direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Parapluherziening Wonen en Horeca
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bpsgkrnalgwonhorca-on01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Europese wetgeving en wetgeving van de afzonderlijke landen in de Europese Unie maken het mogelijk dat ingezetenen van deze landen binnen de gehele Europese Unie mogen werken. Dat is mogelijk zonder dat hiervoor door het betreffende land nog afzonderlijk toestemming in welke zin dan ook moet worden verleend aan werkgevers of werknemers. Er bestaat een groeiende belangstelling voor het (tijdelijk) inzetten van werknemers uit het buitenland.

Ook in de gemeente Montferland is deze toenemende belangstelling merkbaar en ook hier zien we steeds vaker dat deze zogenoemde arbeidsmigranten werkzaam zijn in de industriële-/ logistieke sector en de bouwwereld. Deze arbeidsmigranten hebben hier ook huisvesting nodig. Enerzijds onderkent de gemeente het belang van arbeidsmigranten voor onze economie en het belang en de noodzaak om deze personen een waardige en veilige omgeving te bieden voor de duur dat zij in onze gemeente verblijven. Anderzijds wil de gemeente de huisvesting onder controle houden en de richting bepalen. De huisvesting moet zijn toegesneden op de 'menselijke maat' en op de mogelijkheden in de omgeving.

In de huidige bestemmingsplannen voor de kernen van de gemeente Montferland zijn woonvormen die voorkomen bij de huisvesting van arbeidsmigranten, planologisch gezien, zonder meer toegestaan. Om de regie te houden op de huisvesting van arbeidsmigranten, heeft de gemeente Montferland dit bestemmingsplan opgesteld. Het bestemmingsplan heeft de vorm van een paraplubestemmingsplan. Dit betekent dat ter plaatse van het plangebied de geldende bestemmingsplannen onverkort van toepassing blijven, met uitzondering van de aanpassingen die in dit (paraplu)bestemmingsplan zijn opgenomen.

1.2 Plangebied en geldende bestemmingsplannen

Het plangebied betreft de gronden van de geldende bestemmingsplannen voor de kernen van de gemeente Montferland. Een uitzondering hierop vormen de locaties in deze kernen waar, na de vaststelling van het bestemmingsplan voor deze kern, een partiële herziening heeft plaatsgevonden. Op deze locaties speelt het eerder genoemde vraagstuk namelijk niet. Om dezelfde reden heeft dit paraplubestemmingsplan ook geen betrekking op het buitengebied van de gemeente Montferland.

In de navolgende tabel is weergegeven op welke geldende bestemmingeplannen dit paraplubestemmingsplan van toepassing is.

Plannaam   Identificatienummer   Vaststellingsdatum  
Centrum Didam 2010   NL.IMRO.1955.bpsgddmcntcentrdid-or01   28-04-2011  
Centrum 's-Heerenberg e.o.   NL.IMRO.1955.bpsgshbcntcentrshb-va01   30-01-2014  
Kernen   NL.IMRO.1955.bpsgkrnalgkernen-va01   30-06-2016  
Kom Beek   NL.IMRO.1955.bpsgbekkrnactubeek-or01   27-09-2012  
Kom Zeddam   NL.IMRO.1955.bpsgzedkrnactuzed-va01   19-12-2013  
Woonwijken Didam   NL.IMRO.1955.bpsgddmwwk-or01   28-06-2012  
Didam, Kerkwijk fases V, VI en VII   NL.IMRO.1955.bpsgddmwonkerkwyk5-va01   27-09-2018  

Voor de exacte begrenzing van het plangebied wordt verwezen naar de verbeelding, horend bij dit bestemmingsplan.

1.3 Leeswijzer

De toelichting is opgebouwd uit vier hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 het plan beschreven. In hoofdstuk 3 wordt de opbouw van de juridische regeling toegelicht. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de resultaten van de doorlopen procedure.

Hoofdstuk 2 Het plan

2.1 Situatieschets

Steeds meer groepen tijdelijke werknemers worden gezamenlijk ondergebracht in bestaande panden. Dit gebeurt onder andere in (voormalige) hotels en reguliere woningen. De omgeving is daar soms niet op berekend en ingesteld. Dit kan van invloed zijn op het woon- en leefklimaat van de omgeving. Hierbij zijn factoren als parkeerdruk en (geluid)hinder van belang. Er bestaat namelijk een ruimtelijk relevant verschil tussen bewoning door groepen die geen gezamenlijk huishouden voeren en door een gezin. Daarnaast is een woning niet toegesneden op bewoning door groepen.

In de praktijk blijkt dat door tijdelijke arbeidsmigranten of hun werkgevers panden worden gekocht, dan wel worden gehuurd, om in deze vraag naar (tijdelijke) huisvesting te voorzien. Intensieve bewoning (veel mensen in één pand) heeft, in een woonomgeving situaties van overlast en (vermeende) onveiligheid tot gevolg. Het is ook nadelig voor de bestaande sociale samenhang in een woonbuurt. Met name als er hiervoor teveel panden in een kern met een kleine gemeenschap worden aangewend.

De gemeente Montferland wil voorkomen dat de kwaliteit van huisvesting van arbeidsmigranten onvoldoende is. In de praktijk kunnen door de verschillende belangen van arbeidsmigranten en werkgevers /uitzend- en bemiddelingsbureaus onwenselijke situaties ontstaan. Werkgevers, uitzendbureaus en bemiddelingsbureaus zien mogelijkheden om inkomsten te verwerven uit de verhuur van panden en kamers. Dit kan in algemene zin leiden tot ruimtelijk ongewenste situaties, zoals onveilige vormen van huisvesting, overlast in de woonomgeving en zelfs mogelijk tot schrijnende huisvestingssituaties, waarbij de 'menselijke maat' ver te zoeken is.

Hoewel het huisvesten van inwoners van de gemeente los staat van herkomst en afkomst, zijn verschillende woonvormen en de hoeveelheid daarvan wel degelijk ruimtelijk relevant. De spreiding van woningtypes en doelgroepen (starters, ouderen, alleenstaanden) is van invloed op de dynamiek en leefbaarheid van een wijk of kern.

Het voorgaande betekent dat een goede huisvesting van arbeidsmigranten noodzakelijk en wettelijk verplicht is, maar dat ook moet worden afgewogen wat ruimtelijk gezien de beste locatie is en welke woonvormen geschikt zijn.

Een aantal van de geldende bestemmingsplannen in de kernen maakt de realisatie van bepaalde woonvormen mogelijk, die onwenselijk zouden kunnen zijn, vanwege de impact op de leefomgeving op bepaalde locaties. Om die reden wil de gemeente deze woonvormen met dit bestemmingsplan in eerste instantie uitsluiten. Indien zich initiatieven voordoen met betrekking tot woonvormen met bewoning door groepen, dan is een planologische procedure noodzakelijk en kan de gemeente een weloverwogen besluit nemen over het initiatief.

Om een goed afwegingskader te hebben voor ontwikkelingen rondom de huisvesting van arbeidsmigranten, wordt door de gemeente nieuw beleid voorbereid. Dit wordt het toetsingskader om af te wijken van dit bestemmingsplan (zie paragraaf 2.4).

2.2 Bestaande planologische mogelijkheden

In de geldende bestemmingsplannen is in een aantal bestemmingen de functie 'wonen' als één van de toegestane doeleinden opgenomen. Het gaat om bestemmingen als 'Centrum', 'Detailhandel', 'Dienstverlening', 'Gemengd', 'Horeca', 'Kantoor' en uiteraard 'Wonen'. Op een aantal van de bestemmingen is de doeleinde 'wonen' uitsluitend op de verdieping toegestaan. Dit betekent dat op de begane grond wonen niet is toegestaan, maar uitsluitend op de bouwlagen boven de begane grond (eerste en volgende verdiepingen).

De intentie van de doeleinde 'wonen' is om huisvesting in een woning mogelijk te maken, waarbij de bewoner(s) gezamenlijk één afzonderlijk huishouden vormen. De doeleinde 'wonen' en de bedoeling hiervan is echter niet verduidelijkt als begrip in de bestemmingsplannen. Uit jurisprudentie blijkt namelijk dat er voor een uitleg van de doeleinde 'wonen' niet mag worden aangesloten bij het begrip 'woning' ("een gebouw dat dient voor de huisvesting van (het huishouden) van één persoon"). In dat begrip wordt wel verduidelijkt dat een woning bedoeld is voor de huisvesting van één huishouden. Overigens blijkt dat ook niet in alle geldende bestemmingsplannen het begrip 'woning' is opgenomen.

Doordat de doeleinde 'wonen' niet nader is omschreven in de begrippen, moet onder wonen, zo blijkt uit jurisprudentie, wonen in de breedste zin van het woord worden verstaan. Dit betekent dat onder wonen ook andere woonvormen dan woonvormen voor één huishouden vallen. Het kan dan gaan om wonen in een samenstelling die niet gelijk te schakelen is met een huishouden, zoals kamerbewoning door arbeidsmigranten of studenten, waarbij sprake is van gedeelde gemeenschappelijke voorzieningen. Hiermee zijn mogelijk onwenselijke situaties met dergelijke woonvormen, planologisch gezien, zonder meer mogelijk.

Specifieke situatie

Vanwege het voorgaande kan het voorkomen dat men in (voormalige) hotels tevens mag wonen. En dat er ook meerdere arbeidsmigranten gevestigd kunnen worden in kamers van een hotel (meerdere huishoudens in één kamer). Dit acht de gemeente Montferland onwenselijk. Een hotel is bedoeld voor nachtverblijf voor beperkte duur.

2.3 Nieuwe regeling

De regulering van ongewenste woonvormen die een onevenredige impact kunnen hebben op de leefbaarheid, wordt juridisch-planologisch geregeld met dit paraplubestemmingsplan. Dit wordt gedaan door de bewoning van woningen door meer dan één huishouden uit te sluiten. Hierdoor zijn, zoals ook de intentie van de regeling in de geldende plannen altijd is geweest, woningen in principe weer bedoeld voor de huisvesting van één huishouden en het wonen in combinatie met (voormalige) hotels niet mogelijk.

De nieuwe regeling voorziet in een aanpassing van de begripsbepalingen en gebruiksregels van de geldende bestemmingsplannen voor de kernen van de gemeente Montferland.

Begrippen

De belangrijkste wijzigingen die zijn doorgevoerd in de begrippen, betreffen de begrippen: huishouden, wonen en woning. In veel van de geldende bestemmingsplannen is in de bestemmingsomschrijvingen de doeleinde 'wonen' toegestaan. Deze doeleinde liet meerdere huishoudens toe in één woning. Door het begrip 'wonen' in dit bestemmingsplan op te nemen en ook in het begrip 'woning' aan te geven dat een woning voor één huishouden is bedoeld, wordt duidelijkheid geschept dat een woning is bedoeld voor één huishouden. In het begrip 'woning' is tevens duidelijk weergegeven dat een woning dient te zijn voorzien van eigen voorzieningen met in ieder geval een eigen toegang, toiletruimte, badruimte en een keuken met kooktoestel.

Omdat in de begrippen 'wonen' en 'woning' wordt verwezen naar 'huishouden' is ook voor deze term een begrip opgenomen, zodat hier geen verwarring over ontstaat.

De overige begrippen zijn opgenomen omdat deze in de geldende bestemmingsplannen niet (overal) waren opgenomen en deze voor een goed begrip van de planregels wel van belang zijn.

Gebruiksregels

De gemeente Montferland acht de combinatie van een hotel met woningen in eenzelfde gebouw onwenselijk. Om die reden wordt de doeleinde 'wonen' in combinatie met de functie 'hotel' (vallende onder de doeleinde 'horeca') uitgesloten. Ter verduidelijking is tevens een begrip voor 'hotel' opgenomen om aan te geven wat wordt verstaan onder een 'hotel'.

Ter verduidelijking dat een woning bedoelt is voor maximaal één huishouden, is een regeling opgenomen die bepaalt dat het gebruik van een woning door meer dan één huishouden in strijd is met het bestemmingsplan. Ditzelfde geldt ook voor het uitsluiten van wonen in combinatie met een hotel.

2.4 Afwijken van de nieuwe regeling

Met het paraplubestemmingsplan wordt de huisvesting van meerdere arbeidsmigranten in één woning uitgesloten. De vraag naar huisvesting van arbeidsmigranten blijft echter. Om initiatieven voor de huisvesting van meerdere arbeidsmigranten in één woning mogelijk te maken, moet door de vaststelling van dit paraplubestemmingsplan, een planologische procedure worden doorlopen.

Bij de planologische procedure zal moeten worden aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening en kan tevens worden gewaarborgd dat de huisvesting van arbeidsmigranten volgens een 'menselijke maat' plaatsvindt. Hiermee kan de gemeente een weloverwogen besluit nemen om gewenste ontwikkelingen toe te staan en ongewenste ontwikkelingen juist tegengaan.

De planologische procedure kan plaatsvinden op basis van de zogenaamde 'kruimelgevallenregeling'. Een kruimelgeval is een buitenplanse afwijking op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De Wabo biedt met artikel 2.12, eerste lid, onder a, onderdeel 2, in samenhang met artikel 4, lid 9 van bijlage II van het Besluit ruimtelijke ordening, de mogelijkheid voor het college van burgemeester en wethouders om, ondanks de strijdigheid met het bestemmingsplan, toch een omgevingsvergunning te verlenen voor een functieverandering van een bestaand pand. Voor een omgevingsvergunning met een kruimelgeval is de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing.

Hoofdstuk 3 Juridische planaspecten

3.1 Algemeen

Het bestemmingsplan heeft de vorm van een paraplubestemmingsplan. Dit betekent dat de ter plaatse geldende bestemmingsplannen (zie paragraaf 1.2) onverkort van toepassing blijven, met uitzondering van de aanpassingen in de regels die in dit (paraplu)bestemmingsplan zijn opgenomen.

De indeling van de regels van dit bestemmingsplan is als volgt: Hoofdstuk 1 'Inleidende regels', Hoofdstuk 2. 'Algemene regels' en Hoofdstuk 3 'Overgangs- en slotregels'.

3.2 Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Hoofdstuk 1 omvat een artikel met de begripsomschrijvingen. Deze begripssomschrijvingen hebben betrekking op het bestemmingsplan 'Parapluherziening Wonen en Horeca' zelf. De wijzigingen en toevoeging van de begrippen aan de geldende bestemmingsplannen zijn opgenomen in Hoofdstuk 2.

3.3 Hoofdstuk 2 Algemene regels

In de algemene regels (Hoofdstuk 2) worden de aanpassingen en toevoegingen aan de geldende bestemmingsplannen weergegeven. Voor een inhoudelijke beschrijving van deze aanpassingen en toevoegingen worden verwezen naar paragraaf 2.3 van deze toelichting.

3.4 Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Hoofdstuk 3 (Overgangs- en slotregels) omvat de volgende wettelijk verplichte artikelen: een overgangsbepaling en een titelbepaling.

Hoofdstuk 4 Procedure

Te zijner tijd worden in dit hoofdstuk of in een separate bijlage de resultaten van de procedure verwerkt.