direct naar inhoud van 2.3 Provinciaal beleid
Plan: Heeghstraat, Didam
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bpsgddmwonheeghstr-va01

2.3 Provinciaal beleid

Streekplan Gelderland 2005

Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland is vastgelegd in het Streekplan Gelderland 2005. Dit streekplan is door Provinciale Staten vastgesteld op 29 juni 2005 en geeft de beleidskaders aan voor de ruimtelijke ontwikkeling in de periode 2005-2015. De doelstelling van het Streekplan Gelderland 2005 is om te voorzien in de ruimtebehoefte in regionaal verband en te bevorderen dat publieke en private partijen de benodigde ruimte vinden, op een wijze die meervoudig ruimtegebruik stimuleert, duurzaam is en de regionale verscheidenheid versterkt. Het ruimtelijke beleid wordt in het streekplan in algemene en regiospecifieke zin geformuleerd. In het algemene beleid wordt een globaal kader geschetst met een grote keuzevrijheid voor uitwerking door gemeenten in het regiospecifieke beleid.

Het ruimtelijke beleid spitst zich toe op de tweeledige provinciale ruimtelijke hoofdstructuur die bestaat uit het 'groenblauwe' en het 'rode' raamwerk. In het groenblauwe raamwerk liggen de accenten op het beschermen en versterken van kwetsbare natuurwaarden en in het rode raamwerk ligt juist de nadruk op het ontwikkelen van stedelijke functies en intensieve land- en tuinbouw. Gebieden die niet in één van beide raamwerken liggen, behoren tot de multifunctionele gebieden. Voor deze gebieden is het beleid globaal en beperkt. Hoofduitgangspunten hiervoor zijn versterking van de ruimtelijke kwaliteit en regionale inzet. De ruimtelijke kwaliteit van plannen is afhankelijk van de onderlinge samenhang en afstemming tussen gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde.

Daarnaast is in het Streekplan beleid opgesteld voor functieverandering van gebouwen in het buitengebied. De provincie wil bevorderen dat deze gebouwen op een goede wijze kunnen worden (her)gebruikt. Door functieverandering kan tegemoet worden gekomen aan de aanwezige behoefte aan wonen en werken in het buitengebied, zonder daarvoor extra bouwlocaties toe te voegen.

De doelen van het provinciaal ruimtelijk beleid voor functieverandering van gebouwen in het buitengebied zijn de volgende:

  • land- en tuinbouwbedrijven de mogelijkheid geven niet-agrarische nevenfuncties te vervullen.
  • de behoefte aan landelijk wonen en in tweede instantie werken accommoderen in vrijgekomen gebouwen in het landelijk gebied. Hiermee kan een impuls worden gegeven aan de leefbaarheid en vitaliteit van het landelijk gebied.
  • niet-agrarische bedrijvigheid die gebonden is aan de kwaliteiten en de functies van dat buitengebied ruimte bieden.
  • verbetering van de ruimtelijke kwaliteit door vrijgekomen gebouwen te hergebruiken en door per bouwperceel waar functieverandering plaatsvindt de resterende vrijgekomen gebouwen te slopen.


Een voorwaarde voor functieverandering naar wonen is dat, als hergebruik van de bestaande bebouwing niet mogelijk is voor wonen, na sloop van alle bedrijfsgebouwen vervangende nieuwbouw kan plaatsvinden. Bij de beëindiging of verplaatsing van glastuinbouwbedrijven mag 100% van de bedrijfsgebouwen van functie veranderen naar wonen of werken onder de algemene randvoorwaarden die daarvoor gelden. Onder bedrijfsgebouwen verstaan wij bij glastuinbouwbedrijven die gebouwen die niet voor de primaire teelt bedoeld zijn, maar ondersteunend daaraan (zoals opslag- en sorteerruimtes, koelcellen, ketelhuizen e.d.).

Regionaal structuurplan Stadsregio Arnhem Nijmegen

De provincie Gelderland heeft op 26 oktober 2006 het Regionaal Structuurplan vastgesteld. Dit plan is op 27 februari 2007 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten (GS). Voor het plangebied aan de Heeghstraat is op grond van het Regionale Structuurplan geen specifiek beleid van toepassing.

Het plangebied is in het goedgekeurde Regionaal Structuurplan gelegen buiten de contouren voor woningbouw. De provincie Gelderland heeft echter bij brief d.d. 12 oktober 2010 laten weten in te kunnen stemmen met de verlegging van de woningbouwcontour ten behoeve van de realisatie van deze herontwikkeling, waarbij de oppervlakte van het te bebouwen gebied binnen de contour gelijk blijft. De gewijzigde situatie zal worden meegenomen in de eerstvolgende periodieke actualisatie. Tot die tijd zal de provincie geen gebruik maken van de aan de provincie Gelderland op grond van de Wet ruimtelijke ordening toekomende instrumenten ten aanzien van onderhavig plan.

Een uitsnede van de plankaart van het Regionaal Structuurplan is als afbeelding 6 bijgevoegd.

Afbeelding 5. Uitsnede van de plankaart uit het Regionaal Structuurplan

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.bpsgddmwonheeghstr-va01_0005.jpg"