3.1.1
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf;
-
b. aanleg van landschapselementen ter versterking van het landschap;
-
c. het (hobbymatig) houden van dieren en telen van gewassen;
-
d. voorzieningen ten behoeve van extensieve dagrecreatie, zoals fiets- en voetpaden en picknickplaatsen voor zover de agrarische bedrijvigheid niet word belemmerd;
-
e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen;
-
f. nutsvoorzieningen;
een en ander met bijbehorende voorzieningen.