Plan: | kernen Loerbeek - Loil - Nieuw-Dijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1955.bpsgkrnkrnlrblolnd-or01 |
In 2006 heeft de gemeente Montferland, Woningstichting Bergh en Laris Wonen en Diensten een visie geformuleerd op de woningbouw in de kernen van de gemeente Montferland voor de jaren 2005-2015. Doel van de visie is een goed beeld te krijgen van de woningbehoefte in de gemeente. Niet alleen de aantallen te bouwen woningen is van belang maar ook inzicht in welke woningen (type, prijs, doelgroep) en op welke locatie. In totaal dienen minimaal 1.310 woningen te worden gebouwd. het indicatieve woningbouwprogramma kent mogelijkheden voor de bouw van ruim 1.900 woningen. Deze extra ruimte van circa 600 woningen kan worden ingezet voor de te verwachten snelle groei van de werkgelegenheid en getemporiseerd worden gerealiseerd bij een tegenvallende groei.
De nieuwe woningen dienen een positieve bijdrage te leveren aan de doorstroming en wooncarrière van inwoners van Montferland. In kwalitatieve zin dienen de woningen te voldoen aan de duurzaamheidsprincipes en flexibel te zijn.
Op 23 april 2009 is de Structuurvisie Montferland vastgesteld. De woningbouwcontouren uit het Regionaal Plan zijn overgenomen in de structuurvisie als 'contour bebouwd gebied'. Binnen deze contouren zijn de regionale regels (woonconcessies) van toepassing.
In de Woningwet is vastgelegd voor welke bouwwerkzaamheden een bouwvergunning nodig is. Bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) is bepaald welke bouwwerken vergunningsvrij zijn en voor welke bouwwerken een bouwvergunning aangevraagd moet worden. Alle vergunningplichtige bouwwerken dienen in principe te worden getoetst aan welstandseisen.
In de 1e wijzigingsnota gemeente Montferland (vastgesteld door de gemeenteraad, 27 november 2008) heeft de gemeente kwaliteitseisen geformuleerd voor alle bouwwerken die de beleving van de openbare omgeving beïnvloeden.
Relatie tussen bestemmingsplan en welstandbeleid
Het bestemmingsplan en de welstandsnota functioneren naast elkaar. Het bestemmingsplan regelt onder meer de functie en het ruimtebeslag van bouwwerken. Datgene wat door het bestemmingsplan wordt mogelijk gemaakt kan niet door welstandscriteria worden tegengehouden. De architectonische vormgeving van bouwwerken valt buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan. De welstandsnota doet daar uitspraken over. De ruimte die het bestemmingsplan biedt kan door de welstandscriteria gebruikt worden ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit. Als een bouwplan voldoet aan het bestemmingsplan, maar het ontwerp te sterk afbreuk doet aan de ruimtelijke beleving van het gebied, kan een negatief welstandsadvies gegeven worden. Voorwaarde is dan wel dat de welstandsnota daartoe de argumenten levert. Deze argumenten zijn vastgelegd in de zogenaamde gebiedscriteria. Het gaat om gebieden met een samenhang in de verschijningsvorm in de bebouwing.
Voor de kernen worden de volgende gebiedstypologieën onderscheiden:
Er is onderscheid gemaakt in vier welstandsniveaus. Dit onderscheid hangt samen met de mate waarin de bouwaanvragen op redelijke eisen van welstand getoetst worden. De welstandsniveaus variëren in aard van 'welstandsvrij' tot 'bijzonder'.
Voor de kernen Loerbeek, Loil en Nieuw-Dijk gelden de volgende gebiedstypologieën en waarderingen:
Naam kern | Omschrijving deelgebied | Waardering | |
Loerbeek | 2c Loerbeek woongebied | gangbaar | |
Loil | 8a Loil lintbebouwing | gangbaar | |
8b Loil woongebied | welstandsluw | ||
Nieuw-Dijk | 9a Nieuw-Dijk lintbebouwing | gangbaar | |
9b Nieuw-Dijk woongebied | welstandsluw |