direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied(vierde herziening), wijziging Kerkhuisstraat 6 te Beek
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Bij brief van 27 juli 2019 is door eigenaar van het perceel Kerkhuisstraat 6 te Beek een verzoek ingediend bij de gemeente Montferland tot vergroting van het bestemmingsvlak 'wonen' voor dat zelfde perceel. Een en ander om de realisatie van tuinkamer aan de woning en een tuinhuis mogelijk te maken.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0001.png"

Wij hebben bij brief van 3 september 2019 aangegeven, bereid te zijn medewerking te willen verlenen aan een vergroting van het bestemmingsvlak 'wonen' mits met de noodzakelijke onderzoeken zou worden aangetoond dat aan alle noodzakelijke voorwaarden, zoals opgenomen in de artikelen 43.7 van het bestemmingsplan 'Buitengebied', zou worden voldaan.

Om het initiatief mogelijk te maken, is het voorliggende wijzigingsplan, genaamd 'Bestemmingsplan Buitengebied (vierde herziening) wijziging Kerkhuisstraat 6 te Beek' opgesteld. Het wijzigingsplan bestaat uit een toelichting, regels en een verbeelding. In de toelichting van het wijzigingsplan wordt ingegaan op de ruimtelijke en milieutechnische haalbaarheid van het plan. De regels en de verbeelding dienen in samenhang met elkaar te worden gelezen en geven de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden binnen het plangebied van dit wijzigingsplan weer.

Opbouw van het wijzigingsplan
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de huidige situatie, de toekomstige situatie en het geldend planologische regime. De uitvoeringsaspecten zoals bodem en archeologie komen in hoofdstuk 3 aan bod. In hoofdstuk 4 volgt de juridische toelichting en hoofdstuk 5 tenslotte beschrijft de uitvoerbaarheid.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Huidige situatie

De planlocatie ligt in het buitengebied van de gemeente Montferland, ten noorden van de kern Beek. Onderstaand enkele afbeeldingen van de planlocatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0002.png"

foto vanaf achterzijde Kerkhuisstraat 6

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0003.png"

foto met het plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0004.png"

foto locatie van bovenaf

De locatie wordt aan de noordzijde globaal begrensd door de Pinksterbloemstraat.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0005.png"

Situering Kerkhuisstraat 6 te Beek

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0006.png"

Op de planlocatie bevindt zich een woonhuis met een bijgebouw. De woning bevindt zich tegen de rand van het bestemmingsvlak 'wonen'. De gronden ten oosten van de woning zijn voorzien van de bestemming 'agrarisch'. Het plangebied bestaat voor het grootste deel uit gazon. Er is een niet permanente waterberging welke wordt gevoed met regenwater.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0007.png"

Het bestemmingsvlak heeft in de bestaande situatie een omvang van 2.031 m².


Landschappelijke context

De locatie Kerkhuisstraat 6 te Beek is volgens het 'Beeldkwaliteitsplan Buitengebied' gelegen in het enkendorpenlandschap. In het landschapsontwikkelingsplan van de gemeente maakt de locatie onderdeel uit van het landschapsensemble van de Montferlandse berg.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0008.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0009.png"

De locatie bevindt zich daarbij op de grens van de kring van dorpen (enkendorpenlandschap) en de broekgebieden. Het betreft het overgangsgebied van hoog naar laag.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0010.png" afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0011.png"

De bebouwingsconcentratie aan de Pinkserbloemstraat bestaat reeds gedurende een langere periode. In het begin van de 20e eeuw is het gebied verder ontgonnen. Deze bebouwingsvoncentratie is tegenwoordig ook nog terug te vinden bij de Pinksterbloemstraat (zie onderstaande afbeelding).

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0012.png"

De Kerkhuisstraat is onderdeel van een jongere ontginning. De Kerkhuisstraat is voor het eerst zichtbaar op topografische kaart uit 1908. Gelet op de natte omstandigheden en het water wat onder druk van de Montferlandse berg omhoog kwelt in de zone tussen de kern Didam en de kernen Beek en Loerbeek is het gebied ontgonnen in linten. De bebouwing bevindt zich aan deze ontginningslinten, waarvan de Kerkhuisstraat er één is. Richting het westen wordt het gebied opener met minder bebouwing. Het gebied is ontgonnen in een blokverkavelingsstructuur. De openheid van deze blokverkavelingen wordt doorsneden door bomenlanen langs rechte wegen.

Dit gebied direct ten westen van Beek staat bekend als een heideontginningenlandschap (zandgronden). Het gebied is gelegen aan de voet van de Montferlandsche Berg en kenmerkt zich door een vrij vlak verloop in hoogte. De weteringen en sloten voeren het kwelwater richting het noordwesten af. Er is een scala aan landschapselementen met elzensingels, meidoornheggen, knotwilgen, solitaire bomen (essen), fruitboomgaarden, maar ook coniferenhagen. De wegbeplanting bestaat voornamelijk uit eiken en soms elzen, essen en berken met een onderbegroeiing van struiken.

Vanaf de jaren '70 van de vorige eeuw breidt vooral Beek uit. De bebouwingsconcentratie aan de Pinksterbloemstraat behoudt zijn toenmalige omvang.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0013.png"

De locatie Kerkhuisstraat 6 maakt onderdeel uit van een waardevol landschapsensemble 'het waardevol landschap Montferland'. De locatie bevindt zich binnen deelgebied 3 van dit waardevol landschap.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0014.png" afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0015.png"

Waardevol landschap Montferland

De kernkwaliteiten binnen dit deelgebied zijn:

  • samenhangende eenheid van hooggelegen stuwwalkern met grootschalig besloten boslandschap met een krans van essen op de hellingen en een ring van dorpen en gehuchten aan de voet;
  • zicht vanuit de omgeving op de stuwwal.

2.2 Toekomstige situatie

Het bestemmingsvlak wordt aan de oostzijde vergroot zodat de bestaande woning die zich tegen de rand van het bestemmingsvlak 'wonen' bevindt ter plaatse kan worden uitgebreid met een tuinkamer. Op grond van het verzoek wordt een vergroting gewenst van 550 m², zijnde 27% van de bestaande oppervlakte.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0016.png"

Afbeeldingen plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0017.png"

2.3 Geldend planologisch regime

In het bestemmingsplan 'Buitengebied' is de locatie Kerkhuisstraat 6 te Beek voorzien van de bestemming 'wonen'. De gronden waarop de uitbreiding van het woonhuis met tuinkamer en het tuinhuis gewenst zijn, zijn bestemd tot 'agrarisch'. De locatie is voorts voorzien van de dubbelbestemming 'Waarde- Archeologische Verwachting 1' en de gebiedsaanduiding 'overige zone-waardevol landschap'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0018.png"

Uitsnede bestemmingsplan 'Buitengebied' (locatie Kerkhuisstraat 6 te Beek)

In artikel 43.7 van het bestemmingsplan 'Buitengebied', zoals dat geldt na inwerkingtreding van de vierde periodieke actualisatie, is een wijzigingsmogelijkheid opgenomen die het uitbreiden van een bestemmingsvlak 'wonen' mogelijk maakt. De voorgenomen ontwikkeling is getoetst aan de onderstaande wijzigingsvoorwaarden zoals genoemd in dit artikel.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0019.png"

De toetsing is verwerkt in de tabellen zoals opgenomen in het volgende hoofdstuk. Hieruit kan geconcludeerd worden dat wordt voldaan aan de voorwaarden voor uitbreiding van het bestemmingsvlak 'wonen'.

Hoofdstuk 3 Ruimtelijke en milieutechnische haalbaarheid

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan. Dat wil zeggen, de toets aan de wijzigingsvoorwaarden. In het kader van de uitvoerbaarheid is een bodemonderzoek, een archeologisch onderzoek en een quickscan flora en fauna aangeleverd. De onderzoeken zijn als bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan opgenomen.

3.1 Toets wijzigingsvoorwaarden

In deze paragraaf is de toets aan de wijzigingsvoorwaarden 'uitbreiding bestemmingsvlak wonen' opgenomen.

Art.   Voorwaarden uit bestemmingsplan
Buitengebied artikel 43.7 Wijziging vormgeving/uitbreiding bestemmingsvlak Wonen  
Toetsing  
43.7.a   Het betreft geen bestemmingsvlak welke onderdeel vormt van een functieveranderingslocatie, zoals opgenomen in Bijlage 7 bij de regels bestemmingsplan 'Buitengebied'   De locatie Kerkhuisstraat 6 vormt geen onderdeel van een functieveranderingslocatie zoals opgenomen in bijlage 7 van het bestemmingsplan 'Buitengebied'  
43.7.b   Het bestemmingsvlak krijgt in de nieuwe situatie een compacte vorm en blijft voor ten minste 50% van de oppervlakte van de daarin begrepen gronden, de zelfde gronden omvatten als ten tijde van het inwerkingtreden van het plan.   Het bestaande bestemmingsvlak 'wonen' wordt enkel uitgebreid. Het nieuwe bestemmingsvlak blijft dan ook voor 100% de gronden van het bestaande bestemmingsvlak omvatten.  
43.7.c   Het bestemmingsvlak wordt met niet meer dan 50% vergroot en de noodzaak hiertoe is aangetoond (exclusief toegangsweg).   Het bestaande bestemmingsvlak 'wonen' heeft een omvang van 2.031 m². Op grond van het verzoek wordt een vergroting gewenst van 550 m², zijnde 27% van de bestaande oppervlakte.  
43.7.d   De wijziging heeft niet tot gevolg dat bebouwing buiten het bestemmingsvlak komt te liggen.   De huidige en toekomstige bebouwing komt door de uitbreiding niet buiten het bestemmingsvlak te liggen.  
43.7.e   De gronden die in de nieuwe situatie buiten het bestemmingsvlak komen te vallen, worden geschikt gemaakt ten behoeve van agrarisch gebruik.   Het bestemmingsvlak wordt niet verschoven. Er komen in de nieuwe situatie dan ook geen gronden buiten het bestemmingsvlak te liggen.  
43.7.f   Omliggende functies en waarden worden door de wijziging niet onevenredig belemmerd.
 
De bestaande afstand tussen het bestemmingsvlak 'wonen'
Kerkhuisstraat 6 en de bedrijfsbestemming Kerkhuisstraat ten oosten van 1, wordt niet verkleind ten
opzichte van de bestaande situatie. Ter plaatse is maximaal een bedrijf in milieucategorie 2 toegestaan (stalling caravans), is sprake van een gemengd gebied en wordt het bedrijf reeds beperkt door de woning Kerkhuisstraat 1, welke zich direct naast het terrein bevindt. Voorts worden als gevolg van de uitbreiding van het bestemmingsvlak 'wonen' geen (agrarische)bedrijven of woonfuncties beperkt in de ontwikkelingsmogelijkheden.
Zie de nadere toelichting onder deze tabel voor de ligging van het bedrijf ten opzichte van de locatie Kerkhuisstraat 6.  
43.7.g   Landschappelijke inpassing van het gehele bestemmingsvlak vindt plaats.   De landschappelijke inpassing kan plaatsvinden door streekeigen beplanting aan te brengen in de vorm van bomen (berk, els, lijsterbes, linde). Zie de nadere toelichting in paragraaf 3.2.  
43.7.h   De gronden die in de nieuwe situatie buiten het bestemmingsvlak komen te vallen worden wederom geschikt gemaakt ten behoeve van agrarisch gebruik.   In de nieuwe situatie vallen geen gronden buiten het bestemmingsvlak. Er behoeft geen grond geschikt te worden gemaakt voor agrarisch gebruik.  

Bodem
Uit het uitgevoerde bodemonderzoek kan het volgende worden geconcludeerd:

  • 1. De opgeboorde grond is tijdens het veldwerk zintuiglijk beoordeeld op de mogelijke aanwezigheid van bodemverontreiniging. Er zijn geen indicaties waargenomen die hierop duiden;
  • 2. In geen van de geanalyseerde parameters in zowel grond als grondwater is de waarde voor nader onderzoek (tussenwaarde) en/of de interventiewaarde overschreden;
  • 3. Uit de onderzoeksresultaten kan geconcludeerd worden dat er op de locatie geen ernstige bodem- of grondwaterverontreinigingen aanwezig zijn. De vastgestelde waarden overschrijden enkel de streefwaarde, wat duidt op enkel lichte (natuurlijke) verontreiniging;
  • 4. De tevoren gestelde hypothese 'De gehele onderzoekslocatie kan op basis van het vooronderzoek als niet-verdacht worden beschouwd', wordt aangenomen. Het aangetroffen barium gehalte wordt toegeschreven aan een natuurlijke oorsprong.

Uit milieukundig oogpunt bestaat er geen bezwaar tegen de voorgenomen vergroting van het bestemmingsvlak 'wonen'. De bodem wordt geschikt geacht voor het huidige en toekomstige gebruik (wonen met tuin).

Archeologie en cultuurhistorie
Door KSP Archeologie is een bureau- en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd naar de archeologische waarde van het terrein. Uit het booronderzoek is gebleken dat onder een opgebracht en verstoord pakket grond van ruim 50 cm dik resten van een enkeerdgrond aanwezig zijn. Gezien het aangetroffen verspoelde dekzand zal het plangebied van oorsprong relatief laag gelegen en vrij nat zijn geweest. Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen, waardoor de kans klein is dat binnen het plangebied een archeologische vindplaats aanwezig is. De op basis van het bureauonderzoek te verwachten middelhoge verwachting voor vuursteenvindplaatsen uit het Laat-Paleolithicum tot en met het Neolithicum alsmede de middelhoge verwachting voor nederzettingsresten uit het Neolithicum tot en met de Volle Middeleeuwen (tot in de 13e eeuw) kan naar laag worden bijgesteld. De resultaten van het booronderzoek geven geen aanleiding om de lage verwachting voor resten uit de Late Middeleeuwen (vanaf de 13e eeuw) tot en met de Nieuwe tijd bij te stellen. Op grond van de oorspronkelijk relatief lage ligging en vrij natte omstandigheden binnen het plangebied, het ontbreken van een podzolbodem en archeologische indicatoren adviseert KSP Archeologie geen archeologisch vervolgonderzoek. Dit selectieadvies is door de gemeente Montferland overgenomen.

Indien bij graafwerkzaamheden alsnog archeologische waarden worden aangetroffen, dienen deze conform de Erfgoedwet 2016, artikel 5.10, bij de minister gemeld te worden. In de praktijk kan de vinder terecht bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zodat de vondst geregistreerd wordt in het centraal archeologisch informatiesysteem. Geadviseerd wordt om de vondst ook bij de gemeente te melden.

Waterhuishouding
Het verhard oppervlak in het plangebied neemt met de voorgenomen ontwikkeling slechts in zeer beperkte mate toe. Het hemelwater afkomstig van de nieuwe bebouwing dient te worden geinfilteerd in de bodem. Er worden uitsluitend duurzame (niet-uitlogende) materialen toegepast. Het initiatief heeft geen negatief effect op de waterhuishouding ter plaatse. Binnen het plangebied bevindt zich een berging voor hemelwater.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0020.png"

Flora en fauna
Voordat ruimtelijke ingrepen mogen plaatsvinden, dienen de gevolgen voor beschermde natuurwaarden en de consequenties in het kader van de geldende natuurwet- en regelgeving in beeld te zijn gebracht. Bij de natuurwetgeving kan een tweedeling worden gemaakt in soort- en gebiedsbescherming.

Gebiedsbescherming
Het plangebied is niet gelegen in of nabij het Gelders natuurnetwerk of de Groene ontwikkelingszone. Het dichtstbijzijnde GNN gebied, Bergherbos, ten oosten van het plangebied, ligt op circa 500 meter afstand.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0021.png"

Het plangebied ligt niet in een Natura 2000-gebied. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied ‘Rijntakken’ ligt op circa 4,8 kilometer afstand van het plangebied. Het Duitse Natura 2000-gebied ‘Unterer Niederrhein’ ligt op ca. 4,0 kilometer afstand. Overige Natura 2000-gebieden, waaronder ‘Veluwe’ en de Duitse gebieden NSG ‘Hetter-Millinger Bruch’ en ‘NSG Emmericher Wald’ liggen op grotere afstand (circa 7,7 kilometer). Door de aard en de omvang van de activiteiten en door de afstand tussen het plangebied en het Natura 2000-gebied ‘Rijntakken’ en de overige Natura 2000-gebieden worden geen significante negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen en ontwikkelingsopgaven verwacht door directe verstoringsfactoren als oppervlakteverlies of versnippering. Ook significante negatieve effecten door indirecte verstoringsfactoren als verontreiniging, verdroging, geluidsverstoring of lichtverstoring zijn op voorhand uit te sluiten. Van een stikstofdepositie vanuit het plangebied op een Natura-2000 gebied is geen sprake.

Soortenbescherming
Beschermde plantensoorten zijn niet aangetroffen en worden ook niet verwacht door het ontbreken van geschikte groeiplaatsen.

Alle aangetroffen en te verwachten vogelsoorten zijn beschermd krachtens de Wet natuurbescherming (Vogelrichtlijn). Dit betekent dat het opzettelijk verstoren, verontrusten, doden en anderszins nadelig beïnvloeden van deze soortgroep niet is toegestaan. Daarom moet er buiten het broedseizoen gestart worden met de werkzaamheden. Als de werkzaamheden in volle gang zijn bij aanvang van het broedseizoen, is het verstoringeffect op (broed)vogels minimaal. Het broedseizoen ligt, afhankelijk van de weeromstandigheden en aanwezige soorten, ruwweg tussen 15 maart en 15 juli. Broedgevallen buiten deze periode zijn ook beschermd.

Het plangebied is ongeschikt als nestlocatie voor de jaarrond beschermde huismus en wespendief, die in de omgeving van het plangebied zijn aangetroffen. Geschikte nestlocaties voor deze soorten zijn niet aanwezig. Het plangebied en directe omgeving behoren niet tot het essentieel leefgebied van deze of overige vogelsoorten met jaarrond beschermde nesten.

Tijdens het veldbezoek zijn geen (sporen van) beschermde zoogdiersoorten waargenomen. Er zijn geen vaste verblijfplaatsen (boomnesten) voor de eekhoorn aangetroffen. Geschikte verblijfplaatsen voor kleine marterachtigen worden niet verwacht door het ontbreken van geschikte schuilgelegenheden. Ook voor de steenmarter zijn geen vaste verblijfplaatsen aanwezig.

Nader onderzoek naar vleermuizen is niet noodzakelijk, aangezien er door de geplande werkzaamheden geen verblijfplaatsen, vliegroutes of essentiële foerageergebieden worden aangetast.

3.2 Landschappelijke inpassing

Het beleid in het gebied is gericht op een verdere verdichting met landschapselementen. Het gaat daarbij om herstel van bestaande elementen, herstel en uitbreiding hoogstamboomgaardjes, aanleg lijnelementen (heggen en singels) en hagen rond paardeweiden.

In dit kader is een landschappelijke inpassing overeengekomen aan de achterzijde van het perceel (zie onderstaande afbeelding). De landschappelijke inpassing kan plaatsvinden door op de streekeigen beplanting aan te brengen in de vorm van bomen (berk, els, lijsterbes, linde).

Uitvoering van de erfinrichingsschets is als voorwaardelijke verplichting opgenomen in de regels van dit plan.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0022.png"

3.3 Conclusie

Voldoende aangetoond is dat de voorgenomen ontwikkeling voldoet aan de wijzigingsvoorwaarden zoals opgenomen in artikel 43.7 van het bestemmingsplan 'Buitengebied'.

Hoofdstuk 4 Juridische toelichting

De grondslag voor dit wijzigingsplan wordt gevormd door het bestemmingsplan 'Buitengebied' van de gemeente Montferland zoals deze geldt na inwerkingtreding van de vierde herziening. In het bestemmingsplan is in artikel 43.7 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen welke het mogelijk maakt om onder bepaalde voorwaarden het plan te wijzigen ten behoeve van het verschuiven en/of uitbreiden van het bestemmingsvlak 'wonen'.

De regels van dit wijzigingsplan maken in juridische zin deel uit van het bestemmingsplan 'Buitengebied'. Artikel 3.6 lid 1 onder a Wro bepaalt immers, dat wijzigingen worden geacht deel uit te maken van het (bestemmings)plan, met dien verstande, dat zij, zolang en voor zover de bestemming nog niet is verwezenlijkt, kunnen worden herzien op dezelfde wijze als waarop zij tot stand zijn gekomen. Het wijzigingsplan is dus onderdeel van en vormt een aanvulling op het bestemmingsplan.

Een en ander betekent, onder meer, dat de regels van het moederplan (Buitengebied) van toepassing zijn op de nieuwe ontwikkeling. Dit komt tot uiting in de regels van dit wijzigingsplan. De bijbehorende verbeelding sluit dan ook aan op de systematiek van het bestemmingsplan 'Buitengebied'.

Hieronder wordt kort aangegeven welke bestemmingen in dit wijzigingsplan zijn opgenomen. Voor een volledig inhoudelijke beschrijving van de bestemmingen wordt verwezen naar de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied'. Deze zijn opgenomen in bijlage 4 bij deze toelichting.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.wplgbgbwonkerkhui6-on01_0023.png"

 

Wonen
Het perceel is bestemd tot 'Wonen'. Het bestemmingsvlak wordt vergoot naar ca. 1.780 m².

Archeologische verwachting 1
De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische Verwachting 1' die in het moederplan aan het plangebied is toegekend, blijft behouden.

De landschappelijke inrichting vindt plaats op gronden met de bestemming 'wonen'. De gronden met de nadere aanduiding 'groen' zijn mede bestemd voor het instandhouden van de groenvoorzieningen en houtopstanden. De landschappelijke inpassing wordt opgenomen als voorwaardelijke verplichting.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Het voorliggend plan wordt gerealiseerd op particulier initiatief. Uitvoeringskosten komen volledig voor eigen rekening. Met aanvraagster is overeengekomen dat eventueel uit dit initiatief voortvloeiende planschade voor haar rekening komt. Hiervoor is een planschadeovereenkomst afgesloten. Om deze reden behoeft voor de uitvoering van dit initiatief geen exploitatieplan te worden opgesteld.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het ontwerp wijzigingsplan heeft van ......2020 tot en met ........2020 ter inzage gelegen voor belanghebbenden.