Plan: | Zeddam, Padevoortseallee 34/34A |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1955.Bpsgzddwonpadevoor-on01 |
Het bestemmingsplan Zeddam, Padevoortseallee 34/34A met identificatienummer NL.IMRO.1955.Bpsgzddwonpadevoor-on01 van de gemeente Montferland;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
De analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
Terrein dat op basis van de Monumentenwet 1988 dan wel gemeentelijke verordening is aangewezen als beschermd archeologisch monument;
Onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 MW en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
De oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;
Een bedrijf dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door een bewoner van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: het voeren van kappersactiviteiten, een detailhandelsvestiging, een horecabedrijf, een baliefunctie die niet als ondergeschikt aan het bedrijf kan worden aangemerkt, een seksbedrijf of prostitutie in welke vorm dan ook;
Het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, financieel, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, persoonlijk, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of daarmee gelijk te stellen gebied, in de woning en de bijbehorende bouwwerken daarvan, met behoud van de woonfunctie in overwegende mate en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie verenigbaar is. In ieder geval wordt hieronder niet verstaan: het voeren van een baliefunctie die niet als ondergeschikt aan het beroep kan worden aangemerkt, een seksbedrijf of een beroep in de prostitutie, in welke vorm dan ook. Hieronder wordt wel verstaan een kleinschalige voorziening ten behoeve van kinderopvang;
De doeleinden waarvoor bepaalde gronden kunnen worden gebruikt;
De grens van een bestemmingsvlak;
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
De grens van een bouwvlak;
Een al dan niet doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
De grens van een bouwperceel;
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
Een bijbehorend bouwwerk, zijnde een bij de woning of wooneenheid behorend vrijstaand of aaneengebouwd gebouw, zoals een garage, berging of hobbyruimte niet zijnde een (tunnel)kas of daarmee gelijk te stellen bouwwerk, dat niet voor bewoning is bestemd en naar aard en omvang ondergeschikt is aan de woning of wooneenheid;
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel wordt tevens verstaan verkoop via het internet, waarbij sprake is van publieksgerichte activiteiten in de vorm van een showroom en/of een afhaalpunt voor consumenten;
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij afnemers rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
Een of meer gebouwen, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
Hotel, pension, restaurant, café, cafetaria of daaraan verwante inrichting, waar tegen vergoeding logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt, een en ander tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, met uitzondering van nachtclubs, discotheken, dancings of soortgelijke inrichtingen; onder horeca is in ieder geval niet begrepen een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig gelegenheid wordt gegeven tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling;
Een gebouw, dan wel een ruimte die blijkens zijn indeling en inrichting, dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
Onder de begane grondvloer, of, voor zover de begane grondvloer niet overeenkomt met peil, onder peil, aanwezige constructiedeel of -delen worden niet meegerekend voor zover die zijn gelegen binnen de denkbeeldig doorgetrokken buitenwerkse gevelvlakken (en/of harten van de scheidingsmuren) én voor zover niet rechtstreeks buiten de woning bereikbaar via een hellingbaan, trap of soortgelijke toegang;
Een door windkracht aangedreven krachtwerktuig van monumentale waarde, inclusief het bouwwerk waarin bedoeld werktuig zich bevindt, dat specifiek is opgericht, bestemd of geschikt is voor de uitoefening van het maalbedrijf;
De omgeving van een molen gelegen binnen een straal van 400 meter, gerekend vanaf het middelpunt van de molen;
Een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;
De functie die ondersteunend is aan de primaire functie overeenkomstig de planologische bestemming van het hoofdgebouw. Bij een woning zal dat in het merendeel van de gevallen gaan om een garage/berging, bijkeuken, atelier, tuinhuisje, fietsenberging of hobbyruimte;
Een bouwkundige constructie -geen bouwwerk zijnde- van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
Een bouwwerk dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
De functie conform de planologische bestemming van het hoofdgebouw, bijvoorbeeld de woning;
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
Een inrichting waarin bedrijfsmatig, of in de vorm alsof het bedrijfsmatig is, seksuele handelingen, dan wel in enige vorm erotisch-pornografische werkzaamheden worden uitgevoerd. Hieronder wordt begrepen:
Het al dan niet geheel afbreken van gebouwen en andere bouwwerken;
Een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
Een bouwlaag van een gebouw gelegen boven de bouwlaag op de begane grond;
De totale binnenwerks gemeten oppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
De naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw.
Denkbeeldige lijn getrokken langs de voorgevel van een gebouw en het verlengde daarvan;
Een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
Een gebouw dat dient voor de huisvesting van (het huishouden van) één persoon (of twee, indien er sprake is van een zelfstandige inwoningsituatie);
Een gevel van een gebouw, die niet een voorgevel of een achtergevel is;
Een woning, functioneel ingericht op het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak al dan niet door middel van gemeenschappelijke voorzieningen en kantoren.
Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
Tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, dakkapellen uitgezonderd;
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
De diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, luchtbehandelingskasten, schoorstenen, liftschachten, installaties, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen en de aangegeven maximale bouwhoogten, niet meer dan 1,5 m bedraagt.
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in artikel 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in artikel 3.2.1, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in artikel 3.2.2, onder e, ten behoeve van het bouwen van erf- of perceelafscheidingen tot een hoogte van 2 m, uitsluitend achter de voorgevelrooilijn.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in artikel 4.1, mogen uitsluitend worden gebouwd woningen, bijbehorende bouwwerken en overige bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in artikel 4.2.1 gelden de volgende bepalingen:
woningen
bijbehorende bouwwerken
overige bouwwerken
vloeroppervlakte aan huis gebonden beroep
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in artikel 4.1, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Het bepaalde onder in artikel 5.2.1 onder a geldt niet indien:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit (archeologisch) onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder omgevingsvergunning de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 5.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
In de situatie als bedoeld in artikel 5.4.3, onder a., sub 2 kan het gevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor de gronden van dit plan gelden de minimale parkeernormen van het CROW voor weinig stedelijk gebied zoals opgenomen in bijlage 2 van de regels.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.1 voor het toepassen van een lagere parkeernorm:
Tot een gebruik in strijd met deze regels wordt in ieder geval gerekend:
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' als zodanig aangeduide windvangzone rondom molens mogen de bouwhoogte van bouwwerken en de hoogte van beplanting niet meer bedragen dan per molen in onderstaand schema is aangegeven:
1) is de hoogte van het onderste punt van de verticaal staande wiek van de betreffende molen.
De in artikel 9.2.1 vervatte maximale bouwhoogte van bouwwerken geldt niet voor bouwwerken die worden gebouwd ter uitvoering van dit bestemmingsplan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 9.2.1, voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), onder voorwaarde dat de windvang van de molen en/of de waarde van de molen als landschapsbepalend element daardoor niet onevenredig wordt aangetast.
Onverminderd het overige in deze regels met betrekking tot omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden bepaalde, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de hierna aangegeven werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 9.2.4 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.2.4 mag alleen en moet worden geweigerd, als door het uitvoeren van het werk of door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het functioneren van de molen. Dit geldt voor de molen als werktuig door windbelemmering maar dit kan ook voor de waarde van de molen als landschapsbepalend element. Door het stellen van voorwaarden kan hier niet of in onvoldoende mate aan tegemoet gekomen worden.
Voor de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.2.4 moet advies ingewonnen worden bij de beheerder van de molen.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de landschappelijke (kern-)kwaliteiten, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, bij omgevingsvergunning afwijken van deze planregels:
de inhoud van wooneenheden, zoals bedoeld in artikel 4.2;
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Zeddam, Padevoortseallee 34/34A'.