direct naar inhoud van Artikel 14 Wonen
Plan: kernen Loerbeek - Loil - Nieuw-Dijk
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bpsgkrnkrnlrblolnd-on01

Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen,
  • b. beroep aan huis,
  • c. handel in koi en koudwatervissen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - handel in koi en koudwatervissen' ,
  • d. recreatiewoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', en
  • e. tuinen en erven.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 14.1, mogen uitsluitend worden gebouwd woningen, aan- of uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en bouwwerk, geen gebouw zijnde, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair.

14.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 14.2.1 gelden de volgende bepalingen:

woningen

  • a. woningen mogen uitsluitend worden gebouwd met de voorgevels in of ten hoogste 3 m achter de bouwgrens, die is gekeerd naar de weg, waaraan het betreffende gebouw is gelegen;
  • b. binnen bouwvlakken mogen woningen uitsluitend worden gebouwd op de daarbij aangegeven wijze ter plaatse van de aanduiding:
naam aanduiding   bouwwijze  
aaneengebouwd   aaneen, niet-gestapeld  
twee-aan-een   halfvrijstaand of vrijstaand  
vrijstaand   vrijstaand  

  • c. binnen een bestemmingsvlak mag tussen twee niet aaneengebouwde woningen, zonder aanbouwen of aangebouwde bijgebouwen, de afstand van elk van de woningen tot de onderlinge zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 3 m bedragen;
  • d. de diepte van woningen, zonder aanbouwen of aangebouwde bijgebouwen, mag niet meer bedragen dan de bij de bouwwijze aangegeven diepte:
    bouwwijze   max. diepte  
    aaneengebouwd   10 m  
    twee-aan-een   12 m  
    vrijstaand   15 m  
  • e. de goot- en bouwhoogte van woningen mogen niet meer bedragen dan 4 m respectievelijk 9 m, of, in voorkomend geval, niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" respectievelijk "maximale bouwhoogte (m)" is aangegeven;

aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

  • f. voor de diepte van aan- en uitbouwen geldt het volgende:
    • 1. de gezamenlijke diepte van een woning en een aan- en uitbouw aan de achtergevel daarvan mag niet meer bedragen dan de krachtens het bepaalde onder d toegestane diepte van de betreffende woning plus 3 m;
    • 2. de diepte van een aan- of uitbouw aan de zijgevel van een woning en het verlengde daarvan mag niet meer dan 3 m bedragen,

onverminderd het bepaalde onder g;

  • g. aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend op ten minste 1 m afstand achter de voorgevelrooilijn van de woning worden gebouwd;
  • h. de gezamenlijke oppervlakte van bouwvergunningplichtige bijgebouwen en overkappingen mag, onverminderd het bepaalde onder I, op bij eenzelfde woning behorende gronden als bedoeld in lid 14.1, en in artikel 11 (Tuin), met een oppervlakte van:
    • 1. maximaal 400 m², niet meer dan 75 m² bedragen;
    • 2. meer dan 400 m², niet meer dan 100 m² bedragen;
  • i. van de bij een woning behorende, aan de oorspronkelijke woning aansluitende gronden als bedoeld in lid 14.1, en in artikel 11 (Tuin), mag ten hoogste 50% worden bebouwd;
  • j. de goothoogte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 4 m en de bouwhoogte niet meer dan 5 m;

bouwwerken, geen gebouw zijnde

  • k. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
pergola's   3 m  
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein waarop een gebouw staat:   2 m  
overige erf- of perceelafscheidingen:   1 m  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde:   4,5 m  

vloeroppervlakte aan huis gebonden beroep

  • l. de gezamenlijke oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep mag, in voorkomend geval samen met de oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis als bedoeld in sublid 14.4.1 niet meer bedragen dan 30% van de totale oppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen, en ieder geval niet meer dan 50 m².

recreatiewoning

  • m. van een recreatiewoning mag de goothoogte niet meer dan 4 m en de bouwhoogte niet meer dan 9 m bedragen;

14.3 Specifieke gebruiksregels
14.3.1 Recreatiewoningen

Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, is in ieder geval ook het gebruik van recreatiewoningen voor permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen.

14.3.2 Handel in koi en koudwatervissen

Ten aanzien van handel in koi en koudwatervissen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - handel in koi en koudwatervissen' gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bedrijfsactiviteiten moeten ondergeschikt zijn aan de woonbestemming en mogen door hun aard en visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties, het woonkarakter van de buurt niet onevenredig aantasten;
  • b. de bedrijfsactiviteiten mogen ten hoogste twee dagen in de week voor publiek geopend zijn;
  • c. de bedrijfsactiviteiten mogen niet leiden tot een onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk in de omgeving van de betreffende woning.
14.4 Ontheffing van de gebruiksregels
14.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 14.1, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:

  • a. het betreft bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 en 2, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft hun gevolgen voor de omgeving;
  • b. de gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep als bedoeld in sublid 14.2.2, onder l, niet meer bedraagt dan 30% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen, en in ieder geval niet meer dan 50 m²;
  • c. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van het bedrijf plaatsvindt;
  • d. de bedrijfsactiviteiten geen horeca of detailhandel betreffen, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteit;
  • e. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat:
    • 1. het parkeren ten behoeve van het bedrijf zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden, en
    • 2. behoudens in- en uitladen, geen bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning mogen plaatsvinden, en
  • f. de bedrijfsactiviteiten door hun aard en visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties, het woonkarakter van de buurt niet onevenredig aantasten.

14.4.2 Procedure

Bij de voorbereiding van een besluit omtrent het verlenen van ontheffing als bedoeld in sublid 14.4.1, wordt het ontwerpbesluit ter inzage gelegd voor een periode van twee weken.