direct naar inhoud van 8.2 Zienswijzen
Plan: Heeghstraat, Didam
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bpsgddmwonheeghstr-va01

8.2 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan 'Heeghstraat, Didam van de gemeente Montferland heeft m.i.v. 8 december 2011 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens de termijn van ter inzage legging is een ieder de gelegenheid geboden om zienswijzen omtrent het ontwerpplan bij de raad kenbaar te maken. In totaal is er 1 zienswijze ingediend.

De zienswijze is binnen de termijn ingebracht, waardoor deze ontvankelijk is. Onderstaand is de zienswijze samengevat en van een reactie voorzien.

De heer J.G. Staring, Heeghstraat 37 te Didam (verzonden op 17 januari 2012)

  • 1. Reclamant stelt dat zijn woning haar landelijke, vrijstaande karakter verliest door de bestemmingsplanwijziging. Dit karakter komt naar voren doordat de woning vrij staat en de omliggende gronden de agrarische bestemming hebben.
  • 2. Door het realiseren van het bouwplan komt de meest nabij gelegen woning op korte afstand van de westgevel van reclamant te liggen. Er wordt gevreesd voor een beperking in de bouwmogelijkheden vanwege de gevoeliger bestemming op het buurperceel.
  • 3. Het woongenot zal sterk afnemen. Dit manifesteert zich door een toename van hinder (geluid/geur), een kwalitatieve afbreuk van het uitzicht, de schaduwwerking van de nieuwe woningen en de privacybeperking. Reclamant ziet zich geconfronteerd met een waardevermindering van diens eigendom, gelet op bovenstaande argumenten.
  • 4. De bouw van 5 vrijstaande woningen dient geen maatschappelijk belang. Reclamant is van mening dat het plan niet primair in een maatschappelijke behoefte voorziet en dat de gemeente het belang van reclamant niet ondergeschikt mag maken aan het financiële belang van de ontwikkelaar.

Gemeentelijke reactie:

  • 1. Het standpunt dat de woning haar landelijke, vrijstaande karakter verliest wordt niet geheel gedeeld. Het is niet zo dat de omliggende gronden allen de agrarische bestemming hebben. Op het perceel aan de Heeghstraat 35 is de bestemming 'bestaande niet-functioneel aan buitengebied gebonden niet-agrarische bedrijfsbebouwing' van toepassing, met als nevenbestemming TU (tuincentrum). De gronden aan de overzijde van de woning van reclamant hebben de bestemming 'wonen'. Het plangebied ligt bovendien in een lint van bebouwing (woningbouw aan zowel de oost; als westzijde) langs de Heeghstraat. Het bouwplan gaat uit van de realisatie van 5 vrijstaande woningen, welke naast elkaar gesitueerd zullen worden langs de Heeghstraat. Voor wat betreft de nieuwbouw van woningen is aansluitinggezocht bij de bestaande bebouwing in de directe omgeving. Deze bestaat hoofdzakelijk uit vrijstaande woningen van één bouwlaag met een kap. Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van vrijstaande woningen van één bouwlaag met kap. Dit correspondeert met de in het bestemmingsplan opgenomen bouw en nokhoogte van respectievelijk 4,5 en 10 meter.
  • 2. De herziening van het bestemmingsplan heeft geen negatieve invloed op de bouwmogelijkheden van reclamant. De bouwmogelijkheden van het perceel de Heeghstraat 37 zijn vastgelegd in het ter plaatse vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied'.
  • 3. De financiële waarde van de bebouwing in de omgeving is geen onderdeel van de ruimtelijke afweging zoals omschreven in het bestemmingsplan. Indien omwonenden menen schade te lijden als gevolg van de planherziening voorziet artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening in een mogelijkheid een verzoek tot planschadevergoeding in te dienen. Een verzoek tot planschade kan worden ingediend binnen 5 jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan.
  • 4. Het voormalig tuincentrum de Heegh aan de Heeghstraat 35 in Didam biedt sinds jaren een deplorabele aanblik. Als één van de invalswegen aan de oostzijde van Didam vormt dit allerminst een fraaie entree. Een herontwikkeling van het vervallen tuincentrum tot de bouw van 5 vrijstaande woningen zorgt voor een ruimtelijk en stedenbouwkundig passende invulling die ons inziens een enorme opwaardering van deze entree tot gevolg zal hebben. De herontwikkeling van het tuincentrum biedt daarmee ons inziens een maatschappelijk belang.


Conclusie

Op grond van bovenstaande komen wij tot de conclusie dat de ingebrachte zienswijze geen aanleiding geven voor het doorvoeren van verdere aanpassingen aan het bestemmingsplan en daarmee ongegrond worden geacht.