direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch met waarden
Plan: Kom Beek
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bpsgbekkrnactubeek-on01

Artikel 4 Agrarisch met waarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarische bedrijven, niet zijnde intensieve veehouderijen, boomkwekerijen en (glas-)tuinbouwbedrijven;
  • b. het (hobbymatig) houden van dieren en telen van gewassen;
  • c. instandhouding en ontwikkeling van natuurwaarden;
  • d. recreatief medegebruik;
  • e. water;
  • f. paden;
  • g. groen;
  • h. daarbij behorende voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1

Het bouwen van gebouwen op of in deze gronden is niet toegestaan.

4.2.2

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1

Het is verboden op de in artikel 4.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. egaliseren, ophogen, afgraven van gronden;
  • b. bebossen en beplanten met houtopstanden alsmede de aanleg van boomkwekerijen en sierteelt;
  • c. de aanleg van nieuwe landschapselementen buiten agrarische bouwvlakken niet zijnde erfbeplanting;
  • d. aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • e. aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.
4.3.2

Het onder 4.3.1 vervatte verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.3.1 is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke betreffen het normale onderhoud en beheer.
4.3.3

De onder 4.3.2 bedoelde werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien door die werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen het woon- en leefklimaat niet wordt aangetast.