direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied (derde herziening), wijziging Koningsweg 17 te Didam
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.wplgbgwonkonweg17-on01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Bij brief van 25 maart 2016 is namens de eigenaar van het perceel Koningsweg 17 te Didam een verzoek ingediend bij de gemeente Montferland tot vergroting van het bouwvlak voor dat zelfde perceel om de realisatie van een bijgebouw (100m²) mogelijk te maken.

Wij hebben bij brief van 12 september 2017 aangegeven, bereid te zijn medewerking te willen verlenen aan het verzoek mits een goede ruimtelijke onderbouwing zou uitwijzen dat aan alle noodzakelijke voorwaarden, zoals opgenomen in de artikelen 43.7 en 27.2.3 uit het bestemmingsplan 'Buitengebied', wordt voldaan.

Om het initiatief mogelijk te maken, is het voorliggende wijzigingsplan, genaamd 'Bestemmingsplan Buitengebied (derde herziening) wijziging Koningsweg 17 te Didam' opgesteld. Het wijzigingsplan bestaat uit een toelichting, regels en een verbeelding. In de toelichting van het wijzigingsplan wordt ingegaan op de ruimtelijke en milieu-technische haalbaarheid van het plan. De regels en de verbeelding dienen in samenhang met elkaar te worden gelezen en geven de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden binnen het plangebied van dit wijzigingsplan weer.

Opbouw van het rapport
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de huidige situatie, de toekomstige situatie en het geldend planologische regime. De uitvoeringsaspecten zoals bodem en archeologie komen in hoofdstuk 3 aan bod. In hoofdstuk 4 volgt de juridische toelichting en hoofdstuk 5 tenslotte beschrijft de uitvoerbaarheid.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Huidige situatie

De planlocatie ligt in het buitengebied van de gemeente Montferland, ten zuidoosten van de kern Didam en ten westen van de kern Loerbeek. De locatie wordt aan de noordzijde begrensd door de Beekseweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgwonkonweg17-on01_0001.png"

Afbeelding 1: Globale ligging Koningsweg 17


Op de planlocatie is momenteel een woonhuis gesitueerd waarbij zich verschillende bijgebouwen bevinden. Daarnaast bevindt zich aaneengesloten achter de woning een bijgebouw dat zal worden verbouwd tot een bij de woning behorende ruimte. De inrit naar de locatie is gelegen buiten het bestemmingsvlak wonen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgwonkonweg17-on01_0002.png" afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgwonkonweg17-on01_0003.png"

Afbeelding 2: planlocatie

Voor het uitvoeren van verschillende hobby's zoals tractoren, werktuigen en het houden van pony's, is volgens de verzoekers meer ruimte nodig. De wens van de bewoners is om de aanwezige losstaande bijgebouwen te slopen en hiervoor in de plaats één bijgebouw van 100m² te plaatsen met een overkapping van 50m² en een paardenstal van 10m².

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgwonkonweg17-on01_0004.png"

Afbeelding 3: Bestaande situatie

Landschappelijke context

Het perceel is volgens het 'Beeldkwaliteitsplan Buitengebied' gelegen in het voormalige boslandschap. Voorheen was dit gebied een aaneengesloten boslandschap dat de landgoederen 'De Bijvanck' en het 'Stille Wald' met elkaar verbond. Het voormalige boslandschap heeft een flinke transformatie ondergaan door diverse ontwikkelingen. Met name de aanleg van de A18 en schaalvergroting in de landbouw hebben een grote invloed gehad op de huidige verschijningsvorm van het landschap. Door doorsnijding van het landschap door de A18, liggen er zowel rechthoekige als grillige vormgegeven percelen. De erven kennen hierdoor een zeer verspreide ligging over het landschap. Plaatselijk resteren nog landschapselementen, zoals bospercelen en houtwallen/-singels. Deze restanten bieden echter niet genoeg structuur om een eenheid in het landschap aan te brengen, waardoor het geheel nogal onsamenhangend oogt.
Enkele delen van het gebied hebben een aangename kleinschaligheid door aanwezige landschapselementen. Echter ligt er ook een groot aantal agrarische bedrijven in een zeer open landschap. Deze bedrijven hebben een vrij dominante positie in het landschap doordat ondersteunende beplanting mist. De erven hebben geen uitgesproken diepte of lengterichting en de erfindeling varieert vaak ook sterk.
Voor een leesbaarder en aantrekkelijker landschap is dan ook noodzakelijk meer samenhang te creëren tussen de landschapselementen en de erven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgwonkonweg17-on01_0005.png"

Afbeelding 4: Planlocatie:1900

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgwonkonweg17-on01_0006.png"

Afbeelding 5: Planlocatie: 1950

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgwonkonweg17-on01_0007.png"

Afbeelding 6: Planlocatie: 2017

Aandachtspunten beeldkwaliteit
Gelet op de historie van het gebied, wordt een kleinschaliger landschap nagestreefd. Voorkomen dient te worden dat grootschalige erven kaal in het landschap komen te liggen. Door het toevoegen van bospercelen en/of houtwallen/-singels bij uitbreiding van percelen of functieverandering van agrarische bedrijven, wordt tegelijk geïnvesteerd in een meer samenhangend en aantrekkelijker landschap.

2.2 Toekomstige situatie

De losstaande bijgebouwen (36m²) die momenteel aanwezig zijn op het perceel zullen worden gesloopt. Het bijgebouw (178m³) achter de woning zal worden betrokken bij de woning (268m³) die daardoor een inhoud krijgt van 446 m³, voor zover aan de orde wordt daarvoor een omgevingsvergunning aangevraagd. Het bestemmingsvlak wordt aan de achterkant vergroot zodat de nieuw te bouwen schuur op door verzoekers gewenste afstand van de woning kan worden geplaatst. Momenteel is het erf achter de woning volgens hen namelijk erg klein. Vergroting van het bestemmingsvlak is volgens de verzoekers noodzakelijk om het woongenot te optimaliseren en gevaar voor brandoverslag te minimaliseren.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgwonkonweg17-on01_0008.png"
Afbeelding 7: Erfinrichting

De bestaande inrit maakt geen onderdeel uit van de vergroting van het bestemmingsvlak. Dit wordt in een op volgende actualisatie van het bestemmingsplan''Buitengebied' alsnog geregeld.

2.3 Geldend planologisch regime

In het bestemmingsplan 'Buitengebied' heeft de locatie Koningsweg 17 te Didam de bestemming ´wonen´. De locatie is voorts voorzien van de dubbelbestemming Waarde- Archeologische Verwachting 1. De inrit is gelegen binnen de bestemming 'agrarisch'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgwonkonweg17-on01_0009.png"

Afbeelding 8: Planologische situatie

In artikel 43.7 van het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied', zoals deze geldt na de derde herziening, is een wijzigingsregel opgenomen die het verschuiven en/of vergroten van het bestemmingsvlak 'wonen' mogelijk maakt. De voorgenomen ontwikkeling is getoetst aan de onderstaande wijzigingsvoorwaarden zoals genoemd in dit artikel.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgwonkonweg17-on01_0010.png"

Daarnaast dient de nog te realiseren schuur te voldoen aan artikel 27.2.3. ('Bouwregels (inpandige) bijgebouwen') bestemmingsplan 'Buitengebied'. De toetsing is verwerkt in de tabellen zoals opgenomen in het volgende hoofdstuk. Hieruit kan geconcludeerd worden dat wordt voldaan aan de voorwaarden voor vergroting en/of verschuiving van het bestemmingsvlak 'wonen'.

Hoofdstuk 3 Ruimtelijke en milieutechnische haalbaarheid

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan. Dat wil zeggen, de toets aan de wijzigingsvoorwaarden en de milieutechnische onderzoeken. In het kader van de uitvoerbaarheid is een ruimtelijke onderbouwing aangeleverd ('Ruimtelijke onderbouwing Koningsweg 17 in Didam, maart 2018 met de daaraan ten grondslag liggende onderzoeken naar bodem en archeologie). Zowel de ingediende ruimtelijke onderbouwing als de bijbehorende onderzoeken zijn als bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan opgenomen.

3.1 Toets wijzigingsvoorwaarden

In deze paragraaf zijn tabellen opgenomen met hierin vermeld de toets aan de wijzigingsvoorwaarden vegroting/verschuiving van het bouwvlak en bouwregels bijgebouwen zoals opgenomen in artikel 43.7 en artikel 27.2.3 van het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied'.

Art.   Voorwaarden uit bestemmingsplan
Buitengebied artikel 43.7 Wijziging vormgeving/uitbreiding bestemmingsvlak Wonen  
Toetsing  
43.7.a   Het betreft geen bestemmingsvlak welke onderdeel vormt van een functieveranderingslocatie, zoals opgenomen in Bijlage 7 bij de regels bestemmingsplan 'Buitengebied'   De locatie Koningsweg 17 vormt geen onderdeel van een functieveranderingslocatie zoals opgenomen in bijlage 7 van het bestemmingsplan 'Buitengebied'  
43.7.b   Het bestemmingsvlak krijgt in de nieuwe situatie een compacte vorm en blijft voor ten minste 50% van de oppervlakte van de daarin begrepen gronden, de zelfde gronden omvatten als ten tijde van het inwerkingtreden van het plan.   In de nieuwe situatie heeft het bestemmingsvlak een compacte vorm. De vorm van het huidige bestemmingsvlak wordt niet gewijzigd enkel vergroot. Het nieuwe bestemmingsvlak omvat dan ook voor ten minste 50% gronden van het bestaande bestemmingsvlak.  
43.7.c   Het bestemmingsvlak wordt met niet meer dan 50% vergroot en de noodzaak hiertoe is aangetoond (exclusief toegangsweg).   Het huidige bestemmingsvlak heeft een oppervlakte van 838m² en krijgt een oppervlakte van 1210m². Het bestemmingsvlak wordt met 44,39% vergroot.  
43.7.d   De wijziging heeft niet tot gevolg dat bebouwing buiten het bestemmingsvlak komt te liggen.   De huidige en toekomstige bebouwing komt door de vergroting niet buiten het bestemmingsvlak te liggen.  
43.7.e   De gronden die in de nieuwe situatie buiten het bestemmingsvlak komen te vallen, worden geschikt gemaakt ten behoeve van agrarisch gebruik.   Het bestemmingsvlak wordt niet verschoven. Er komen in de nieuwe situatie dan ook geen gronden buiten het bestemmingsvlak te liggen.  
43.7.f   Omliggende functies en waarden worden door de wijziging niet onevenredig belemmerd.   Binnen het besluitgebied worden geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk gemaakt en er worden met de uitvoering van het initiatief geen risicovolle activiteiten mogelijk gemaakt (Zie toelichting onder tabel.)  
43.7.g   Landschappelijke inpassing van het gehele bestemmingsvlak vindt plaats.   De al aanwezige bomenrij (kerspruim) wordt verder doorgetrokken en inheemse beplanting wordt geplaatst rondom de nieuw te bouwen schuur. Hiermee wordt een landschappelijke kwaliteitsbijdrage geleverd.  
43.7.h   De gronden die in de nieuwe situatie buiten het bestemmingsvlak komen te vallen worden wederom geschikt gemaakt ten behoeve van agrarisch gebruik.   In de nieuwe situatie vallen geen gronden buiten het bestemmingsvlak. Er behoeft geen grond geschikt te worden gemaakt voor agrarisch gebruik. De bestaande inrit wordt in een opeenvolgende actualisatie bij het bestemmingsvlak betrokken.  

Bodem
In het bodemonderzoek wordt geconcludeerd dat zowel in de grond als in het grondwater geen verontreinigingen zijn vastgesteld. Alle stoffen die onderzocht zijn, liggen in gehalten beneden de achtergrondwaarden dan wel streefwaarden. Het aspect bodem vormt dan ook geen belemmering voor de uitvoering van dit initiatief.

Archeologie en cultuurhistorie
Uit het archeologisch onderzoek is gebleken dat er een hoge verwachting is op archeologische waarden in het plangebied vanaf het Paleolithicum tot en met de Nieuwe Tijd en een lage verwachting op archeologische resten uit de Tweede Wereldoorlog. Uit het booronderzoek is echter gebleken dat in nagenoeg het hele plangebied sprake is van een bodemverstoring vanaf het maaiveld tot in de top van het dekzandpakket op maximaal 85 cm-mv. Hiermee zijn eventuele archeologisch waardevolle sporen en vondsten verloren gegaan. De aspecten archeologie en cultuurhistorie vormen geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het initiatief.

Waterhuishouding
Het plan betreft de sloop en herbouw van een schuur. Het verhard oppervlak in het besluitgebied neemt met de voorgenomen ontwikkeling toe met 150 m2 bebouwing en circa 100 m2 bestrating. Het hemelwater afkomstig van de nieuw te bouwen schuur wordt echter niet op de riolering geloosd, maar afgekoppeld en geïnfiltreerd in de bodem. Bij de bouw van de schuur worden uitsluitend duurzame (niet-uitlogende) materialen toegepast waardoor de waterkwaliteit op peil blijft. Het initiatief heeft geen negatief effect op de waterhuishouding ter plaatse.

Flora en fauna
Voordat ruimtelijke ingrepen mogen plaatsvinden, dienen de gevolgen voor beschermde natuurwaarden en de consequenties in het kader van de geldende natuurwet- en regelgeving in beeld te zijn gebracht. Bij de natuurwetgeving kan een tweedeling worden gemaakt in soort- en gebiedsbescherming.

Gebiedsbescherming
Het besluitgebied ligt op circa 4,7 km afstand van het Natura 2000 gebied Rijntakken. Het plangebied is niet gelegen in of nabij het Gelders natuurnetwerk of Groene ontwikkelingszone. Directe negatieve effecten als oppervlakteverlies en versnippering op deze gebieden zijn daarmee uit te sluiten. Verder ligt het besluitgebied op dusdanige afstand van deze gebieden en is er sprake van tussengelegen reeds verstorende elementen zo als wegen en bebouwing dat ook indirecte negatieve effecten niet zijn te verwachten.

Soortenbescherming
De oude schuren zijn op 28 februari 2018 gecontroleerd op de aanwezigheid van beschermde plant- en diersoorten. Hierbij zijn de schuren grondig onderzocht op de aanwezigheid van mogelijke verblijfs- en broedplaatsen van beschermde diersoorten. De schuren zijn opgebouwd uit enkelvoudige damwandplaten voor zowel de wanden als het plafond. Hierdoor is het niet mogelijk dat met name vleermuizen een schuilgelegenheid vinden in deze schuren. Er zijn geen plant- of diersoorten aangetroffen die een beschermde status hebben. Negatieve effecten op beschermde flora en fauna zijn daarom niet te verwachten. Het aspect flora en fauna vormt geen belemmering voor de uitvoering van het project.


Art.   Voorwaarden uit bestemmingsplan
Buitengebied artikel 27.2.3 (Inpandige) bijgebouwen  
Toetsing  
27.2.3.a   De totale oppervlakte aan bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 100 m².   De oppervlakte van de nieuwe schuur zal niet meer bedragen dan 100m².  
27.2.3.b   De goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3 m en 6 m, dan wel tot maximaal de bestaande grotere goot- en bouwhoogte.   De goot- en bouwhoogte zullen niet meer bedragen dan respectievelijk 3 m en 6 m.  
27.2.3.c   Indien de bestaande oppervlakte groter is dan 100 m² (niet zijnde op een locatie als bedoeld onder sub n), is maximaal de bestaande oppervlakte toegestaan, waarbij geen vergroting van de oppervlakte, goot- en bouwhoogte en wijziging van de situering van de bestaande bijgebouwen mag plaatsvinden.   Er vindt wijziging plaats van de situering en oppervlakte aan bijgebouwen. De oppervlakte van het nog te realiseren bijgebouw mag niet groter zijn dan 100m². Het bijgebouw achter de woning moet voor de realisatie van de schuur worden betrokken bij de inhoud van de woning.  
27.2.3.l   Niet-inpandige bijgebouwen dienen ten minste 3 m achter de voorgevel van de woning of het verlengde daarvan gebouwd te worden, tenzij:
1. sprake is van herbouw overeenkomstig het bepaalde in lid c en e;
2. een specifieke aanduiding voor het bijgebouw is opgenomen.  
Het nieuwe bijgebouw zal aan de achterzijde van de woning worden geplaatst op meer dan 3 meter afstand van de voorgevel van de woning.  
27.2.3.m   Indien gebruik is gemaakt van de regeling zoals vermeld onder 27.3 onder c, wordt als bestaande oppervlakte aan bijgebouwen aangemerkt, die oppervlakte die blijkens de verleende omgevingsvergunning aanwezig is.   Niet van toepassing.  
27.2.3.n   In afwijking van het bepaalde in sub a is een grotere oppervlakte dan 100 m² aan bijgebouwen toegestaan voor zover overeenkomstig Bijlage 7 bij de regels van het bestemmingsplan''Buitengebied', gebruik wordt gemaakt van bestaande bebouwing met dien verstande dat oppervlakte, inhoud, goot- en bouwhoogte, en situering van die bebouwing niet mag worden gewijzigd.   Er is geen sprake van een functieveranderingslocatie zoals opgenomen in bijlage 7.  
27.2.3.o   Indien bijgebouwen (inpandig) binnen het hoofdgebouw worden ondergebracht gelden de goot- en bouwhoogte als genoemd in lid 27.2.2 sub c als maximaal toegestaan.   De te realiseren schuur wordt niet inpandig ondergebracht.  

3.2 Landschappelijke inpassing

Om invulling te geven aan de inpassing van de nieuwe situatie van de planlocatie in het omliggende landschap, is door Witjes Mileuadvies een erfinrichtingsschets opgesteld. De erfinrichtingsschets is gebaseerd op de verschillende uitgangspunten zoals opgenomen in het Landschapsontwikkelingsplan en Beeldkwaliteitsplan. Hierin zijn richtlijnen opgenomen voor landschappelijke inpassing.

Om evenwicht te vinden tussen de ruimtelijke ontwikkeling en de landschappelijke kwaliteit wordt de aanwezige bomenrij (kersenpruim) doorgetrokken en wordt inheemse beplanting toegepast rondom de nieuw te bouwen schuur.

De erfinrichtingsschets geeft duidelijkheid over de landschappelijke inpassing van het gehele perceel en de plaatsing van de nieuwe schuur op het erf. Uitvoering van de erfinrichingsschets is als voorwaardelijke verplichting opgenomen in de regels van dit plan.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgwonkonweg17-on01_0011.png"
Afbeelding 9: bomenrij kersenpruim

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgwonkonweg17-on01_0012.png"

Afbeelding 10: Erfinrichtingsschets

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgwonkonweg17-on01_0013.png" Afbeelding 11: Landschappelijke beplanting

3.3 Conclusie

In de ruimtelijke onderbouwing is door middel van onderzoek en de erfinrichtingsschets aangetoond dat de voorgenomen ontwikkeling voldoet aan de wijzigingsvoorwaarden en bouwregels zoals opgenomen in de artikelen 43.7 en 27.2.3 van het bestemmingsplan 'Buitengebied'.

Hoofdstuk 4 Juridische toelichting

De grondslag voor dit wijzigingsplan wordt gevormd door het bestemmingsplan 'Buitengebied' van de gemeente Montferland zoals deze geldt na in werking treding van de derde herziening. In het bestemmingsplan is in artikel 43.7 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen welke het mogelijk maakt om onder bepaalde voorwaarden het plan te wijzigen ten behoeve van het verschuiven en/of vergroten van het bestemmingsvlak 'wonen'.

De regels van dit wijzigingsplan maken in juridische zin deel uit van het bestemmingsplan 'Buitengebied'. Artikel 3.6 lid 1 onder a Wro bepaalt immers, dat wijzigingen worden geacht deel uit te maken van het (bestemmings)plan, met dien verstande, dat zij, zolang en voor zover de bestemming nog niet is verwezenlijkt, kunnen worden herzien op dezelfde wijze als waarop zij tot stand zijn gekomen. Het wijzigingsplan is dus onderdeel van en vormt een aanvulling op het bestemmingsplan.

Een en ander betekent, onder meer, dat de regels van het moederplan (Buitengebied) van toepassing zijn op de nieuwe ontwikkeling. Dit komt tot uiting in de regels van dit wijzigingsplan. De bijbehorende verbeelding sluit dan ook aan op de systematiek van het moederplan, het bestemmingsplan Buitengebied.

Hieronder wordt kort aangegeven welke bestemmingen in dit wijzigingsplan zijn opgenomen. Voor een volledig inhoudelijke beschrijving van de bestemmingen wordt verwezen naar de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied'.

Wonen
Het perceel is bestemd tot 'Wonen'. Het bestemmingsvlak wordt vergoot naar 1210m² waarna het nieuw te realiseren bijgebouw binnen de grenzen van het nieuwe bestemmingsvlak wordt geplaatst.

Archeologische verwachting 1
De dubbelbestemming Waarde - Archeologische Verwachting 1 die in het moederplan aan het plangebied is toegekend, is in dit wijzigingsplan eveneens opgenomen.

De landschappelijke inrichting vindt plaats op gronden met de bestemming 'agrarisch'. Op grond van artikel 3.1 onder ta van het bestemmingsplan 'Buitengebied', is landschappelijke beplanting toegestaan welke kenmerkend is voor het gebied en voor zover de agrarische bedrijvigeheid hierdoor niet wordt belemmerd. De landschappelijke inpassing wordt opgenomen als voorwaardelijke verplichting. Dit geldt eveneens voor het terugbrengen van de bestaande oppervlakte aan bijgebouwen.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Het voorliggend plan wordt gerealiseerd op particulier initiatief. Met initiatiefnemer is overeengekomen dat eventueel uit dit initiatief voortvloeiende planschade voor zijn rekening komt. Hiervoor is een planschadeovereenkomst met initiatitiefnemer afgesloten. Om deze reden behoeft voor de uitvoering van dit initiatief geen exploitatieplan te worden opgesteld.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het ontwerp wijzigingsplan heeft van .... 2018 tot en met .... 2018 ter inzage gelegen voor belanghebbenden. Tegen het wijzigingsplan zijn .... zienswijzen ingediend.