Plan: | Heuvelstraat - Eltenseweg Stokkum |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1955.bpsgskkwonhstelwg-on01 |
Sinds 2007 is in Nederland de Wet op de archeologische monumentenzorg van kracht, die de volledige implementatie van het Verdrag van Malta (1992) in de Monumentenwet (1988) betekent. De Nederlandse overheid heeft zich met de ondertekening van het Verdrag van Malta er toe verplicht bij ruimtelijke plannen rekening te houden met het archeologische 'bodemarchief'.
De Monumentenwet heeft derhalve als doel de bescherming van het 'bodemarchief'. Het is daarom van belang om in beeld te krijgen welke archeologische waarden in het plangebied aanwezig zijn.
Plangebied
In het kader van de onderzoeksplicht heeft Vestigia een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd. De bevindingen uit het onderzoeksrapport met de titel 'Nieuwbouw van woningen locatie Heuvelstraat-Eltenseweg te Stokkum, gemeente Montferland' en kenmerk V10-1987 zijn hieronder beschreven. Het onderzoeksrapport is in zijn geheel te vinden in bijlage 1.
Het plangebied heeft op basis van de gemeentelijke archeologische verwachtingenkaart alsmede het bureauonderzoek een middelhoge verwachting op archeologische sporen vanaf het Laat-Paleolithicum (jager-verzamelaars/landbouwers). Tijdens het veldonderzoek door middel van karterende boringen is gebleken dat zich binnen het plangebied een humeus dek bevindt, met een grote variatie in dikte. Het plangebied is mogelijk in het verleden geëgaliseerd en vergraven, waarbij in ieder geval het centrale gedeelte van het plangebied tot grote diepte is verstoord. In geen van de boringen zijn ondanks het karterende karakter van het booronderzoek (inclusief zeven van de opgeboorde monsters op een 4 mm zeef) archeologische indicatoren aangetroffen.
Op basis van dit veldonderzoek dient de archeologische verwachting dan ook te worden bijgesteld naar ‘laag’. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt dan ook geadviseerd geen nader archeologisch onderzoek te doen en worden geen bezwaren gezien in de voortgang van de bouwplannen. Gezien het nooit volledig is uit te sluiten dat tijdens eventueel grondverzet een ‘toevalsvondst’ wordt gedaan, is het wenselijk de uitvoerder van dit grondwerk te wijzen op de plicht om hiervan zo spoedig mogelijk melding te doen bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Uit de beoordeling van de regio archeoloog komt naar voren dat het onderzoek conform de hiervoor geldende normen en richtlijnen in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA versie 3.2, protocollen BO & IVO) is uitgevoerd. De beoordeling van het onderzoeksrapport geeft geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Op basis van de onderzoeksresultaten en de voorgenomen ingrepen in het plangebied, is geconcludeerd dat bij de uitvoering van de plannen geen archeologische waarden zullen worden verstoord. Op basis hiervan wordt aanbevolen om het plangebied vrij te geven.
Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en54 van de Monumentenwet 1988 geldt een meldingsplicht bij de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap i.c. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (vondstmelding via ARCHIS) verplicht. Met betrekking tot de bevindingen van onderhavig onderzoek dient contact opgenomen te worden met het bevoegd gezag, de gemeente Montferland.
Het aspect Archeologie vormt geen belemmering voor de uitvoering van de voorgenomen bouwactiviteiten.