2.1 gelden de volgende bepalingen:
Woningen
Bijbehorende bouwwerken
Overige bouwwerken
max. bouwhoogte | |
pergola's | 3 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein waarop een gebouw staat: | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen: | 1 m |
overige bouwwerken: | 4,5 m |
Vloeroppervlakte beroep aan huis
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 24.1, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 24.1 onder i voor het toestaan van andere woningen dan zorgwoningen ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning', mits voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein of in de directe omgeving.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde onder 25.2.1 onder a geldt niet indien:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit (archeologisch) onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende andere werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het onder 25.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
In de situatie als bedoeld in sublid 25.4.3, onder a., sub 2 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door de dubbelbestemming Waarde - Archeologie geheel of gedeeltelijk te laten vervallen indien op basis van nader (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde onder 26.2.1 onder a geldt niet indien:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit (archeologisch) onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het onder 26.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde onder in sublid 27.2.1 onder a geldt niet indien:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit (archeologisch) onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder omgevingsvergunning de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in sublid 27.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
In de situatie als bedoeld in sublid 27.4.3, onder a., sub 2 kan het gevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door:
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde onder 28.2.1 onder a geldt niet indien:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit (archeologisch) onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het onder 28.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
In de situatie als bedoeld in sublid 28.4.3, onder a., sub 2 kan het gevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door:
De voor "Waarde - Cultuurhistorie" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning bouwwerken op de in artikel 29.1 bedoelde gronden geheel of gedeeltelijk te slopen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.2.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het geheel of gedeeltelijk slopen dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de beeldbepalende cultuurhistorische waarden van het bouwwerk en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.2.1 wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van een daartoe deskundige commissie.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.2.1 is niet vereist voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, bouwdiepte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding'- monument' is het betreffende gebouw of object primair bestemd voor het behoud en/ of herstel van cultuurhistorische en/ of monumentale waarden.
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:
Evenementen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan:
Een omgevingsvergunning voor het afwijken als bedoeld in artikel 33.1 kan slechts worden verleend, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat op de gronden als bedoeld in artikel 4 (Bedrijf), artikel 11 (Detailhandel) geen bedrijf respectievelijk detailhandelsbedrijf meer is gevestigd, de bestemming van die gronden te wijzigen in de bestemmingen Wonen - 1, Wonen - 2 en Tuin, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bij de voorbereiding van een besluit tot het stellen van nadere eisen op grond van het bepaalde in de regels van dit plan is de navolgende voorbereidingsprocedure van toepassing:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot ,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking ontheffing van het bepaalde in artikel 36.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 36.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 36.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 36.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 36.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 36.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Centrum 's-Heerenberg e.o. van de gemeente Montferland.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van ……………………...
De voorzitter, De griffier,
……………… ………………