Plan: | Bedrijventerreinen Montferland |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1955.bplggmtbdrmontflnd-on01 |
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld. Een toelichting op de bestemmingen is hierna opgenomen.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
De regels in dit bestemmingsplan zijn opgezet aan de hand van hetgeen hierboven is beschreven. Tevens is aangesloten bij de meest actuele landelijke standaard voor de regels en de verbeelding, te weten de Standaard Vergelijk BestemmingsPlannen 2008 en de nieuwe Wet ruimtelijke ordening.
Het doel van dit bestemmingsplan is het beheer van de bestaande ruimtelijke situatie in het plangebied met ruimte voor kleine ontwikkelingen (via wijzigingsbevoegdheden of afwijkingen). Verwezen wordt kortheidshalve naar hoofdstuk 4 van deze toelichting voor een beschrijving van het plan.
In dit bestemmingsplan zijn de volgende bestemmingen van toepassing:
De voor "Agrarisch" aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf met bijbehorende gebouwen en bouwwerken. Tevens zijn de gronden o.a. bestemd voor extensieve (dag)recreatie, watergangen, wegen en paden, water, tuinen en erven. In de bouwregels is opgenomen waar gebouwen en bouwwerken aan moeten voldoen.
De voor "Bedrijf - Gasontvangststation" aangewezen gronden zijn bestemd voor de aanleg en instandhouding van een gasontvangststation en ondergrondse en bovengrondse leidingen en toebehoren. Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan binnen deze bestemming .
De voor "Bedrijf – Nutsvoorziening" aangewezen gronden zijn bestemd voor nutsvoorzieningen. Gebouwen binnen deze bestemming mogen alleen binnen het bouwvlak worden gebouwd. Op de verbeelding is middels een aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven wat de maximale bouwhoogte van deze gebouwen mogen zijn.
De voor "Bedrijventerrein" aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven. Op de verbeelding is middels een aanduiding aangegeven welke categorie bedrijven op basis van de Staat van bedrijfsactiviteiten ter plaatse van de aanduiding zijn toegestaan. Er is een aantal functies die niet als bedrijf zijn aan te merken. Deze functies zijn met een aanduiding specifiek bestemd. Gebouwen binnen deze bestemming dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Op de verbeelding is middels een aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven wat de maximale bouwhoogte van deze gebouwen mogen zijn. Tevens is een maximum en een minimum bebouwingspercentage opgenomen. Het minimum bebouwingspercentage moet voorkomen dat de gronden niet efficiënt worden benut. Binnen de bestemming bedrijventerrein is het op een aantal representatieve zones mogelijk om middels een omgevingsvergunning met een afwijkingsbevoegdheid een kantoor te vestigen. Het gaat om gronden die op de verbeelding zijn aangeduid als Wro-zone ontheffingsgebied. Aan deze afwijking zijn wel voorwaarden verbonden. Deze voorwaarden zijn opgenomen in de Regels.
De bestemming voorziet niet in de realisatie van nieuwe bedrijfswoningen, de bestaande bedrijfswoningen zijn daarom als zodanig bestemd.
Middels een omgevingsvergunning met een afwijkingsbevoegdheid kunnen binnen deze bestemming onder bepaalde voorwaarden antennemasten worden opgericht met een maximale bouwhoogte van 40 meter.
Op het Euregionaal bedrijventerrein (EBT) is voor het perceel aan de Distributiestraat een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor een voorziening voor weggebruikers in de transportsector die functioneert als rustplaats en tankvoorziening met de daarbijbehorende voorzieningen voor overnachting, horeca et cetera.
De voor "Gemengd" aangewezen gronden zijn bestemd voor verschillende functies. Het gaat onder meer om dienstverlening, detailhandel, kantoren, cultuur en ontspanning en maatschappelijke voorzieningen. Tevens zijn bedrijven toegestaan in de categorieën 1 tot en met 3.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten.
Gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd. Op de verbeelding is middels een aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven wat de maximale bouwhoogte van deze gebouwen mogen zijn. Een uitzondering hierop vormen voorzieningen van algemeen nut, deze mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan. De maximale hoogte van voorzieningen van algemeen nut bedraagt 5 m;
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan binnen deze bestemming.
De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen, bermen en beplanting; parken en plantsoenen; paden, kunstwerken, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Middels een omgevingsvergunning met een afwijkingsbevoegdheid kunnen binnen de groenbestemming parkeervoorzieningen worden aangelegd. Parkeervoorzieningen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van de groenstructuur en moeten worden ingepast in het groen.
Binnen de bestemming "Groen" is wijzigingsbevoegdheid 3 opgenomen in verband met het doortrekken van de Nijverheidsstraat op de Immenhorst.
De voor "Kantoor" aangewezen gronden zijn bestemd voor kantoren. Gebouwen binnen deze bestemming dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Op de verbeelding is middels een aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven wat de maximale goothoogte respectievelijk bouwhoogte van deze gebouwen mogen zijn.
De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen. Gebouwen binnen deze bestemming dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Op de verbeelding is middels een aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven wat de maximale bouwhoogte van deze gebouwen mogen zijn. In deze bestemming is wijzigingsbevoegdheid 2 opgenomen voor de wijziging in de bestemming 'Bedrijventerrein'.
De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurwaarden en de ecologische verbindingszone. Daarnaast zijn de gronden binnen deze bestemming ook bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen alsmede extensieve dagrecreatie. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Ter bescherming van de natuurwaarden is tevens een omgevingsvergunningenstelsel voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen.
Om de openheid aan de voorzijde van de woningen en het aanzien van de voorgevel van de woningen te behouden, is de bestemming "Tuin" opgenomen. Binnen deze bestemming zijn de bebouwingsmogelijkheden beperkt.
De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer; parkeer-, groen- en speelvoorzieningen; waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen; en abri's en fietsenstallingen met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen. Middels een omgevingsvergunning met een afwijkingsbevoegdheid kunnen binnen deze bestemming onder bepaalde voorwaarden antennemasten worden opgericht met een maximale bouwhoogte van 40 meter.
De voor "Verkeer – Railverkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor (spoor)wegen; fietsenstallingen, parkeer-, groen- en speelvoorzieningen; en waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen. Middels een omgevingsvergunning met een afwijkingsbevoegdheid kunnen binnen deze bestemming onder bepaalde voorwaarden antennemasten worden opgericht met een maximale bouwhoogte van 40 meter.
De voor "Verkeer – Verblijfsgebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op verblijf; parkeer-, groen- en speelvoorzieningen, fietsenstallingen; waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen; en abri's met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen. Middels een omgevingsvergunning met een afwijkingsbevoegdheid kunnen binnen deze bestemming onder bepaalde voorwaarden antennemasten worden opgericht met een maximale bouwhoogte van 40 meter.
De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen. De gronden zijn tevens bestemd voor de bescherming en het beheer van watergangen. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.
De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, met inbegrip van beroep aan huis met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven. Er wordt onderscheid gemaakt in de volgende woningbouw categorieën, te weten: twee-aaneen en vrijstaande woningen. Op de verbeelding is middels een aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven wat de maximale goothoogte respectievelijk bouwhoogte van deze hoofdgebouwen mogen zijn. De gronden aan de voorzijde van de woningen zijn bestemd als Tuin, zodat deze gronden zoveel mogelijk onbebouwd blijven.
De voor "Leiding – Gas" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een ondergrondse gasleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding – gas'; het beheer en onderhoud van de leiding; en de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding. Voor de gronden binnen deze bestemming geldt dat in afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen er uitsluitend ten behoeve van de bestemming Leiding – Gas mag worden gebouwd. Er mogen geen gebouwen worden gebouwd binnen deze bestemming. Ter bescherming van de ondergrondse gasleiding is tevens een omgevingsvergunningenstelsel voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen.
De voor "Leiding – Riool" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een ondergrondse rioolpersleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding – riool' en het beheer en onderhoud van de leiding. Voor de gronden binnen deze bestemming geldt dat in afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen er uitsluitend ten behoeve van de bestemming Leiding – Riool mag worden gebouwd. Er mogen geen gebouwen worden gebouwd binnen deze bestemming. Ter bescherming van de ondergrondse rioolpersleiding is tevens een omgevingsvergunningenstelsel voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen.
De voor "Leiding – Water" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een ondergrondse waterleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding – water´ en het beheer en onderhoud van de leiding. Voor de gronden binnen deze bestemming geldt dat in afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen er uitsluitend ten behoeve van de bestemming Leiding - Water mag worden gebouwd. Er mogen geen gebouwen worden gebouwd binnen deze bestemming. Ter bescherming van de ondergrondse waterleiding is tevens een omgevingsvergunningenstelsel voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen.
De gebieden met een archeologische waarde zijn bestemd als "Waarde - Archeologie". Bij bodemingrepen dieper dan 30 cm -Mv is vroegtijdig archeologisch inventarisarend veldonderzoek verplicht.
Waarde - Archeologische Verwachting 2
De gebieden met een hoge archeologische verwachtingswaarde zijn bestemd als "Waarde - Archeologische verwachting 2". Deze gebieden worden beschermd door middel van een verplichting tot het overleggen van een archeologisch onderzoek (inventariserend veldonderzoek) bij aanvragen om een omgevingsvergunning bij ingrepen groter dan 100 m² en dieper dan 0,3 m onder maaiveld.
Waarde - Archeologische Verwachting 3
De gebieden met een (middel)matige archeologische verwachtingswaarde zijn bestemd als "Waarde - Archeologische verwachting 3". Deze gebieden worden beschermd door middel van een verplichting tot het overleggen van een archeologisch onderzoek (bureauonderzoek ) bij aanvragen om een omgevingsvergunning bij ingrepen groter dan 100 m² en dieper dan 0,3 m onder maaiveld.
Waarde - Archeologische Verwachting 4
De gebieden met een lage archeologische verwachtingswaarde zijn bestemd als "Waarde - Archeologische verwachting 4". Deze gebieden worden beschermd door middel van een verplichting tot het overleggen van een archeologisch onderzoek (inventariserend veldonderzoek) bij aanvragen om een omgevingsvergunning van ingrepen groter dan 2.500 m² en dieper dan 0,3 m onder maaiveld.
geluidzone - gezoneerd industrieterrein
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - gezoneerd industrieterrein' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een gezoneerd industrieterrein. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken in afwijking van het vastgestelde zonebeheersplan of in afwijking van de verkavelingskaarten, zoals opgenomen als bijlagen bij deze regels.
geluidszone - industrie
De gronden ter plaatse van de aanduiding ´geluidszone - industrie ´ zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met het gezoneerd bedrijventerrein. In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen, zijn binnen deze zone geen nieuwe woningen toegestaan. Bij omgevingsvergunning kan hiervan worden afgeweken mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze woningen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende toegestane geluidbelasting.
veiligheidszone
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met risicovolle inrichting. In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen, zijn voor deze gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
veiligheidszone - lpg
De gronden ter plaatse van de aanduiding ´veiligheidszone – lpg´ zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een lpg-installatie. In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen, zijn voor deze gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
Wro-Zone – Wijzigingsgebied 1
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone – wijzigingsgebied 1' wijzigen in de bestemmingen "Bedrijventerrein". Hieraan zijn in de regels bepaalde voorwaarden gekoppeld, zo moet de wijziging bijvoorbeeld voldoen aan de bestaande bepalingen die gelden voor de aangrenzende bestemming Bedrijventerrein.
Wro-Zone – Wijzigingsgebied 2
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone – wijzigingsgebied 2' wijzigen in de bestemmingen "Verkeer".
Wro-Zone – Wijzigingsgebied 3
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone – wijzigingsgebied 3' wijzigen in de bestemmingen "bedrijventerrein". Hieraan zijn in de regels bepaalde voorwaarden gekoppeld, zo moet de wijziging bijvoorbeeld voldoen aan de bestaande bepalingen die gelden voor de aangrenzende bestemming Bedrijventerrein.
Wro-Zone – Wijzigingsgebied 4
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone – wijzigingsgebied 4' wijzigen ten behoeve van een vrachtwagenvoorziening. In de wijzigingsbevoegdheid is opgenomen welke functies hier toe behoren en welke voorwaarden hieraan verbonden zijn.
Wro-Zone – Wijzigingsgebied 5
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone – wijzigingsgebied 5' wijzigen in de bestemmingen "bedrijventerrein". Hieraan zijn in de regels bepaalde voorwaarden gekoppeld, zo moet de wijziging bijvoorbeeld voldoen aan de bestaande bepalingen die gelden voor de bestemming Bedrijventerrein.
Wro-Zone – Wijzigingsgebied 6
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone – wijzigingsgebied 6' wijzigen in de bestemming "Bedrijventerrein". Hieraan zijn in de regels bepaalde voorwaarden gekoppeld, zo moet de wijziging bijvoorbeeld voldoen aan de bestaande bepalingen die gelden voor de bestemming Bedrijventerrein.
Naast de bestemmingen bevat het plan een aantal algemene regels over bijvoorbeeld begrippen, de wijze van meten, algemene afwijkingen en overgangsrecht. Deze min of meer standaardregels in bestemmingsplannen worden hier verder niet toegelicht.