Plan: | Bedrijventerreinen Montferland, geconsolideerd |
---|---|
Status: | geconsolideerde versie |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1955.bplggmbdrmfgecon-gc01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Montferland, geconsolideerd met identificatienummer NL.IMRO.1955.bplggmbdrmfgecon-gc01 van de gemeente Montferland;
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 de verbeelding
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
1.4
(-)
1.5 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.6 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6a achtergevel
een gevel van een gebouw aan de tegenovergestelde zijde van de voorgevel;
1.6b afhaalpunt voor consumenten
een locatie waar de consument uitsluitend via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren, waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop en/of overige activiteiten;
1.7 afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
1.8 agrarisch bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren;
1.9 antenne-installatie
het geheel van één of meerdere antennes, antennedrager, bedrading en apparatuur- of techniekkast met bijbehorende bevestigingsconstructie dat gebruikt wordt voor het verzenden en/of ontvangen van radiofrequente elektromagnetische velden;
1.10
(-)
1.11
(-)
1.12 archeologisch monument
Terrein dat op basis van de Erfgoedwet, dan wel op basis van het overgangsrecht van die wet, is aangewezen als beschermd archeologisch monument;
1.13 archeologisch onderzoek
Onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysich onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een certificaat als bedoeld in artikel 5.1 van de Erfgoedwet en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
1.14 bebouwing
één of meer gebouwen en/of overige bouwwerken;
1.15 bebouwingspercentage
de oppervlakte van bebouwing binnen het bebouwingsvlak of bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;
1.16 bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, transporteren, op-/overslag, warehousing, bewerken, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, uitsluitend daar waar dat blijkens de verbeelding is toegestaan, met inbegrip van een afhaalpunt voor consumenten als bedoeld in artikel 1.6b. Een beroep aan huis is daaronder niet begrepen;
1.17 bedrijventerrein
een niet geluidgezoneerd terrein voor hoofdzakelijk bedrijven.
1.18 bedrijf aan huis
het bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijfsactiviteiten in (een gedeelte van) een woning en/of de bijbehorende bouwwerken en dat gericht is op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door een bewoner van de woning, met behoud van de woonfunctie in overwegende mate en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie verenigbaar is. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: een detailhandelsvestiging, kinderopvang, een horecabedrijf, een baliefunctie die niet als ondergeschikt aan het bedrijf kan worden aangemerkt of een seksbedrijf;
1.19 bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.20 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.21 beperkt kwetsbaar object
1.22 beroep aan huis
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in (een gedeelte van) een woning en/of de bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend door een bewoner van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met dien verstande dat er geen detailhandel is toegestaan met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van het beroep. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: kinderopvang, een baliefunctie die niet als ondergeschikt aan het beroep kan worden aangemerkt of een seksbedrijf;
1.23 bestaand
1.24 bestemming
de doeleinden waarvoor bepaalde gronden kunnen worden gebruikt;
1.25 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.26 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.27 Bevi-inrichting
een inrichting als bedoeld in het besluit externe veiligheid inrichtingen zoals dat geldt op het tijdstip van vaststelling van het plan;
1.28 bevoegd gezag
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
1.28a bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.29
(-)
1.30 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.31 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.32 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.33 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.34 bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel;
1.35 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en overige bouwwerken zijn toegelaten;
1.36 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.37 cultuur en ontspanning
het al dan niet bedrijfsmatig verrichten van activiteiten, gericht op vrijetijdsbesteding, creatieve uitingsvormen, spel en vermaak;
1.38 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Hieronder wordt ook verstaan verkoop via internet waarbij sprake is van publieksgerichte activiteiten, anders dan uitsluitend een afhaalpunt voor consumenten als bedoeld in artikel 1.6b;
1.39 detailhandel in volumineuze goederen
detailhandel die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een relatief groot oppervlakte nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, banden, boten, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen. Onder detailhandel in volumineuze goederen worden tevens verstaan kringloopwinkels waarvan ten minste 60% van de verkoopvloeroppervlakte voor uitstalling van volumineuze goederen bedraagt;
1.40 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij afnemers rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;
1.41
(-)
1.42 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.43 gezoneerd industrieterrein
een bedrijventerrein zoals bedoeld in artikel 1 van de Wgh. Een dergelijk bedrijventerrein biedt plaats aan 1 of meerdere grote lawaaimakers;
1.44 geluidzone
een gebied rond het betrokken industrieterrein, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan;
1.45 groepsrisico
cummulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is;
1.46 grondgebonden agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering volledig of nagenoeg volledig is gericht op het gebruik maken van grond als productiemiddel;
1.47 hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.48 horeca
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: bed & breakfast, een seksbedrijf of een bedrijf dat voorziet in het gebruik van psychotrope stoffen en/of planten, die psychotrope stoffen bevatten. Onder horeca worden tevens begrepen bioscopen en conferentie- en congrescentra;
1.49 industrieterrein
terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van inrichtingen en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van inrichtingen, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie van inrichtingen, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken;
1.50 kantoor
een gebouw, dan wel een ruimte die blijkens zijn indeling en inrichting, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
1.51 kelder
onder de begane grondvloer, of, voor zover de begane grondvloer niet overeenkomt met peil, onder peil, aanwezige constructiedeel of -delen worden niet meegerekend voor zover die zijn gelegen binnen de denkbeeldig doorgetrokken buitenwerkse gevelvlakken (en/of harten van de scheidingsmuren) én voor zover niet rechtstreeks buiten de woning bereikbaar via een hellingbaan, trap of soortgelijke toegang;
1.52 kwetsbaar object
1.53 lpg doorzet
de afzet van LPG in m³ per jaar;
1.54 maatschappelijke voorzieningen
culturele, educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen. Hieronder wordt in ieder geval verstaan voorzieningen ten zake van kinderopvang, gezondheidszorg en bejaardenzorg;
1.54a mini windturbine
een windmolen met een horitzontale of verticale rotoras die wordt gebruikt voor kleinschalige opwekking en levering van elektriciteit achter de meter of aan een accu ten behoeve van eigen gebruik, met een maximaal vermogensbereik van 6 kW;
1.55 normaal onderhoud, gebruik en beheer
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
1.56 omgevingsvergunning
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.57 onderbouw
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;
1.58 ondergeschikte detailhandel
niet-zelfstandige detailhandel, die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie, in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte goederen, tot een maximum van 10% van het vloeroppervlakte van de hoofdfunctie tot maximaal 200 m2.
1.58a ondergeschikte functie
de functie die ondersteunend is aan de primaire functie overeenkomstig de planologische bestemming van het hoofdgebouw;
1.58b overig bouwwerk
een bouwkundige constructie, geen gebouw zijnde, van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.59 overkapping
een bouwwerk dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
1.60 peil
1.60a perceel
een bij het kadaster geregistreerd stuk grond;
1.60aa perceelsgrens
grens van een perceel;
1.60b primaire functie
de functie conform de planologische bestemming van het hoofdgebouw, bijvoorbeeld het bedrijf;
1.61 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.62 PR-contour
plaatsgebonden risico contour 10-6. Dit is de kans dat een denkbeeldig persoon, die zich een jaar lang permanent op de betreffende plek bevindt (de plek waarvoor het risico is uitgerekend), dodelijk verongelukt door een ongeval. Deze kans mag niet groter zijn dan eens in de miljoen jaar;
1.63 risicovolle inrichting
1.64 seksbedrijf
een inrichting waarin bedrijfsmatig, of in de vorm alsof het bedrijfsmatig is, seksuele handelingen, dan wel in enige vorm erotisch-pornografische werkzaamheden worden uitgevoerd. Hieronder wordt begrepen:
1.65 sport en gezondheidscentrum
fitness/gezondheidscentrum, inclusief squash, fysiotherapie, kapper, zonnestudio, schoonheidssalon, diëtiste, kinderopvang, kinderdagverblijf, bowlingcentra, internet/sportcafé, groepslessen, paramedische zorg, tandarts, huisarts, gymnastiekzalen;
1.66 Staat van Bedrijfsactiviteiten
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
1.67
(-)
1.68 verkavelingskaart
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende kaart met gegevens over de beschikbare milieuruimte per kavel. Deze gegevens worden beschikbaar gesteld bij verandering, revisie of oprichting van bedrijfsactiviteiten;
1.68a verkoopvloeroppervlakte
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke inpandige ruimte ten behoeve van de detailhandel;
1.69 vloeroppervlak
de totale binnenwerks gemeten vloeroppervlakte van voor alle mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
1.69a voorerf
het gedeelte van het bouwperceel dat zich vóór het verlengde van de voorgevel bevindt;
1.70 voorgevel
de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft net meer dan één naar de weg gekeerde gevel, die gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
1.71 voorgevelrooilijn:
denkbeeldige lijn getrokken langs de voorgevel van een hoofdgebouw en het verlengde daarvan;
1.72 voorzieningen van algemeen nut
Voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;
1.73 voorziening voor het vrachtvervoer
voorziening voor met name vrachtverkeer die functioneert als rustplaats en tankvoorziening met de daarbij behorende voorzieningen voor overnachting, horeca et cetera;
1.74 wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.75 woning
een gebouw dat dient voor de huisvesting van (het huishouden) van één persoon;
1.76 zelfstandig kantoor
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congres- en vergaderaccommodatie, en de werkzaamheden niet ten dienste staan van en verbonden zijn aan de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, maar een afzonderlijke eenheid vormen;
1.76a zijgevel
een gevel van een gebouw, die niet een voorgevel of een achtergevel is;
1.77 zonebeheerplan
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende plan opgesteld ter vervulling van de in de Wet geluidhinder vastgestelde plicht om voldoende informatie beschikbaar over de geluidsruimte en binnen de zone en verdeling van geluidsruimte op het industrieterrein beschikbaar te stellen;
1.78
(-)
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de zijdelingse en achterste bouwperceelsgrens
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
2.2 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, dakkapellen uitgezonderd;
2.3 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.5 de diepte van een gebouw
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
2.6 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.7 ondergeschikte bouwdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, luchtbehandelingskasten, schoorstenen, trappen, liftschachten, installaties, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1,5 m bedraagt en de aangegeven maximale bouwhoogten met niet meer dan 35% wordt overschreden. Toepassing van dit artikel kan niet leiden tot een verkleining van het in de regels gestelde ten aanzien van de minimale afstand van gebouwen tot de zijdelingse dan wel achterste bouwperceelsgrens.
2.8 startpunt meting
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn.
2.9 tiphoogte van een mini windturbine
De voor "Agrarisch" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende overige bouwwerken, ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen.
Tevens zijn de gronden bestemd voor:
met bijbehorende overige bouwwerken, wegen en paden, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken welke ten dienste staan van deze bestemming, met dien verstande dat:
Overige bouwwerken, niet zijnde silo's, dienen aan het volgende te voldoen:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming om te zetten naar de bestemming Bedrijventerrein, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor "Bedrijf - Gasontvangststation" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en overige bouwwerken, die ten dienste van de bestemming staan.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van overige bouwwerken maximaal:
De voor "Bedrijf - Nutsvoorziening" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van overige bouwwerken maximaal 3 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' een zendmast voor telecommunicatie mag worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 40 m.
De voor "Bedrijventerrein" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede ook voor:
met bijbehorende bouwwerken, wegen en paden, laad- en losvoorzieningen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 6.2.1 geldt voor gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - overnachting' dat de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen maximaal 250 m2 mag bedragen.
Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Overige bouwwerken voldoen aan de volgende kenmerken:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2.1, onder d voor het toestaan van een bebouwingspercentage van minimaal 15 mits dit uit bedrijfsmatig oogpunt noodzakelijk is.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2.6, onder e, voor het toestaan van een antenne-installatie tot een hoogte van 40 m, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2.6, onder g, teneinde de hoogte van afzuiginstallaties, silo's e.d. te verhogen tot maximaal 30 m, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de met de omliggende gronden verbonden belangen.
Bij omgevingsvergunning kan ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - ontheffingsgebied 2' worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2.1, onder b voor het toestaan van een bouwhoogte van maximaal 18 m mits dit uit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2.6 voor het toestaan van hijsinstallaties ten behoeve van het bedrijf met een bouwhoogte van maximaal 15 m, mits is aangetoond dat de afwijkende bouwhoogte noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de met de omliggende gronden verbonden belangen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de maximale bouwhoogte van gebouwen met maximaal 10 m ten behoeve van plaatsing van mini-windturbines op bedrijfsgebouwen, mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt voorts begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken in afwijking van het vastgestelde zonebeheersplan en de verkavelingskaart.
Het gebruik van gronden binnen bouwvlakken, anders dan bedoeld in artikel 6.4.1 onder f, mogen worden gebruikt voor opslagdoeleinden met een maximale hoogte van 3 m, met dien verstande dat opslag op naar het openbaar gebied gekeerde zijde(n) door middel van een groenvoorziening visueel-ruimtelijk wordt ingepast.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1, onder a voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan,
Bij omgevingsvergunning kan ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - ontheffingsgebied 1' worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.4.1, onder e voor het toestaan van zelfstandige kantoren, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.4.1 onder f voor het toestaan van het gebruik van de in artikel 6.2.1 onder e bedoelde onbebouwde gronden ten behoeve van opslagdoeleinden tot een maximale hoogte van 3 m indien:
Bij toepassing van dit artikel geldt de verplichting van visueel-ruimtelijke inpassing door middel van een groenvoorziening, als genoemd in artikel 6.4.3., niet.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen ten behoeve van het verwijderen van de aanduidingen als genoemd in artikel 6.1, sub b tot en met p indien de betreffende activiteit waarin de aanduiding voorziet, gedurende ten minste een half jaar is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de activiteit op korte termijn wordt voortgezet.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen ten behoeve van het opnemen van de aanduiding 'risicovolle inrichting' ten behoeve van bedrijven in de categorieën 3.1 tot en met 5.1, mits uit onderzoek is gebleken dat de PR-contour, dan wel de minimaal aan te houden afstand als bedoeld in 1.63, onder b, de perceelsgrens van het betreffende bedrijf niet overschrijdt, en:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, in combinatie met het gestelde in artikel 28.3.7, het plan te wijzigen ten behoeve van het opnemen van de aanduiding 'risicovolle inrichting' ten behoeve van bedrijven in de categorieën 4.1 tot en met 5.1, waarbij uit onderzoek is gebleken dat de PR-contour, dan wel de minimaal aan te houden afstand als bedoeld in artikel 1.63, onder b, de perceelsgrens van het betreffende bedrijf overschrijdt, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 4' wijzigen ten behoeve van een vrachtwagenvoorziening bestaande uit:
met bijbehorende voorzieningen, met dien verstande dat dit niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bedrijven en omliggende gronden.
De voor "Gemengd" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, wegen en paden, laad- en losvoorzieningen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Overige bouwwerken voldoen aan de volgende kenmerken:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.2.1, onder d voor het toestaan van een bebouwingspercentage van minimaal 15 mits dit uit stedenbouwkundig oogpunt wenselijk is.
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.1.1 onder h voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan,
De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, wegen en verhardingen en met inachtneming van de keur van het waterschap.
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'jongeren ontmoetingsplek' worden gebouwd met dien verstande dat:
Bouwhoogte van overige bouwwerken maximaal:
In afwijking van het bepaalde in artikel 8.2.1 gelden voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.1 voor het toestaan van parkeervoorzieningen mits:
Burgemeester en wethouders kunnen de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' wijzigen in de bestemming "Verkeer" in verband met het doortrekken van de weg met dien verstande dat het bepaalde in artikel 13 van toepassing is.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming om te zetten naar de bestemming Bedrijventerrein, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor "Kantoor" aangewezen gronden zijn bestemd voor kantoren, niet zijnde een kwetsbaar object,, met bijbehorende bouwwerken, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Overige bouwwerken voldoen aan de volgende kenmerken:
Burgemeester en wethouders kunnen de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 5' wijzigen in de bestemming "Bedrijventerrein", met dien verstande dat:
De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, wegen en paden, verkeers- en parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van overige bouwwerken maximaal:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' wijzigen in de bestemming "Bedrijventerrein"; met dien verstande dat:
De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende overige bouwwerken, wegen en paden.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van overige bouwwerken, maximaal 2 m.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 11.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuurwaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.3.1 wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van een onafhankelijk landschapsdeskundige.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.3.1 is nodig voor:
De voor "Tuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 12.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 12.2.1 gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte | ||||
pergola's | 3 m | ||||
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op of rond een terrein waarop een gebouw staat: | 2 m | ||||
overige erf- of perceelafscheidingen: | 1 m | ||||
overige bouwwerken | 2 m |
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sublid 12.2.2 onder d, ten behoeve van het bouwen van erf- of perceelafscheidingen tot een bouwhoogte van 2 m, uitsluitend achter de voorgevelrooilijn.
De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Uitsluitend gebouwen ten behoeve van de bestemming mogen worden gebouwd, met dien verstande dat:
Bouwhoogte van overige bouwwerken:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 13.2.2 voor het toestaan van een antenne-installatie tot een hoogte van 40 m, mits:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van de gronden in afwijking van het aangegeven dwarsprofiel (bijlage 7).
De voor "Verkeer - Railverkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Uitsluitend gebouwen ten behoeve van de bestemming mogen worden gebouwd, met dien verstande dat:
Bouwhoogte van overige bouwwerken:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14.2.2 voor het toestaan van een antenne-installatie tot een hoogte van 40 m, mits:
De voor "Verkeer - Verblijfsgebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Uitsluitend gebouwen ten behoeve van de bestemming mogen worden gebouwd, met dien verstande dat:
Bouwhoogte van overige bouwwerken:
In afwijking van het bepaalde in artikel 15.2.1 gelden voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 15.2.2 voor het toestaan van een antenne-installatie tot een hoogte van 40 m, mits:
De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende overige bouwwerken waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van overige bouwwerken anders dan voor de waterwegaanduiding, geleiding of tolheffing, maximaal 4 m.
De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken.
Het aantal woningen bedraagt maximaal het bestaande aantal ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 17.1 mogen uitsluitend worden gebouwd woningen, bijbehorende bouwwerken en overige bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair. Bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2'.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 17.2.1 gelden de volgende bepalingen:
woningen
naam aanduiding | bouwwijze |
twee-aan-een | halfvrijstaand of vrijstaand |
vrijstaand | vrijstaand |
bouwwijze | max. diepte |
twee-aan-een | 12 m |
vrijstaand | 15 m |
bijbehorende bouwwerken
overige bouwwerken
bouwwerken | max. bouwhoogte | ||||
pergola's | 3 m | ||||
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein waarop een gebouw staat: | 2 m | ||||
overige erf- of perceelafscheidingen: | 1 m | ||||
overige bouwwerken: | 4,5 m |
vloeroppervlakte beroep aan huis
bepalingen ten aanzien van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2'
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 17.1, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:
De voor "Leiding - Gas" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende overige bouwwerken.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen, mag uitsluitend ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van overige bouwwerken maximaal 3 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 18.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 18.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.4.1 is nodig voor:
De voor "Leiding - Riool" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende overige bouwwerken.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen, mag uitsluitend ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van overige bouwwerken zijnde maximaal 3 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 19.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.4.1 is nodig voor:
De voor "Leiding - Water" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende overige bouwwerken.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen, mag uitsluitend ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwhoogte van overige bouwwerken maximaal 3 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 20.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.4.1 is nodig voor:
De voor "Waarde - Archeologie" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van de archeologische waarden in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde onder 21.2.1 sub a geldt niet indien:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit (archeologisch) onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende andere werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het onder 21.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
In de situatie als bedoeld in sublid 21.4.3, onder a., sub 2 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie" geheel of gedeeltelijk te laten vervallen indien op basis van nader (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
De voor 'Waarde - Archeologische Verwachting 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde onder 22.2.1 sub a dan wel b geldt niet indien:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit (archeologisch) onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het onder 22.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
In de situatie als bedoeld in sublid 22.4.3, onder a., sub 2 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologische Verwachting 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Het bepaalde onder 23.2.1 sub a geldt niet indien:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit (archeologisch) onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het onder 23.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
In de situatie als bedoeld in sublid 23.4.3, onder a., sub 2 kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologische Verwachting 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde onder 24.2.1 sub a geldt niet indien:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit (archeologisch) onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het onder 24.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
In de situatie als bedoeld in sublid 24.4.3, onder a., sub 2 kan het gevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, situering en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:
Voor de gronden van dit plan gelden de minimale parkeernormen van het CROW voor matig stedelijk gebied zoals opgenomen in bijlage 2 van de regels.
Tot een strijdig gebruik met deze regels wordt in ieder geval niet gerekend:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 27.2 voor het toepassen van een lagere parkeernorm:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - gezoneerd industrieterrein' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een gezoneerd industrieterrein.
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken in afwijking van het vastgestelde zonebeheersplan of in afwijking van de verkavelingskaarten, zoals opgenomen als bijlagen bij deze regels.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.
In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen mogen geen nieuwe geluidsgevoelige functies worden gerealiseerd, tenzij uit akoestisch rapport blijkt dat wordt voldaan of kan worden voldaan aan de geluidsnormen op grond van de Wet geluidhinder.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een risicovolle inrichting.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen, zijn op de in artikel 28.3.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 28.3.2 voor het toestaan van de in dat artikel genoemde functies en het bouwen van gebouwen ten behoeve van die functies voor zover in overeenstemming met de andere bestemming, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen ten behoeve van het verwijderen van de aanduiding 'veiligheidszone' indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen ten behoeve van het verkleinen van de aanduiding 'veiligheidszone' indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen ten behoeve van het vergroten van de aanduiding 'veiligheidszone' indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen ten behoeve van het opnemen van de aanduiding 'veiligheidszone' indien:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een lpg-installatie.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen, zijn op de in artikel 28.4.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 28.4.2 voor het toestaan van de in dat artikel genoemde functies en het bouwen van gebouwen ten behoeve van die functies voor zover in overeenstemming met de andere bestemming, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen ten behoeve van het verwijderen van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen ten behoeve van het verkleinen van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen ten behoeve van het vergroten van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen ten behoeve van het opnemen van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' indien:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' wijzigen in de bestemmingen "Verkeer - Verblijfsgebied" en / of "Bedrijventerrein" met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 6' wijzigen in de bestemming "Bedrijventerrein" met dien verstande dat:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - archeologie vervallen' zijn niet (meer) aangewezen voor behoud en bescherming van de archeologische waarden in de bodem. Op deze gronden gelden geen beperkingen die verband houden met eventueel aanwezige archeologische waarden in de bodem.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan:
Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 29.1.1 onder c kan niet worden verleend voor zover deze betrekking heeft op het afwijken van de maximaal toegestane bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – afwijking bouwhoogte uitgesloten'.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.1 kan slechts worden verleend, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 31.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 31.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 31.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 31.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 31.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 31.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland, geconsolideerd'.