direct naar inhoud van 3.1 Voorwaarden uit de wijzigingsbevoegdheid
Plan: Buitengebied, wijziging Vinkwijk 5
Status: ontwerp
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.wplgbgbalgvinkwyk5-on01

3.1 Voorwaarden uit de wijzigingsbevoegdheid

3.1.1 Voorwaarden en toetsing

Bij voorliggend plan wordt gebruik gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid in het vigerend bestemmingsplan Buitengebied. In de wijzigingsbevoegdheid worden voorwaarden genoemd waaraan moet worden getoetst.

De wijzigingsbevoegdheid voor functieverandering naar werken is opgenomen in artikel 43.4. In het navolgende is artikel 43.4 weergegeven, waarbij na elke voorwaarde toetsing plaats vindt. De tekst met betrekking tot de toetsing is cursief weergegeven.

  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden met de bestemmingen:
    - Agrarisch
    - Agrarisch - Paardenhouderij
    - Agrarisch met waarden
    - Wonen
    te wijzigen om de functies die zijn genoemd in sub b te realiseren in de gebieden genoemd in sub c. Daarbij mag de oppervlakte van de functies niet meer bedragen dan aangegeven in sub c, tenzij sprake is van een agrarisch bouwvlak waarbij ten minste 50% wordt gesloopt en één bestaand gebouw voor de functie in gebruik wordt genomen waarvan de omvang groter is dan volgens sub c is toegestaan.
    In dit plan is er sprake van functiewijziging van de bestemming 'Agrarisch' naar de bestemming 'Bedrijf - VAB' ten behoeve van de verhuur van bedrijfsruimten voor bedrijven met maximaal milieucategorie 2. Daarmee is er sprake van de vestiging van een niet-gebiedsgebonden functie. Het plangebied is gelegen in het waardevol landschap.
    In het plan vindt geen sloop van bedrijfsbebouwing plaats, aangezien alle gebouwen door de gemeente als monument zijn aangemerkt. De bebouwing wordt in de huidige verschijningsvorm behouden.

    Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dienen de volgende voorwaarden in acht te worden genomen:
    • 1. door hergebruik van bebouwing in het buitengebied worden de bestaande (agrarische) bedrijven en gevoelige functies in de omliggende omgeving niet belemmerd;
      In de paragrafen (3.2.6) en (3.2.4) wordt ingegaan op geurhinder en bedrijven en milieuzonering. Hieruit blijkt dat bestaande (agrarische) bedrijven met de uitvoering van dit plan niet worden belemmerd.

    • 2. behoudens hergebruik van monumentale gebouwen dan wel hergebruik van een aanwezige deel is functieverandering eerst aan de orde indien op een perceel ten minste 400 m2 aan bijgebouwen aanwezig is. De deel maakt onderdeel uit van genoemde 400 m2 wanneer deze in het kader van functieverandering kan worden en wordt gesloopt;
      Alle gebouwen in het plangebied zijn aangewezen als gemeentelijk monument. Sloop van bedrijfsbebouwing is daarom niet aan de orde.

    • 3. indien sprake is van de bestemming 'Wonen' mag niet meer dan 100 m2 worden gebruikt ten behoeve van een nieuwe werkfunctie;
      Deze bepaling is niet van toepassing op dit plan.

    • 4. functieverandering mag niet leiden tot beperking van ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw voor gronden ter plaatse van de aanduiding 'grondgebonden landbouw' en 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied';
      In paragraaf (3.2.6) wordt ingegaan op het aspect geurhinder. Hieruit blijkt dat bestaande agrarische bedrijven met de uitvoering van dit plan niet worden belemmerd.

    • 5. functieverandering van vrijgekomen gebouwen mag niet leiden tot knelpunten in de verkeersafwikkeling, dan wel een ten opzichte van de bestaande situatie onaanvaardbare verkeersaantrekkende werking;
      Uit de paragraaf met betrekking tot verkeer en parkeren (paragraaf 3.6) blijkt dat de uitvoering van het plan niet leidt tot knelpunten in de verkeersafwikkeling, dan wel een onaanvaardbare verkeersaantrekkende werking.

    • 6. functieverandering mag niet leiden tot aantasting van landschappelijke waarden en natuurwaarden, waarvan laatstgenoemde door middel van onderzoek dient te worden aangetoond;
      Om de landschappelijke waarden te versterken wordt het perceel landschappelijk ingepast (zie paragraaf 2.2.2). Uit de paragraaf met betrekking tot flora en fauna (paragraaf 3.4) blijkt dat de uitvoering van het plan niet leidt tot aantasting van natuurwaarden.

    • 7. indien de functieveranderingslocatie is gelegen binnen gronden ter plaatse van de aanduiding 'ehs - ecologische verbindingszone', 'ehs - natuur' of 'ehs - verweven', mogen de wezenlijke kenmerken of waarden van het EHS gebied niet significant worden aangetast, tenzij door het stellen van compenserende of mitigerende maatregelen hieraan voldoende tegemoet kan worden gekomen;
      Deze bepaling is niet van toepassing op dit plan.

    • 8. functieverandering dient bij te dragen aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en de landschappelijke kwaliteit, waarbij (in geval van inpassing op erfniveau) wordt getoetst aan het beeldkwaliteitsplan;
      Om de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit te versterken is een plan voor de landschappelijke inpassing opgesteld (zie paragraaf 2.2.2 en bijlage 1).

    • 9. indien de functieveranderingslocatie is gelegen op gronden ter plaatse van de aanduiding 'waardevol landschap', mag geen afbreuk worden gedaan aan de kernkwaliteiten van het waardevol landschap;
      Het plangebied ligt op de overgang van het enkdorpenlandschap naar een broekontginningsgebied met strokenverkaveling. De overgang wordt gekenmerkt door een netwerk van houtopstanden. Ten zuiden van het plangebied wordt een singel aangelegd, die aansluit op een bestaande singel. Hiermee worden de kenmerken van het waardevolle landschap versterkt.

    • 10. indien de functieveranderingslocatie is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' mag de nieuwe functie niet leiden tot een hoger risico voor het grondwater in vergelijking met de situatie voor functieverandering;
      Deze bepaling is niet van toepassing op dit plan.

    • 11. de bedrijfsfunctie(s) in de bestaande bedrijfsbebouwing wordt uitgeoefend met dien verstande dat de oppervlakte en in de inhoud van de gebouwen niet mag worden vergroot;
      Er is geen sprake van toename van de oppervlakte of inhoud van de bedrijfsgebouwen.

    • 12. geen bedrijven zijn toegestaan die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen vallen, gevaarlijke of explosieve stoffen of producten opslaan als onderdeel van de bedrijfsvoering, auto of motorreparatiebedrijven of daarmee gelijk te stellen bedrijven, vervoersbedrijven of zelfstandige horeca. Hieronder wordt niet verstaan de reparatie en handel van landbouwmachines en landbouwvoertuigen;
      Met dit wijzigingsplan worden geen van de hierboven uitgesloten bedrijven toegestaan.

    • 13. buitenopslag is niet toegestaan;
      Er vindt geen buitenopslag plaats.

    • 14. detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van ondergeschikte detailhandel in de vorm van ter plaatse vervaardigde goederen en streekeigen producten;
      Met dit wijzigingsplan wordt geen detailhandel (zoals hierboven uitgesloten) toegestaan

    • 15. de bedrijvigheid heeft een maximale hinderafstand van 30 m overeenkomstig de VNG publicatie Bedrijven en Milieuzonering, tenzij sprake is van gebiedsgebonden functie als genoemd in bijlage 1 van deze regels;
      Er wordt ruimte geboden aan bedrijven/activiteiten met maximaal milieucategorie 2 (grootste hinderafstand 30 meter).

    • 16. bodemonderzoek heeft aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik, dan wel sanering heeft plaatsgevonden;
      Uit de bodemparagraaf (3.2.1) blijkt dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik.

    • 17. er dient sprake te zijn van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
      Uit de paragraaf met betrekking tot geurhinder (3.2.6) blijkt dat er sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat ter plaatse van het plangebied.

    • 18. functieverandering geen negatieve gevolgen heeft voor de luchtkwaliteit.
      Uit de paragraaf met betrekking tot luchtkwaliteit (3.2.5) blijkt dat de functieverandering geen negatieve gevolgen heeft voor de luchtkwaliteit.

  • b. De functies die gerealiseerd mogen worden door middel van een wijzigingsbevoegdheid zijn genoemd in tabel 1 en uitgewerkt in bijlage 1 'Indicatieve bedrijvenlijst'. Indien functies naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met deze functies, zijn ook deze functies toegestaan.
    Er zal in het plangebied slechts ruimte worden geboden aan functies die zijn opgenomen in bijlage 1 bij de regels, of aan functies die hiermee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn.

  • c. In tabel 1 is de maximale omvang van de functie per gebied aangegeven:

Tabel 1

Aanduiding   Dagrecreatie, verblijfsrecreatie, zorg en functies die het recreatief routenetwerk versterken   Agrarisch verwante gebiedsgebonden functies   Gebiedsgebonden functies   Niet gebiedsgebonden functies   Verevening  
'ehs - natuur'   500 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)  
-   -   -   50% oppervlakte reductie van de bebouwing, realisatie van nieuwe natuur met een oppervlak van ten minste de gereduceerde m2 bebouwing en landschappelijke inpassing *  
'ehs - verbindingszone' en 'ehs - verweven'   750 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)  
750 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)  
750 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)  
500 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)  
50% oppervlakte reductie van de bebouwing, realisatie van nieuwe natuur met een oppervlak van ten minste de gereduceerde m2 bebouwing en landschappelijke inpassing *  
'waardevol landschap'   750 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)  
750 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)  
750 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)  
500 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)  
50% oppervlaktereductie van de bebouwing en landschappelijke inpassing*  
'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied   -   -   -   -   -  
'grondgebonden landbouw'   750 m2***
(100 m2 bij een woonbestemming)  
750 m2***
(100 m2 bij een woonbestemming)  
750 m2***
(100 m2 bij een woonbestemming)  
500 m2***
(100 m2 bij een woonbestemming)  
50% oppervlaktereductie van de bebouwing en landschappelijke inpassing*  
'overige gronden'   750 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)  
750 m2** (100 m2 bij een woonbestemming)   750 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)  
500 m2
(100 m2 bijeen woonbestemming)  
50% oppervlaktereductie van de bebouwing en landschappelijke inpassing*  

*   indien sprake is van monumentale gebouwen en deze in gebruik worden genomen ten behoeve van de functie, dan wordt de vereveningsbijdrage gevormd door de instandhouding van deze gebouwen. In dat geval is tevens een oppervlakte toegestaan ter grootte van de omvang van deze gebouwen.  
**   geen verevening noodzakelijk. Alle gebouwen kunnen worden omgezet naar de bedrijfsfunctie indien sprake is van een agrarisch bouwvlak. Indien reeds sprake is van een woonbestemming dan moet verevening plaatsvinden met 50%, aangezien in dat geval een kwalitatief mindere situatie ontstaat.  
***   voor alle omzettingen geldt een zware motiveringsplicht ten aanzien van het voorkomen van het opwerpen van belemmeringen voor de landbouw die het primaat heeft in het gebied.  
3.1.2 Conclusie

Het plan voorziet in een wijziging van de agrarische bestemming naar een bedrijfsbestemming op de locatie Vinkwijk 5 in Zeddam. Op deze locatie bevindt zich bebouwing die als gemeentelijk monument is aangewezen. Deze bebouwing blijft behouden. Het plan voldoet aan de voorwaarden die gesteld zijn in de wijzigingsbevoegdheid van het moederplan.