direct naar inhoud van 4.3 Bodem
Plan: Van Ditshuizen, Zeddam
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bpsgzddwonvanditsh-on01

4.3 Bodem

In de periode augustus tot en met september 2005 is door Dusseldorp de asbest-puinsanering op het perceel Oude Doetinchemseweg 51 te Zeddam (bekend als vm. Van Ditshuizenterrein-hoofdlocatie) uitgevoerd. De directievoering en milieukundige begeleiding is gedaan door Tauw en geëvalueerd in het rapport "Evaluatie bodemsanering Oude Doetinchemseweg 51 Zeddam", projectnr. 4395844, 27 februari 2006 (zie bijlage 1).


De saneringswerkzaamheden zijn gericht geweest op (= doelstelling):

  • De ontgraving en verwijdering van alle (asbesthoudende) puin en funderingen;
  • De ontgraving en verwijdering van een ondergrondse dieselolietank met bijbehorende verontreinigde grond centraal op het terrein;
  • De ontgraving en verwijdering van de PAK/minerale olieverontreiniging op het pad naar Vinkwijkseweg.


Na uitvoering van de werkzaamheden kan worden geconcludeerd dat de verontreinigingen en bodemvreemde materialen in voldoende mate zijn verwijderd. Uitzonderingen hierop vormen de achtergebleven restverontreiniging op het pad naar Vinkwijkseweg en de stabilisatielaag aan de noordelijke perceelsgrens. Op het pad naar Vinkwijkweg kon niet verder worden ontgraven, vanwege de ligging van kabels en leidingen. Tegen de noordelijke perceelsgrens is vanaf 2 m-mv. een stabilisatielaag bestaande uit waterglas achtergebleven.

Door de uitgevoerde (sanerings)werkzaamheden zijn voor de beoogde woonfunctie geen milieuhygiënische belemmeringen aanwezig. Bij de inrichting c.q. bouwrijp maken van dit terrein, moet echter wel rekening worden gehouden met:

  • de achtergebleven stabilisatielaag in de ondergrond aan de noordelijke perceelsgrens;
  • de achtergebleven restverontreiniging in het pad naar Vinkwijkweg;
  • de aanwezige kabels en leidingen op en nabij de perceelsgrenzen;
  • de ligging in het grondwaterbeschermingsgebied, waardoor bij graaf- en bouwactiviteiten e.d. een ontheffing bij de provincie aangevraagd moet worden.