Plan: | 'Buitengebied Didam, herziening Hengelderweg 6 en 10' |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1955.bplgbgbbdrhengw610-on01 |
Het Streekplan Gelderland 2005 (sinds de invoering van de Wro in juli 2008 heeft het streekplan de status van structuurvisie) heeft als uitgangspunt ‘verbetering van de ruimtelijke kwaliteit’. Dit uit zich op tal van terreinen, zoals de stedelijke vernieuwingsopgave, de ontwikkeling van het platteland en de toenemende aandacht voor water als ordenend principe. Het streekplan geeft het provinciale ruimtelijk beleid voor de komende jaren op hoofdlijnen aan. Die lijnen zijn herkenbaar in de “ruimtelijke hoofdstructuur”. Voor het landelijk gebied geldt dat regio’s en gemeenten meer vrijheid krijgen om ruimte voor wonen en werken te verdelen.
Op de streekplankaart ligt het plangebied in het 'multifunctioneel gebied', meer specifiek is dit het 'multifunctioneel platteland'. In het provinciaal planologisch beleid wordt op deze gebieden geen expliciete provinciale sturing gericht.
Vitaliteit van de multifunctionele gebieden wordt bevorderd door planologische beleidsvrijheid voor samenwerkende gemeenten, onder andere gericht op nieuwe economische dragers: het betreft hier het bieden van werkgelegenheid buiten de landbouw. Deze nieuwe economische dragers kunnen vooral worden geaccommodeerd in en bij bestaande kernen en in vrijgekomen agrarische bebouwing. Het hergebruik op de locatie moet gepaard gaan met een aanzienlijke kwaliteitsverbetering. De nieuwe functies mogen de bedrijfsontwikkeling van agrarische bedrijven in de omgeving niet belemmeren. Ook mogen de functies niet leiden tot knelpunten in de verkeersafwikkeling.
In het multifunctioneel gebied zijn de gebiedsfuncties medebepalend voor de vestigingsmogelijkheden op nieuwe bouwlocaties. De provincie wil bevorderen dat gebouwen in het buitengebied die hun huidige functie verliezen of verloren hebben, op een goede wijze kunnen worden (her)gebruikt. Dit moet bijdragen aan een impuls voor de leefbaarheid, vitaliteit en ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied. Naast wonen ondersteunen ook niet-agrarische werkfuncties in het buitengebied de vitaliteit van het landelijk gebied. De provincie wil functieverandering van vrijgekomen gebouwen in het buitengebied naar kleinschalige vormen van niet-agrarische bedrijvigheid mogelijk maken. Grootschalige bedrijvigheid en/of bedrijven die veel mobiliteit genereren horen thuis op een bedrijventerrein, en niet in het buitengebied.
Gemeenten kunnen de mogelijkheden – mede in relatie tot hun beleid voor lokale bedrijventerreinen – voor aard en type van bedrijvigheid in vrijgekomen gebouwen in het buitengebied uitwerken.
De herontwikkeling van de locatie Hengelderweg 6-10 is passend binnen de uitgangspunten van het provinciale beleid. De locatie is gelegen in het multifunctioneel gebied, aansluitend aan de kern. Er is sprake van een oplossing van knelpunten en er is sprake van nieuwe economische dragers bij een bestaande kern. Belangrijk is dat voldaan wordt aan de uitgangspunten dat er sprake dient te zijn van een kwaliteitsverbetering, dat bestaande (agrarische) bedrijven in de omgeving niet worden belemmerd in hun mogelijkheden en dat geen sprake is van knelpunten in de verkeersafwikkeling.
Op 19 januari 2011 heeft met de provincie een overleg plaatsgevonden ten aanzien van de voorgestane ontwikkeling. Daarbij is door de provincie aangegeven dat gelet op de nieuwe situatie feitelijk geen sprake is van functieverandering, doch van de ontwikkeling van een nieuwe bedrijventerrein aan de rand van de kom. Bereidheid tot medewerking is getoond indien de zoekzone voor uitbreiding van het bedrijventerrein bij Kollenburg met een gelijke omvang als die van het plangebied zou worden verkleind.
De aangeduide zoekzone bij Kollenburg zal worden verkleind met een omvang gelijk aan die van het plangebied (ca. 3,1 ha). Een en ander zal vervolgens bij de periodieke actualisatie van de kaart 'Verstedelijking' (behorende bij de Provinciale Verordening) worden vastgelegd.