direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen - 1
Plan: Buitengebied Didam, partiële herziening Pakopseweg 1/1a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bplgbgbalgpakopwg1-VA01

Artikel 3 Wonen - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Wonen - 1” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van een vrijstaande woning;
  • b. aan huis verbonden beroepen;
  • c. bed- en breakfast;
  • d. bouwkundige voorzieningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie, waar dit op grond van 3.4.2 kan worden en wordt toegestaan;

Één en ander met bijbehorende overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

3.2 Bouwregels
3.2.1

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan 1;
  • c. de inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan 800 m3 dan wel tot maximaal de bestaande grotere inhoud van de woning;
  • d. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 4,5 en 9 meter, dan wel tot maximaal de bestaande hogere goot- en bouwhoogte(n) van de woning;
  • e. bouwkundige voorzieningen zijn toegestaan ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie, waar dit op grond van 3.4.2 kan worden en wordt toegestaan.
3.2.2

Voor het bouwen van bijgebouwen bij woningen, waaronder begrepen hobbykassen, dierenverblijven en soortgelijke gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m2 per woning;
  • c. indien de bestaande oppervlakte aan bijgebouwen groter is dan 100 m2, dan is maximaal de bestaande grotere oppervlakte toegestaan, waarbij geen verhoging van goot- en bouwhoogte en wijziging van de situering van de bestaande bijgebouwen mag plaatsvinden;
  • d. indien sanering of reductie van bijgebouwen heeft plaatsgevonden wordt als bestaande oppervlakte aan bijgebouwen aangemerkt die oppervlakte die na reductie of sanering op het perceel aanwezig is;
  • e. de goot- en bouwhoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3 en meter 6 meter, dan wel tot maximaal de bestaande hogere goot- en bouwhoogte(n);
  • f. voor inpandige bijgebouwen mag de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan de goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw.
3.2.3

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. gebouwd binnen het bestemmingsvlak;
  • b. erf- en terreinafscheidingen zijn niet toegestaan;
  • c. de maatvoering van de bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan aangegeven in de onderstaande tabel:

Functie van het bouwwerk   Bouwhoogte (m)  
Overkappingen en pergola's (niet zijnde onderdeel van het dakvlak)   3  
Overige bouwwerken geen gebouw zijnde   2  

3.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  • a. het gebruik van een woning ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie;
  • b. het gebruik van gedeelten van de woning of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    • 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis, waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
    • 3. buitenopslag plaatsvindt;
    • 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt.
  • c. het gebruik ten behoeve van een bedrijf aan huis;
  • d. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.3 onder c ten behoeve van het vestigen van een bedrijf aan huis, mits:

  • a. het betreft beroeps- en bedrijfsactiviteiten die in de van deze regels deeluitmakende bijlage 1 (staat van bedrijfsactiviteiten) zijn aangeduid als categorie 1 en 2, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld voor wat betreft hun gevolgen voor de omgeving;
  • b. het bedrijf aan huis (binnen de bebouwing) wordt uigeoefend door één van de bewoners van het woonhuis, waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
  • c. de beroepsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
  • d. geen buitenopslag plaatsvindt;
  • e. parkeren op eigen erf plaatsvindt;
  • f. de beroeps- en bedrijfsactiviteiten door hun aard en visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties, het landelijk karakter van de omgeving niet onevenredig aantasten;
  • g. het betreffende bedrijf aan huis geen belemmering mag opleveren voor omliggende functies;
  • h. een aanvaardbaar woon- en leefklimaat gegarandeerd is op de betreffende locatie van het bedrijf aan huis;
  • i. het geen horeca of detailhandel betreft.
3.4.2

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.3 onder a ten behoeve van het toestaan van een zelfstandige inwoningsituatie, mits aangetoond dat wordt voldaan aan de bouwtechnische voorwaarden.