direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Plantsoensingel- Zuid
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bpsgshbwonplasinzd-on01

3.2 Provinciaal en regionaal beleid

Streekplan Gelderland 2005

Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland is vastgelegd in het streekplan Gelderland 2005. Na de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening heeft het streekplan de status van structuurvisie gekregen.

Op grond van het streekplan Gelderland 2005 behoort het plangebied tot het bebouwd gebied 2000 (multifunctioneel gebied). In het provinciale beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen 'bestaand bebouwd gebied' en stedelijke uitbreiding. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. Hiervoor zijn nodig:

  • een verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en openbare ruimte door fysieke aanpassingen;
  • het oplossen en voorkomen van milieuproblemen en -knelpunten door een duurzame planontwikkeling;
  • door kwalitatief woonbeleid bevorderen dat woonmilieus en de kwaliteit van de woningen aansluiten op de vraag van de inwoners van Gelderland;
  • intensivering van het stedelijk grondgebruik, maar wel met behoud van karakteristieke elementen en zorgvuldig omgaan met open ruimten daarbinnen;
  • optimalisering van het gebruik van het bestaand bebouwd gebied: meer gebruik van de verticale dimensie (hoogte, diepte) en van de tijdsdimensie (meervoudig gebruik van dezelfde gebouwde ruimte).


Kernkwaliteiten Waardevolle landschappen (uitwerking Streekplan Gelderland 2005)

In deze streekplanuitwerking zijn de kernkwaliteiten landschap en cultuurhistorie die in het streekplan voor de Waardevolle landschappen zijn opgenomen vastgesteld.

De 'Waardevolle landschappen' bezitten belangrijke landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten, die deels overlappen met natuurlijke kwaliteiten.

Met de vaststelling van deze streekplanuitwerking worden de belangen van deze gebieden voor wat betreft de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten vastgelegd en beschermd.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.bpsgshbwonplasinzd-on01_0008.jpg"

Afbeelding 3.2 Kaart waardevol landschap Montferland


Voor een goede doorwerking naar (boven)lokale ruimtelijke plannen en inrichtingsplannen, en voor een goede invulling van de basisafwegingsformules 'nee, tenzij' en 'ja, mits' is het nodig om meer concreet aan te geven om welke landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten het gaat, waar deze voorkomen en hoe ermee om te gaan. Deze streekplanuitwerking voorziet hierin. De uitwerking komt tevens tegemoet aan de vraag van het Rijk aan de provincie (Nota Ruimte) om de wezenlijke kenmerken en waarden van Nationale landschappen te beschrijven.

Deze uitwerking is in lijn met de sturingsfilosofie van het streekplan: alleen bemoeienis ambiƫren wanneer er bovenlokale belangen in het geding zijn, maar daarover dan ook zo duidelijk mogelijk zijn.

Bij het omgaan met landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten in Waardevolle landschappen zijn er drie verschillende situaties met bijbehorende hoofdafwegingen voor de beoordeling van ruimtelijke initiatieven en bepalingen over wat de provincie van gemeenten vraagt.

Voor het Waardevol landschap Montferland, geldt het 'ja, mits'-regime: activiteiten zijn toegestaan mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt.

De te ontwikkelen locatie is opgenomen in Waardevol landschap 'Montferland', voor dit landschap zijn de te beschermen waarden:

  • Samenhangende eenheid van hooggelegen stuwwalkern met grootschalig besloten boslandschap met een krans van essen op de hellingen en een ring van dorpen en gehuchten aan de voet.

Doordat er sprake is van herstructurering van een bedrijventerrein worden deze waarden niet aangetast. Door de nieuwe invulling van de bestaande ruimte in een hogere dichtheid wordt het contrast tussen de kern 's-Heerenberg en de hooggelegen stuwwalkern met grootschalig boslandschap.

  • Zicht vanuit de omgeving op de stuwwal

Deze waarden worden door de hoogte van de bebouwing (maximaal 3 bouwlagen) niet aangetast ten opzichte van de huidige situatie.

Doordat de voorgenomen ontwikkeling de kernkwaliteiten niet aantasten past de ontwikkeling binnen de bepalingen van deze Streekplanuitwerking.


Regionaal Plan 2005 - 2020 (Stadsregio Arnhem - Nijmegen)

Het Regionaal Plan 2005-2020 van de Stadsregio Arnhem Nijmegen (5 november 2007) vormt het richtinggevend kader voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen op het gebied van ruimte, economie, natuur, mobiliteit en culturele; en sociale ontwikkelingen. In dit Regionaal Plan kiest de stadsregio voor herstructurering, herontwikkeling en transformatie van de bestaande ruimte. Dit in tegenstelling tot het vorige regionale structuurplan, dat vooral gericht was op uitbreidingen, nieuwe infrastructuur en nieuwe bedrijventerreinen.

Wat betreft nieuwe verstedelijking stelt het Regionaal Plan dat binnen de 'Contour woningbouw' de gemeenten zelf bepalen zelf wat de te ontwikkelen locaties zijn en wat de aantallen zijn van de nieuw te bouwen woningen. De projectlocatie is gelegen binnen een contour woningbouw (een zoekzone verstedelijking conform de terminologie van het Streekplan). Aangezien de locatie binnen de contour gelegen is, is verstedelijking mogelijk.


Gelders Kwalitatief woonbeleid

Uitgangspunt van het Gelders kwalitatief woonbeleid is dat de gemeenten - samenwerkend in de onderscheiden (Wet gemeenschappelijke regelingen WGR) regio's - voorzien in een aanbod aan woningen, dat past bij de geconstateerde regionale kwalitatieve woningbehoefte. Dit is vastgelegd in het Kwalitatief Woonprogramma (KWP). Het KWP wordt periodiek bijgesteld om de afstemming tussen de (kwalitatieve) vraag en het aanbod op de woningmarkt te actualiseren. De inspanningen ten aanzien van de woningbouw richten zich op het realiseren van de (op grond van prognoses en woningbehoefte onderzoek bepaalde) regionale woningbehoefte. Deze wordt bepaald in overleg met de in regionaal verband samenwerkende gemeenten. Het resultaat van dit overleg wordt periodiek vastgelegd in afspraken tussen provincie en (samenwerkende) gemeenten in het Kwalitatief Woonprogramma. Dit wordt door Gedeputeerde Staten vastgesteld in de vorm van een uitwerking van het streekplan.

Het Gelders kwalitatief woonbeleid richt zich zowel op bestaand bebouwd gebied (herstructurering, transformatie) als op nieuw stedelijk gebied (uitbreiding). De belangrijkste ruimtelijke beleidsaccenten zijn:

  • het aanbod aan woningen en woonmilieus moet beter aansluiten bij de voorkeuren van bewoners (om deze reden bevordert de provincie vooral de realisatie van woningen voor ouderen en starters en van de woonmilieus centrum stedelijk en landelijk wonen);
  • een versnelling van herstructurering en transformatie van bestaand bebouwd gebied;
  • het aanpakken van de stagnerende (nieuwbouw)productie;
  • het vergroten van het aanbod aan levensloopbestendige woningen en wijken;
  • het versterken van verscheidenheid en identiteit.


Het Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 (KWP 3) is op 12 januari 2010 vastgesteld door Gedeputeerde Staten en geeft een actueel beeld van de programmatische opgave voor de Stadsregio Arnhem; Nijmegen. De gemeente Montferland maakt hier deel van uit. De huidige gezamenlijke woningbouwprogramma's van de gemeenten (en woningbouwcorporaties) laten voldoende nieuwbouw zien in vergelijking met de woningbehoefte.