direct naar inhoud van Artikel 17 Wonen
Plan: Woonwijken Didam
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bpsgddmwwk-on01

Artikel 17 Wonen

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. beroep aan huis;
  • c. kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • d. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • e. bedrijven, die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 en 2, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft hun gevolgen voor de omgeving, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
  • f. zorgwoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning';
  • g. pension wooneenheden, ter plaatse van de aanduiding ''specifieke vorm van wonen' – pension wooneenheden', met dien verstande dat het gezamenlijk aantal pension wooneenheden binnen het plangebied niet meer dan zes bedraagt;
  • h. huisartsenpraktijk of tandartsenpraktijk, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', en
  • i. tuinen en erven.
17.2 Bouwregels
17.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 17.1, mogen uitsluitend worden gebouwd woningen, aan- of uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en bouwwerk, geen gebouw zijnde, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair.

17.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 17.2.1 gelden de volgende bepalingen:

woningen

  • a. woningen mogen uitsluitend worden gebouwd met de voorgevels in of ten hoogste 3 m achter de bouwgrens, die is gekeerd naar de weg, waaraan het betreffende gebouw is gelegen;
  • b. woningen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd, met dien verstanden dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' niet meer woningen zijn toegestaan dan in dat vlak aangegeven;
  • c. binnen bouwvlakken mogen vrijstaande, twee-aan-een gebouwde, aaneengebouwde en gestapelde woningen worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' uitsluitend aaneengebouwde, niet-gestapelde woningen mogen worden gebouwd;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' uitsluitend halfvrijstaande of vrijstaande woningen mogen worden gebouwd;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' uitsluitend vrijstaande woningen mogen worden gebouwd;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' uitsluitend gestapelde woningen mogen worden gebouwd;
  • d. binnen een bestemmingsvlak mag tussen twee niet aaneengebouwde woningen, zonder aanbouwen of aangebouwde bijgebouwen, de afstand van elk van de woningen tot de onderlinge zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 2,5 m bedragen;
  • e. de diepte van woningen, zonder aanbouwen of aangebouwde bijgebouwen, mag niet meer bedragen dan de bij de bouwwijze aangegeven diepte:
    bouwwijze   max. diepte  
    aaneengebouwd   12 m  
    twee-aan-een   12 m  
    vrijstaand   15 m  
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- afwijkende dieptematen' mag het bouwvlak volledig worden bebouwd;
  • g. de goot- en bouwhoogte van woningen mogen niet meer bedragen dan 6 m respectievelijk 10 m, of, in voorkomend geval, niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' respectievelijk 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • h. ter plaatsen van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende hoogte maten' mogen de goot- en bouwhoogte maximaal 7 meter bedragen voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. deze maatvoering geldt voor maximaal 40 m2 van de oppervlakte van het hoofdgebouw;
    • 2. deze maatvoering is niet toegestaan binnen een afstand van 3,9 meter tot de achterste bouwperceelgrens.

aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

  • i. voor de diepte van aan- en uitbouwen geldt het volgende:
    • 1. de gezamenlijke diepte van een woning en een aan- en uitbouw aan de achtergevel daarvan mag niet meer bedragen dan de krachtens het bepaalde onder d toegestane diepte van de betreffende woning plus 3 m;
    • 2. de diepte van een aan- of uitbouw aan de zijgevel van een woning en het verlengde daarvan mag niet meer dan 3 m bedragen,

onverminderd het bepaalde onder g;

  • j. aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend op ten minste 1 m afstand achter de voorgevelrooilijn van de woning worden gebouwd;
  • k. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen mag, onverminderd het bepaalde onder m, op bij eenzelfde woning behorende gronden als bedoeld in lid 17.1, en in artikel 12 (Tuin), met een oppervlakte van:
    • 1. maximaal 400 m², niet meer dan 75 m² bedragen;
    • 2. meer dan 400 m², niet meer dan 100 m² bedragen;
  • l. in afwijking van het bepaalde onder k:
    • 1. mag de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen op het perceel Meursweg 34 niet meer bedragen dan 270 m²;
    • 2. mogen bij gestapelde woningen uitsluitend bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met dien verstande dat de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen maximaal 4 m mag bedragen;
  • m. van de bij een woning behorende, aan de oorspronkelijke woning aansluitende gronden als bedoeld in lid 17.1, en in artikel 12 (Tuin), mag ten hoogste 50% worden bebouwd;
  • n. de goothoogte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 4 m en de bouwhoogte niet meer dan 5 m;

bouwwerken, geen gebouw zijnde

  • o. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
pergola's   3 m  
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein waarop een gebouw staat:   2 m  
overige erf- of perceelafscheidingen:   1 m  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde:   4,5 m  

vloeroppervlakte aan huis gebonden beroep

  • p. de gezamenlijke oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep mag, in voorkomend geval samen met de oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis als bedoeld in sublid 17.3.1 niet meer bedragen dan 30% van de totale oppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen, en ieder geval niet meer dan 50 m².
17.3 Afwijken van de gebruiksregels
17.3.1 Bedrijf aan huis

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 17.1, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:

  • a. het betreft bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1 en 2, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft hun gevolgen voor de omgeving;
  • b. de gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep als bedoeld in sublid 17.2.2, onder l, niet meer bedraagt dan 30% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen, en in ieder geval niet meer dan 50 m²;
  • c. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van het bedrijf plaatsvindt;
  • d. de bedrijfsactiviteiten geen kappersactiviteiten, prostitutie, horeca of detailhandel betreffen, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteit;
  • e. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat:
    • 1. het parkeren ten behoeve van het bedrijf zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden, en
    • 2. behoudens in- en uitladen, geen bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning mogen plaatsvinden, en
  • f. de bedrijfsactiviteiten door hun aard en visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties, het woonkarakter van de buurt niet onevenredig aantasten.
17.3.2 Zorgwoning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 17.1 onder f voor het toestaan van andere woningen dan zorgwoningen ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning', mits voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.