Plan: | Kerkwijk fase VIII |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1955.bpsgddmwonkerkwyk8-on01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Kerkwijk fase VIII met identificatienummer NL.IMRO.1955.bpsgddmwonkerkwyk8-on01 van de gemeente Montferland.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een voor bewoning bestemd, ondergeschikt gebouw dat aan een woning is aangebouwd en van daaruit rechtstreeks toegankelijk is.
Het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, financieel, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, persoonlijk, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of daarmee gelijk te stellen gebied, in de woning en de bijbehorende bouwwerken daarvan, met behoud van de woonfunctie in overwegende mate en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie verenigbaar is. In ieder geval wordt hieronder niet verstaan: het voeren van kappersactiviteiten, het voeren van een baliefunctie die niet als ondergeschikt aan het beroep kan worden aangemerkt, een seksbedrijf of een beroep in de prostitutie, in welke vorm dan ook.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
de oppervlakte van de bebouwing binnen het bebouwingsvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.
Een kleinschalige overnachtingsaccommodatie in een woning of bedrijfswoning, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, waarbij de bed and breakfast ondergeschikt is aan de hoofdfunctie.
Een bedrijf dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door een bewoner van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is. Hieronder wordt mede verstaan een bed & breakfast en een kleinschalige voorziening ten behoeve van kinderopvang. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: een detailhandelsvestiging, een horecabedrijf, een baliefunctie die niet als ondergeschikt aan het bedrijf kan worden aangemerkt, een seksbedrijf of prostitutie in welke vorm dan ook.
de oppervlakte, goothoogte, hoogte, inhoud en plaats en het gebouw, zoals die/dat op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat althans rechtens mag bestaan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een gebouw, behorende bij een woning, zoals een garage, berging of hobbyruimte dat in functioneel opzicht ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de woning.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een deel van een gebouw, dat bestaat uit één of meer ruimten, waarbij de bovenkanten van de afgewerkte vloeren van twee aan elkaar grenzende ruimten niet meer dan 1,5 m in hoogte verschillen.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
richtlijnen opgesteld door het Nationale Kennisplatform voor infrastructuur, verkeer en openbare ruimte.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Onder detailhandel wordt tevens verstaan verkoop via internet, waarbij sprake is van publieksgerichte activiteiten in de vorm van een showroom en/of een afhaalpunt voor consumenten.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
(eet)cafés, restaurants, lunchrooms, brasserieën, cafetaria's, snackbars en soortgelijke gelegenheden waaronder hotels en partycentra en al of niet in combinatie met elkaar, waaronder in ieder geval niet begrepen: nachtclubs, bardancings en discotheken.
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent.
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een hiervoor bedoelde inrichting worden in elk geval verstaan: een bordeel, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub en erotische-massagesalon, al of niet in combinatie met elkaar.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen.
Een complex van ruimten bedoeld voor de huisvesting van één huishouden en niet zijnde een woonwagen. Kenmerkend voor de woning is de aanwezigheid van eigen voorzieningen met in ieder geval een eigen toegang, toiletruimte, badruimte en een keuken met kooktoestel.
Een voor de huisvesting van personen bestemde woonruimte die is geplaatst op een woonwagenstandplaats en die in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, uitgezonderd dakkapellen.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, ingangpartijen en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Berekeningsaantal
Bij het voldoen aan de parkeernorm dient bij de navolgende parkeervoorzieningen uitgegaan te worden van het berekende aantal conform onderstaande tabel (bron CROW):
Parkeervoorziening | Theoretisch aantal | Berekeningsaantal | Opmerking | |
Enkele oprit zonder garage | 1 | 0,8 | oprit min. 5 meter diep | |
Lange oprit zonder garage of carport | 2 | 1,0 | ||
Dubbele oprit zonder garage | 2 | 1,7 | oprit min. 4,5 meter breed | |
Garage zonder oprit (bij woning) | 1 | 0,4 | ||
Garagebox (niet bij woning) | 1 | 0,5 | ||
Garage met enkele oprit | 2 | 1,0 | oprit min 5 meter diep | |
Garage met lange oprit | 3 | 1,3 | ||
Garage met dubbele oprit | 3 | 1,8 | oprit min. 4,5 meter breed |
Afronden
Bij het bepalen van de parkeernorm wordt op één decimaal nauwkeurig gerekend waarna de uitkomst wordt afgerond op hele getallen en waarbij vanaf 0,5 en hoger naar boven wordt afgerond.
Woningtype
Bij het bepalen van de woningentype gelden de volgende oppervlaktematen voor het gebruiksoppervlak (NEN2580):
Grondgebonden | Appartement | |
Goedkoop | < 110 m² | < 100 m² |
Midden | 110 m² - 155 m² | 100 m² - 125 m² |
Duur | > 155 m² | > 125 m² |
Maatvoering
De ruimte voor het parkeren van auto's is afgestemd op gangbare personenauto's waaraan wordt voldaan indien de afmetingen van:
De voor Agrarisch - Voorlopig aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1 mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan hierna is aangegeven:
bouwwerken geen gebouwen zijnde |
max. bouwhoogte |
erfafscheidingen |
2 m |
overige bouwwerken, geen vlaggenmast zijnde |
3 m |
De termijn waarvoor de voorlopige bestemming geldt bedraagt maximaal 5 jaar, gerekend vanaf de dag van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, mits:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend bij de bestemming behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd, zoals lichtmasten, verkeerstekens, straatmeubilair, speelobjecten.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 5.2.1, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 6.1, mogen uitsluitend worden gebouwd woningen, aan- of uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en bouwwerk, geen gebouw zijnde, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 6.2.1 gelden de volgende bepalingen:
woningen
bouwwijze | max. diepte |
aaneengebouwd | 12 m |
twee-aan-een | 12 m |
vrijstaand | 15 m |
aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
onverminderd het bepaalde onder g;
bouwwerken, geen gebouw zijnde
bouwwerken | max. bouwhoogte |
pergola's | 3 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein waarop een gebouw staat: | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen: | 1 m |
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde: | 4,5 m |
vloeroppervlakte aan huis gebonden beroep
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 6.2.2, onder c, en toestaan dat woningen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits deze overschrijding van het bouwvlak vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 6.2.2, onder e, en toestaan dat woningen op een kleinere afstand van de zijdelingse perceelsgrenzen worden gebouwd, mits deze kleinere afstand vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 6.1, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde onder 7.2.1 onder a geldt niet indien:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit (archeologisch) onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende andere werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het onder 7.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
In de situatie als bedoeld in sublid 7.4.3, onder a., sub 2 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen indien op basis van nader (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij het oprichten van gebouwen of het veranderen van gebruik dient de inrichting van elk perceel zodanig te zijn dat voldoende ruimte aanwezig is om zowel het parkeren voor motorvoertuigen als eventueel het laden en lossen op eigen terrein te kunnen afwikkelen. Op eigen terrein dient voorzien te zijn in voldoende parkeeraccommodatie, inclusief parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers, conform de parkeernormen als opgenomen in de CROW-publicatie 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' dan wel de opvolger(s) hiervan. Uitgegaan wordt van de categorieën 'weinig stedelijk' en 'rest bebouwde kom'.
De parkeerplaatsen voor motorvoertuigen dienen de afmetingen te hebben die zijn afgestemd op gangbare motorvoertuigen zoals deze zijn opgenomen in de richtlijnen van het CROW.
Het aanleggen en/of in standhouden van voornoemde parkeergelegenheid en eventueel ruimte voor laden en lossen, geldt als een voorwaardelijke verplichting in de zin van de Wet ruimtelijke ordening.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan het aantal parkeerplaatsen, de situering van de parkeerplaatsen en de situering van de laad- en losruimte. Het besluit tot het stellen van de nadere eis moet worden voorzien van een motivering waaruit in ieder geval blijkt dat de eis noodzakelijk is om de ruimtelijke kwaliteit te borgen.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.1.1:
Dit besluit moet worden voorzien van een motivering waaruit blijkt dat de ruimtelijke kwaliteit gewaarborgd blijft. Zie voor het afwijken het stappenplan in Bijlage 2.
Een gebruik in strijd met het bestemmingsplan is in ieder geval het gebruik van:
een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het plan:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken danwel nadere eisen stellen ten opzichte van het bepaalde in artikel 2.8 ten behoeve van lagere danwel hogere eisen m.b.t. de maatvoering van een parkeerplaats waarbij mede ingegaan wordt op de (parkeertechnische)achtergronden en gevolgen bij dat besluit.
Dit besluit moet worden voorzien van een motivering waaruit blijkt dat de ruimtelijke kwaliteit gewaarborgd blijft en / of dat dit besluit noodzakelijk is t.b.v. de ruimtelijke kwaliteit.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sublid 13.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sublid 13.1.1 met maximaal 10%.
Sublid 13.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid 13.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in sublid 13.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Sublid 13.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Kerkwijk fase VIII.