Plan: | Bedrijventerreinen Montferland |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1955.bplggmtbdrmontflnd-on01 |
Een doel van de ruimtelijke ordening en het milieubeleid is het handhaven en verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving. In een bestemmingsplan wordt daarom onder andere ingezet op de milieuzonering van bedrijfsfuncties. Dit betreft het verantwoord vastleggen van de milieuhygiënische situatie in het plangebied. Het gaat erom dat voldoende ruimtelijke scheiding is tussen milieubelastende inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen anderzijds.
Bij de milieuzonering wordt gebruikgemaakt van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opgestelde uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering'2. Een kwalificatie van de bedrijfsfuncties in het plangebied vindt plaats op basis van de Staat van bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in voornoemde VNG-uitgave. Per milieuaspect (geur, stof, geluid, gevaar, lucht-, water- en bodemverontreiniging, verkeersaantrekkende werking en visuele hinder) is in deze brochure voor inrichtingen een afstand genoemd, die tot de dichtstbijzijnde milieugevoelige bebouwing in beginsel in acht moet worden genomen. Zonering op basis van de VNG-methode gebeurt aan de hand van een categorie-indeling. Bedrijven zijn in categorieën ingedeeld, waarbij de categorie is gekoppeld aan een afstand die aangehouden dient te worden tot gevoelige functies. Bepalend is de afstand van het meest hinderlijke milieuaspect, hetgeen resulteert in de zogenaamde grootste afstand. De grootste afstand is de afstand, die tenminste in acht dient te worden genomen ten opzichte van een rustige woonwijk. Binnen de grootste afstanden dient te worden afgewogen in hoeverre de functies passend zijn ten opzichte van elkaar.
In het plangebied komen in totaal vijf milieuzones voor. Hieronder is per milieuzone aangegeven welke inrichtingen zijn toegelaten op het bedrijventerrein:
Hier zijn bedrijven toegestaan in de categorie 1 tot en met 4.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten. Voor deze categorie geldt als grootste richtafstand 200 meter;
Hier zijn bedrijven toegestaan in de categorie 1 tot en met 4.2. Voor deze categorie geldt als grootste richtafstand 300 meter;
Hier zijn bedrijven toegestaan in de categorie 1 tot en met 5.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten. Voor deze categorie geldt als grootste richtafstand 500 meter.
Dit bestemmingsplan handhaaft in principe (met uitzondering van het industrieterrein De Fluun) de bestaande zonering. De huidige zonering van het industrieterrein De Fluun wordt aangepast. De bestaande geluidszone wordt verruimd om de overschrijdingen van geluidsniveaus op te lossen. Daarbij wordt aandacht besteed aan evenwicht tussen ruimte voor bedrijven en bescherming van de in de zone gelegen woningen.
Daar waar vergunde bedrijven gevestigd zijn met een hogere milieucategorie dan op basis van de zonering is toegestaan, is de categorie ter plaatse verruimd naar de vergunde categorie. Voor het bedrijventerrein De Fluun I geldt dat ten noorden van de spoorlijn de categorie is teruggebracht naar categorie 2 in verband met de nabije aanwezigheid van woningen.
In deelgebied 1: Kollenburg zijn bedrijven in de categorie 1 tot en met 4.2 toegestaan. In deelgebied 2: de Fluun zijn bedrijven tot en met categorie 4.2 mogelijk. Op de Immenhorst bedraagt de maximale milieucategorie 3.2 op het EBT is de maximaal toegestane milieucategorie 5.1 en op bedrijventerrein „t Goor is de maximale milieucategorie 4.2. In deelgebied 4: Matjeskolk zijn bedrijven in de categorie 1 tot en met 3.2 toegestaan.
Aangezien de bestaande (vergunde) bedrijfscategorieën gehandhaafd blijven en de wijzigingen in de toegestane categorieën geen negatieve milieueffecten op de omliggende gebieden hebben en er geen nieuwe bedrijven met een hogere milieucategorie zondermeer mogelijk worden gemaakt vormt het aspect bedrijven en milieuzonering geen belemmering voor dit bestemmingsplan.