direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Lengel, Antoniusstraat 8E
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bpsglglwonantons8e-or01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor maximaal 1 vrijstaande woning ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand', met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

4.2 Bouwregels
4.2.1

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. goot- en bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goot- en bouwhoogte.
4.2.2

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 1,5 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bouwvergunningplichtige bijgebouwen en overkappingen op het bouwperceel mag niet meer dan 100 m2 bedragen;
  • c. goothoogte maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,4 m;
  • d. bouwhoogte maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw - 2 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m.
4.2.3

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2 m;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
4.3 Ontheffing van de bouwregels
4.3.1

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. artikel 4.2.1 voor het bouwen van aan- en uitbouwen, uitsluitend in de vorm van erkers. Voor het verlenen van ontheffing gelden de volgende eisen:
    • 1. de diepte ten opzichte van de voorgevel mag maximaal bedragen:
      a. indien het voorerf ten minste 6 m diep is: 2,5 m;
      b. indien het voorerf minder dan 6 m diep is: 1,5 m;
      c. de breedte mag maximaal 60% van de breedte van de voorgevel van de woning bedragen;
    • 2. de bouwhoogte mag maximaal bedragen:
      a. 0,25 m hoger dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning maar in totaal niet meer dan 4 m;
      b. indien de woning bestaat uit één bouwlaag, maximaal de goothoogte van de woning doch niet hoger dan 5 meter;
    • 3. onverminderd het vorenstaande dient de afstand tot de openbare weg of het openbaar groen minimaal 1 m te bedragen;
    • 4. onverminderd het vorenstaande dient de afstand tot het zijerf minimaal 0,25 m te bedragen.
  • b. artikel 4.2.2 onder a voor het verkleinen van de afstand van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping tot aan (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel voor het bouwen van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw met dien verstande dat de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2,5 m bedraagt.
4.3.2

Ontheffing als bedoeld in artikel 4.3.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
4.4 Ontheffing van de gebruiksregels
4.4.1

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 4.1 ten behoeve van een aan huis gebonden beroep, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, mits de gezamenlijke oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep niet meer bedraagt, in voorkomend geval samen met de oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, dan 30% van de totale oppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen, en ieder geval niet meer dan 50 m2.

4.4.2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 4.1 ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, mits:

  • a. het betreft bedrijven die in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 en 2, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft hun gevolgen voor de omgeving;
  • b. de gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep als bedoeld onder lid 1 niet meer bedraagt dan 30% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen, en in ieder geval niet meer dan 50 m2;
  • c. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van het bedrijf plaatsvindt;
  • d. de bedrijfsactiviteiten geen kappersactiviteiten, horeca of detailhandel betreffen, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteit;
  • e. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat:
    • 1. het parkeren ten behoeve van het bedrijf zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden, en
    • 2. behoudens in- en uitladen, geen bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning mogen plaatsvinden;
  • f. de bedrijfsactiviteiten door hun aard en visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties, het woonkarakter van de buurt niet onevenredig aantasten.