direct naar inhoud van 3.3 Regionaal beleid
Plan: Buitengebied, Korenhorsterweg 8 - 10 Lengel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bplgbgbalgkhw8en10-va01

3.3 Regionaal beleid

3.3.1 Regionaal Plan 2005-2020

Voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen (SAN), waar de gemeente Montferland ook deel van uitmaakt, is in 2006 het Regionaal Plan 2005-2020 vastgesteld. De SAN legt in dit plan de gemeenschappelijke beleidsambities vast voor de ontwikkeling van de regio Arnhem-Nijmegen. Dit regionaal plan laat zien hoe de betrokken gemeenten binnen de stadsregio streven naar een hoogwaardige regionale ontwikkeling van het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen als geheel. Er worden vier doelstellingen onderscheiden:

  • versterken van het economisch vestigingsklimaat;
  • verbetering van de bereikbaarheid;
  • vergroten van de toegankelijkheid en aantrekkelijkheid van het landelijk gebied voor de natuur en voor de recreatie;
  • verbeteren van de kwaliteit van het wonen in stad, dorp en landelijk gebied, waarbij de relatie met landschap, bereikbaarheid en voorzieningen kwaliteitsfactoren zijn.

De stadsregio zet met dit plan in op het verbeteren van de bestaande kwaliteiten in stad en land boven nieuw ruimtebeslag.

Conclusie
De verbouwing van de voormalige bedrijfsschuur voor recreatieve doeleinden in de vorm van een groepsaccomodatie sluit aan bij het beleid van het Regionaal Plan 2005-2020. Deze ontwikkeling stimuleert de aantrekkelijkheid van het landelijk gebied voor de natuur en voor de recreatie. Bovendien worden de kernkwaliteiten van het waardevol landschap met deze ontwikkeling niet aangetast. De openheid en zichtlijnen van het landschap blijven behouden.

3.3.2 Landschapsontwikkelingsplan Van nieuwe noabers en brood op de plank'

De gemeenten Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek hebben gezamenlijk een landschapsontwikkelingsplan 'Van nieuwe naobers en brood op de plank' opgesteld.

Dit Landschapsontwikkelingsplan (LOP) biedt de gemeenten Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek de mogelijkheid de landschappelijke eenheid en kwaliteit in onze gemeente te versterken en toch ruimte te bieden aan bestaande bedrijven en nieuwe ontwikkelingen in de toekomst.

In het landschap van de gemeenten kunnen zes landschappelijke ensembles onderscheiden worden:

  • 1. de Montferlandsche Berg met krans van dorpen;
  • 2. de historische rivierterrassen van de oeroude IJssel rondom Azewijn en de Aa-strang;
  • 3. de dorpen en rivierduinen langs de Oude IJssel;
  • 4. het zandgebied rondom Didam en Wehl;
  • 5. het zandgebied rondom Varsseveld;
  • 6. en de Stad Doetinchem.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.bplgbgbalgkhw8en10-va01_0009.jpg"

Uitsnede landschappelijke ensembles met globale aanduiding plangebied (rood)

Volgens de visie in het Landschapsontwikkelingsplan ligt het plangebied op de scheiding tussen 'De parelketting van dorpen en erven' en de 'Broeklanden'.

De parelsnoer van dorpen en erven is een zone met dorpen en erven rondom de berg waar uiteenlopende initiatieven plaatsvinden, die het gebied kwaliteit brengen, maar soms ook rommelig overkomen. In dit overgangsgebied van hoog naar laag kan het blijven zinderen van initiatieven op de erven, maar dient het stimuleren van goede voorbeelden een kwaliteitsimpuls te genereren. Zo kan bijvoorbeeld jaarlijks een prijs voor het mooiste erf worden uitgereikt, elk jaar in het volgende dorp rond de berg. En door langs de omringende weg tussen de dorpen lindes aan te planten zal het aangezicht en de identiteit van de parelketting van dorpen worden versterkt. Tussen de dorpen kunnen nieuwe landgoederen een plek krijgen die een brug slaan tussen de open akkers en de broekgebieden.

De broekgebieden liggen in een ring rondom de voet van de berg. In de broekgebieden kwelt het grondwater uit de berg op. Hier vinden ook allerlei economische en recreatieve activiteiten plaats, die, ook door hun relatieve grootschaligheid, in het landschap ingepast moeten worden. Dit zijn voorbeeld de bedrijventerreinen van Loerbeek en 's-Heerenberg en het Stroombroek. Ter verevening van nieuwe uitbreidingen kan een bijdrage aan een landschappelijke inpassing met elzensingels en elzenbossen worden gevraagd.

Conclusie
De ontwikkeling van de groepsaccomodatie past binnen het Landschapsontwikkelingsplan. Met de ontwikkeling wordt de kwaliteit en de openheid van het omliggende landschap gewaarborgd. Tevens is er voor de locatie een landschappelijk inpassingsplan gemaakt.