direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Bedrijventerreinen Montferland, eerste herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bplggmtbdrmfherz01-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 20 december 2012 heeft de gemeenteraad van Montferland het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland' vastgesteld. Het gebruik van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland' heeft in de praktijk uitgewezen dat het plan op enkele punten bijstelling behoeft. Deze eerste herziening heeft met name tot doel om deze aanpassingen door te voeren. De aanpassingen in het bestemmingsplan hebben zowel betrekking op de regels als de verbeelding. In deze toelichting wordt een beschrijving gegeven van de aanpassingen die onderdeel uitmaken van deze eerste herziening. De aanpassingen betreffen actualisatie van de regels aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het repareren van enkele omissies in de regels, het verwerken van nieuw beleid, waaronder archeologiebeleid en het doorvertalen van enkele ontwikkelingen waarvoor recentelijk een omgevingsvergunning is verleend.

1.2 Parapluherziening

Deze eerste herziening van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Monterland’ betreft een parapluherziening. Dit betekent dat het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Monterland’ en de daarop gebaseerde wijzigingsplannen van toepassing blijven, voor zover daarin met deze eerste herziening geen wijziging wordt aangebracht. De eerste herziening heeft uitsluitend betrekking op de wijzigingen die in de regels worden aangepast alsmede op wijzigingen die in de verbeelding worden aangebracht. Zaken die onderdeel uitmaken van de eerste herziening zijn in paragraaf 1.3 op hoofdlijnen weergegeven.

1.3 Onderdelen eerste herziening

De eerste herziening voorziet zowel in aanpassing van de regels die op het gehele plangebied van toepassing zijn als wijzigingen in de regels voor specifieke locaties. Tevens voorziet de eerste herziening in een aanpassing van de verbeelding. De aanpassingen hebben overwegend betrekking op de volgende onderdelen:

  • 1. Het voldoen aan de RO-standaarden 2012 (SVBP en Stri);
  • 2. Verduidelijking van begripsdefinities en wijze van meten;
  • 3. Het repareren van enkele omissies in de regels;
  • 4. Het doorvertalen van enkele ontwikkelingen waarvoor recentelijk een omgevingsvergunning is verleend;
  • 5. Een doorvertaling van het bijgestelde archeologiebeleid (‘Archeologie met beleid’);
  • 6. Een doorvertaling van nieuwe beleidsaspecten.

1.4 SVBP 2012 en Stri 2012

Het SVBP en de Stri beogen een uniforme vormgeving van bestemmingsplannen. De bestemmingsplannen worden beschikbaar gesteld in een landelijke database, welke is te raadplegen via www.ruimtelijkeplannen.nl. Ten opzichte van de SVBP en Stri 2008 hebben enkele wijzigingen plaatsgevonden in de digitale vereisten aan de verbeelding. Het betreft hier onder meer enkele gebiedsaanduidingen. Voor zover deze gebiedsaanduidingen op de verbeelding van de eerste herziening worden opgenomen, worden deze vormgegeven overeenkomstig de Stri 2012.

1.5 Plangrens en plangebied

De plangrens van de eerste herziening wordt gevormd door de plangrens van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland' met dien verstande dat het Euregionaal bedrijventerrein II (EBT-II) bij 's-Heerenberg buiten het plangebied valt. De verbeelding van de herziening bestaat hiermee uit een actuele plangrens.

1.6 Leeswijzer

De toelichting bij dit bestemmingsplan betreft een aanvulling op de toelichting van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’. Slechts daar waar aanpassingen worden aangebracht ten opzichte van het op 20 december 2012 vastgestelde bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland' wordt waar relevant een nadere toelichting gegeven.

Hoofdstuk 2 Beleid

2.1 Inleiding

In de toelichting van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’ zoals vastgesteld op 20 december 2012 is in hoofdstuk 2 ‘beleid’ een uitgebreide beleidsparagraaf opgenomen. Daarin wordt een beschrijving gegeven van het ruimtelijk (relevante) beleid op zowel, rijks, provinciaal, regionaal als gemeentelijk schaalniveau. Voor zover aan de orde zijn de betreffende beleidsdocumenten doorvertaald in het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’.

Deze beleidsparagraaf gaat in op de nieuwe beleidsontwikkelingen welke dienen te worden doorvertaald in het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’.

Sinds de vaststelling van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’ op 20 december 2012 zijn de volgende zaken gewijzigd:

  • Op 23 juni 2016 heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu een brief naar de Tweede kamer gestuurd met het voornemen om de ladder voor duurzame verstedelijking te wijzigen.
  • Op 9 juli 2014 hebben Provinciale Staten de nieuwe Provinciale Omgevingsvisie die in de plaats treedt van het Streekplan 2005 (provinciale structuurvisie) vastgesteld. De bijbehorende Omgevingsverordening is vastgesteld op 24 september 2014. De Omgevingsvisie vervangt de huidige provinciale structuurvisie.
  • Op 7 april 2015 heeft de gemeenteraad van Montferland de archeologische verwachtingskaart en de cultuurhistorische waardenkaart vastgesteld.

2.2 Wijziging ladder voor duurzame verstedelijking

Het voornemen bestaat om de ladder voor duurzame verstedelijking, zoals vervat in artikel 3.1.6 Bro, te wijzigen. De procedure hiervoor is gestart. Artikel 3.1.6 Bro wordt als volgt gewijzigd:

Het tweede lid komt als volgt te luiden:

“2. De toelichting van een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan de voorgenomen stedelijke ontwikkeling. Indien blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied kan worden voorzien, bevat de toelichting een motivering daarvan en een beschrijving van de mogelijkheid om in die behoefte te voorzien op de gekozen locatie buiten het bestaand stedelijk gebied.“

Het derde lid komt als volgt te luiden:

“3. Indien in het bestemmingsplan toepassing is gegeven aan artikel 3.6, eerste lid, onder a of b, van de wet kan bij het bestemmingsplan worden bepaald dat het tweede lid niet van toepassing is op de toelichting bij het bestemmingsplan maar eerst op de toelichting bij het wijzigings- of uitwerkingsplan als bedoeld in dat artikel.“

In het vierde lid wordt “actuele regionale behoefte” vervangen door: “behoefte“.

Met de beoogde wijzigingen lijkt de ladder in essentie te gaan om de noodzaak om te onderbouwen dat de voorgenomen nieuwe stedelijke ontwikkeling voorziet in een behoefte plus een motivering indien de stedelijke ontwikkeling niet binnen bestaand stedelijk gebied kan worden gerealiseerd. Uitgangspunt is dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling in beginsel in bestaand stedelijk gebied wordt gerealiseerd en dat eerst als dat niet mogelijk is wordt gemotiveerd waarom die ontwikkeling niet in bestaand stedelijk gebied kan worden gerealiseerd. “Dat betekent dat alleen bij een ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied een nadrukkelijke motivering nodig is.“ (brief Minister aan tweede kamer, kenmerk IENM/BSK-2016/114675).

2.3 Omgevingsvisie

Op 9 juli 2014 hebben Provinciale Staten de Omgevingsvisie Gelderland vastgesteld. De Omgevingsvisie is een eerste stap van de provincie om samen te werken aan ‘opgaven’ die de provincie en haar partners delen. Het is een plan dat richting geeft en ruimte biedt, waarbij de provincie zich 4 rollen toedicht: ondernemend, inspirerend, verbindend en normerend. De provincie wil bijdragen aan een ‘toekomstig bestendig Gelderland’ en heeft daarvoor 2 doelen geformuleerd:

  • 1. een duurzame economische structuurversterking;
  • 2. het borgen van de kwaliteit en de veiligheid van de leefomgeving.


De komende jaren zullen minder in het teken staan van denken in termen van ‘groei’ en meer in termen van ‘beheer en ontwikkeling van het bestaande’. Een van de uitgangspunten van de omgevingsvisie is ‘ontwikkelen met kwaliteit’.

Ingezet wordt op waarborging en versterking van bestaande kwaliteiten. De stedelijke gebieden krijgen daarbij meer aandacht dan voorheen.


De provincie maakt in de omgevingsvisie onderscheid in 3 aandachtsgebieden:

  • a. Divers Gelderland: het herkennen van de regionale verschillen in maatschappelijke vraagstukken en opgaven en het koesteren van de regionale identiteiten;
  • b. Dynamisch Gelderland: de (ruimtelijk-economische) dynamiek en de geleiding daarvan op provinciaal niveau;
  • c. Mooi Gelderland: de Gelderse kwaliteiten die bescherming nodig hebben, die richting geven aan ontwikkeling en waarin wordt geïnvesteerd.


De provincie streeft onder de noemer van een ‘Dynamisch Gelderland’ naar een duurzame stedelijke ontwikkeling/duurzame economische structuurversterking. Van belang daarbij zijn het terugdringen van leegstand en overcapaciteit in plannen, regionale afspraken en planningen (programmeringsafspraken) en de Gelderse ladder voor duurzame verstedelijking. De ladder voor duurzame verstedelijking is gericht op het maken van goede afwegingen bij keuzes voor nieuwbouw. Daarbij wordt eerst gekeken of een bepaalde ontwikkeling binnen stedelijk gebied en binnen bestaande gebouwen kan worden opgevangen, alvorens wordt gekeken naar uitbreidingslocaties in aansluiting op het stedelijke gebied.

Bedrijvigheid

Ter versterking van de kansen voor bedrijvigheid zet de provincie gericht stappen om ruimte te bieden aan initiatiefnemers en om hen te faciliteren. Deze stappen zijn als volgt:

  • a. De provincie besteedt meer aandacht aan de versterking van opgaven in steden en stedelijke netwerken dan voorheen. De maatschappelijke opgaven in die gebieden maken dat dit noodzakelijk is. Stedelijke netwerken zijn van groot belang voor Gelderland als geheel: als motor voor de economie en vanwege de voorzieningen voor de gehele regio. Dit vertaalt zich naar meer investeringen en intensievere betrokkenheid van plan- en procesbegeleiding in die gebieden.
  • b. De provincie schept meer ruimte voor economie, voor kansen pakken. Dit doet de provincie door actief te zijn in de ondersteuning en facilitering van bestaande en nieuwe bedrijven in de(top)sectoren, logistiek, vrijetijdseconomie en door ook tuinbouw-aanverwante bedrijvigheid in de vijf clusters toe te laten, door duurzame groei van agrarische bedrijven toe te staan en door mee te denken over groei op bestaande locaties voor bedrijventerreinen. De provincie ondersteunt, faciliteert en handelt vanuit mogelijkheden en niet alleen vanuit kaders.
  • c. Er zijn meer mogelijkheden voor bedrijven in en rond natuur. De provincie heeft de Ecologische Hoofdstructuur opnieuw gedefinieerd in het Gelders Natuurnetwerk(GNN). In het GNN is uitsluitend sprake van een natuurbestemming. Hier ligt een opgave om nog 5.300 hectare natuur te ontwikkelen (was 11.000 hectare). De provincie richt zich op het realiseren van een robuust Gelders Natuurwerk met voldoende middelen voor het ontwikkelen, onderhouden en beheren op de langere termijn. De 'niet-natuur' in de voormalige Ecologische Hoofdstructuur (woningen, bedrijven, infrastructuur) heet voortaan de Gelderse Groene Ontwikkelingszone (GO). Het betreft 25.000 hectare grond. In de GO liggen ontwikkelingsmogelijkheden voor organisaties en particulieren. De ontwikkelingen moeten passen bij het karakter van het GO. De GO heeft een dubbele doelstelling. Er is ruimte voor verdere economische ontwikkeling in combinatie met versterking van de samenhang tussen aangrenzende en inliggende natuurgebieden.

Toetsing

In de Omgevingsvisie worden geen zaken genoemd die relevant zijn voor dit bestemmingsplan. Het betreft een parapluplan waarin enkele aanpassingen zijn meegenomen die niet van provinciaal belang zijn.

2.4 Omgevingsverordening

Op 24 september 2014 hebben Provinciale Staten de Omgevingsverordening Gelderland vastgesteld. De provincie beschikt over verschillende instrumenten waarmee zij haar ambities realiseert. De verordening wordt ingezet voor die onderwerpen waarvoor de provincie eraan hecht dat de doorwerking van het beleid van de Omgevingsvisie juridisch gewaarborgd is. De verordening voorziet ten opzichte van de Omgevingsvisie niet in nieuw beleid en is daarmee dus beleidsneutraal. De inzet van de verordening als juridisch instrument om de doorwerking van het provinciaal beleid af te dwingen is beperkt tot die onderdelen van het beleid waarvoor de inzet van algemene regels noodzakelijk is om provinciale belangen veilig te stellen of om uitvoering te geven aan wettelijke verplichtingen.

De Omgevingsverordening richt zich net zo breed als de Omgevingsvisie op de fysieke leefomgeving in de Provincie Gelderland. Dit betekent dat vrijwel alle regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving opgenomen zijn in de Omgevingsverordening. Het gaat hierbij om regels op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu, water, mobiliteit en bodem. De verwachting is dat de Omgevingsverordening op termijn alle regels zal gaan bevatten die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving.

Toetsing

In de Omgevingsverordening worden geen zaken genoemd die relevant zijn voor dit bestemmingsplan. Het betreft een parapluplan waarin enkele aanpassingen zijn meegenomen die niet van provinciaal belang zijn.

2.5 Archeologie

Met de wijziging van de Monumentenwet in 2008, waarin de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) is geïmplementeerd, is de zorg voor het nog aanwezige archeologische erfgoed bij de gemeenten neergelegd. Deze wetswijziging houdt onder andere in dat de gemeenteraad verplicht wordt gesteld om bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening te houden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten. Het uitgangspunt van deze wet is dat primair in het bestemmingsplan door middel van een archeologische verwachtings-/en maatregelenkaart met een daaraan gekoppeld beleidskader dient te worden vastgelegd waar zich archeologische waarden in de bodem (kunnen) bevinden en hoe daarmee wordt omgegaan.

Gelet op deze wettelijke plicht beschikt de gemeente Montferland sinds 2008 over een gedetailleerde waarden- en verwachtingskaart en een cultuurhistorische waardenkaart. Sinds de vaststelling van deze kaarten is inmiddels een groot aantal archeologische onderzoeken uitgevoerd, waardoor er meer actuele inhoudelijke inzichten zijn verkregen in de archeologische verwachting in de verschillende gebieden. Voor gebieden waaraan verwijzend naar gebiedskennis anno 2008 destijds een bepaalde archeologische kwalificatie is gegeven, kan in de huidige situatie - gelet op de gedane onderzoeken en actuelere gebiedskennis - een andere kwalificatie gelden.

Op 9 oktober 2012 is besloten tot een - in vergelijking met de in 2008 vastgestelde kaarten - wijziging van de beleidskaders (verruiming ondergrenzen voor archeologisch onderzoek). Dit betrof op dat moment een wijziging van het beleidskader met als uitgangspunt een onderbouwde en maatschappelijk verantwoorde balans tussen de gewenste dereguleringswensen voor met name burgers in het kader van de ruimtelijke ontwikkeling en anderzijds het zorgvuldig beheren van het (ondergronds) cultuurhistorisch erfgoed zoals dat in diverse wetten (Monumentenwet en Wro) is opgelegd. Deze verruiming van de ondergrenzen is beleidsmatig opgenomen in de door de gemeenteraad in december 2012 vastgestelde 'Archeologie met beleid'. In dit beleid is onder andere een versoepeling van de oppervlaktecriteria opgenomen. Daar waar in het vorige beleid nog de oppervlaktemaat gold van 30 m2 geldt nu een oppervlakte van 50 m2. Bij de maat van 100 m2 is het oppervlaktecriterium opgehoogd naar 250 m2 en bij 250 m2 is deze opgehoogd naar 1.000 m2. Deze verruimde ondergrenzen zijn reeds opgenomen in het vastgestelde bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland'.

Wijziging   Monumentenwet   Dubbelbestemming   Gemeente Oud   Gemeente Nieuw  
AMK-terreinen (AWG2)   0 m²   Waarde-Archeologie   0 m²   50 m²  
Gebieden met hoge archeologische verwachting (AWV5)   100 m²   Waarde archeologische verwachting 2   100 m²   250 m²  
Gebieden met middelmatige verwachting
(AWV6)  
100 m²   Waarde archeologische verwachting 3   100 m²   1.000 m²  
Gebieden met lage/specifieke verwachting (AWV7)   100 m²   Waarde archeologische verwachting 4   2.500 m²   5.000 m²  

Deze beleidsmatige verruiming diende echter nog vertaald te worden in (de verbeelding van) de te actualiseren gemeentelijke archeologische waardenkaart, de archeologische verwachtingskaart en de cultuurhistorische waardenkaart (hierna: AWK/CHW), met onder andere als doel om naast de reeds besloten verruiming van de ondergrenzen ook verruiming van de gebieden te bewerkstelligen (ic. minder verplichte archeologische onderzoeken).

De actualisatie van de AWK/CHW is in nauwe samenspraak met de lokale oudheidkundige verenigingen (HKB en OVD), amateurarcheologen (Werkgroep Archeologie Bergh), regionaal archeoloog, Natuurmonumenten, Koninklijke Landmacht en de gemeentelijke vakdisciplines uitgevoerd. De actualisatie betrof met name het bijwerken (actualiseren) van de bestaande AWK/CHW-kaarten uit 2008 inclusief het bijwerken van de achterliggende databestanden met nieuwe archeologische, historische en landschappelijke gegevens en inzichten. Verder heeft de actualisatie vanuit een bredere cultuurhistorische - en ruimtelijke analyse plaatsgevonden ten opzichte van de inventarisaties uit 2008. Elementen als – onder andere – historische nederzettingslocaties zijn nu tevens gelokaliseerd en beschreven in het kader van de archeologie. Daarnaast is er een aanvullende inventarisatie uitgevoerd naar archeologische resten uit de Tweede Wereldoorlog.

Op 7 april 2015 hebben B&W van Montferland de geactualiseerde archeologische waarden- en verwachtingskaarten vastgesteld met een verdere versoepeling van de beleidsregels. Deze vastgestelde beleidskaarten zijn hieronder weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.bplggmtbdrmfherz01-va01_0001.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.bplggmtbdrmfherz01-va01_0002.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.bplggmtbdrmfherz01-va01_0003.png"

Archeologische beleidskaart

De algehele herziening van de archeologische verwachtingskaart heeft geleid tot een reductie in omvang van de gebieden met een hoge en middelmatige archeologische verwachting en een aanzienlijke toename van de gebieden met een lage archeologische verwachting.

De nieuwe archeologische verwachtingskaart voorziet verder in enkele nieuwe typen gebieden die eerder niet waren opgenomen. Dit betreft:

  • a. gebieden met hoge archeologische verwachting met conserverend dek (AWV – categorie 5);
  • b. lage verwachtingszone met watergerelateerde archeologische resten (AWV – categorie 9);
  • c. open water, niet door natuurlijke oorzaken gevormd (AWV – categorie 10).

Op 1 juli 2016 is de Monumentenwet 1988 ingetrokken en de nieuwe Erfgoedwet in werking getreden. Deze wet bundelt de tot op het moment van inwerkingtreding van verschillende specifieke regelingen en wetten die er zijn voor het behoud en beheer van cultureel efgoed.

Doorvertaling naar het bestemmingsplan
De AWK/CHW is het uitgangspunt voor de nieuwe archeologische dubbelbestemmingen. Hierbij wordt aangesloten bij de bestaande typen archeologische dubbelbestemmingen in het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland'.

Gebieden met een hoge archeologische verwachtingswaarde worden overeenkomstig de regeling in het vigerende bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland' voorzien van een dubbelbestemming 'waarde-archeologische verwachting 2'. Gebieden met een middelmatige archeologische verwachting worden overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan voorzien van de dubbelbestemming 'waarde-archeologische verwachting 3'. De nieuwe archeologische bestemmingen overschrijven de bestaande archeologische dubbelbestemmingen zoals deze in het vigerende bestemmingsplan aan deze gronden zijn toegekend. Aan de gronden met de dubbelbestemming 'waarde-archeologische verwachting 2' wordt een extra gebiedsaanduiding 'conserverend dek' toegekend voor zover volgens de verwachtingskaart sprake is van gebieden met een conserverend dek. Ter plaatse van die aanduiding geldt in afwijking van de regulier vergravingsdiepte van 30 cm (waarbij archeologisch onderzoek aan de orde is) een vergravingsdiepte van 40 cm. In tegenstelling tot voorheen wordt aan gebieden met een lage archeologische verwachtingswaarde geen dubbelbestemming meer toegekend. De hierop betrekking hebbende regels (artikel 24) komen overeenkomstig het besluit van burgemeester en wethouders d.d. 7 april 2015 te vervallen.

Omdat het onderliggende bestemmingsplan met de geldende enkelbestemming, dubbelbestemming en (functie/gebieds)aanduidingen van toepassing blijft, dient ter plaatse van de gebieden waar in tegenstelling tot het vigerende bestemmingsplan de archeologische dubbelbestemming komt te vervalen, de gebiedsaanduiding 'overige zone-archeologie vervallen' op de verbeelding te worden opgenomen. In de daaraan gekoppelde regels is opgenomen dat aan de onderliggende dubbelbestemming archeologie met de daaraan gekoppelde regels geen juridische status meer toekomt.

Zie verder paragraaf 3.2 voor de aanpassingen in dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 3 Aanpassingen in de eerste herziening

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de zaken welke onderdeel uitmaken van de aanpassingen van onderhavig bestemmingsplan.

3.1 Aanpassing regels en verbeelding locatie specifiek

In de onderstaande tabel zijn de locaties opgenomen waar in het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland, eerste herziening’ een wijziging is doorgevoerd ten opzichte van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’. Het betreft locaties waar al een planologische procedure is doorlopen. De omgevingsvergunningen zijn reeds verleend. Het gaat slechts om het doorvertalen van de actuele planologische situatie in het bestemmingsplan.

Adres   Wijziging   Toelichting  
Bergvredestraat 10 te Didam   De bestemmingen ‘Bedrijfsdoeleinden II’, ‘Water’, ‘Groensingel’ en ‘Parkeerterrein’ worden gewijzigd in 'Groen', 'Maatschappelijk' en 'Verkeer-Verblijfsgebied'   Ten behoeve van de vestiging van het gemeentehuis.
 
's-Heerenbergseweg 5 te Lengel   Het bouwen van een woonhuis met bedrijfsruimte   Bestemming 'Tuin' wordt kleiner en bestemming 'Wonen' aangepast. In regels 'Wonen' mogelijkheid tot 'bedrijf met categorie 2'.  
Hoek Goorsestraat/
Handelsweg te 's-Heerenberg  
Het bouwen van een JOP (jongeren ontmoetingsplek)   Aanduiding 'jongeren ontmoetingsplek' toegevoegd.  
Nijverheidsstraat 4 te 's-Heerenberg   Het uitbreiden van een bedrijfsgebouw   Maximale bouwhoogte verhogen van 8 m naar 9 m.  
EBT-I   Aanpassing bebouwingsgrenzen   Corrigeren van de bebouwingsgrenzen waardoor deze in overeenstemming zijn met bestemmingsplan EBT-2008  
Rotonde kruising 's-Heerenberg N816/N827   Aanpassen plangrenzen verbeelding   Strook te noorden van N816 uit verbeelding verwijderen.  
Handelsweg 12 te 's-Heerenberg   Toevoegen artikel 6.3.5 Afwijken ten behoeve van hijsinstallaties noodzakelijk voor de bedrijfsvoering   De bouwhoogte mag maximaal 50% afwijken van de toegestane bouwhoogte  
Brede Steeg 8 te 's-Heerenberg   Naar aanleiding van een verleende omgevingsvergunning wordt een afwijkingsbevoegdheid opgenomen (artikel 6.3.6) ten behoeve van de bouw van mini windturbines op daken van bedrijven   Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de maximale bouwhoogte van gebouwen met maximaal 10 m. ten behoeve van de plaatsing van mini windturbines op bedrijfsgebouwen.  
Hoek Aalsbergen / Kollenburgerweg   Doortrekken 'Wro-zone wijzigingsgebied 6'   Tot aan bebouwingsgrens van daaronder gelegen perceel  
Nijverheidsstraat 2 te 's-Heerenberg   Het wijzigen van de bestemming “Maatschappelijk” in Bedrijventerrein   Het terrein van het inmiddels gesloopte verenigingsgebouw van 'De Blauwe Doffer' wordt betrokken bij het naastliggende bedrijf.  

3.2 Aanpassingen archeologische dubbelbestemming

Deze herziening voorziet o.a. in een doorvertaling van de bijgestelde archeologische verwachtingskaart en cultuurhistorische waardenkaart zoals beschreven in paragraaf 2.5 van de toelichting.


Hieronder is de doorvertaling van de beleidsregels m.b.t. tot de wijzigingen in de regels van de eerste herziening schematisch weergegeven:

Archeologische categorie   Oppervlakte/diepte cf. nieuwe kaart   Bedrijventerreinen Montferland   Bedrijventerreinen Montferland, eerste herziening  
Beschermd rijksmonument (AWG1)   Bescherming monumentenwet   Niet opgenomen (bij wet beschermd)   Niet opgenomen (bij wet beschermd)  
AMK-terreinen (AWG2)   50 m²/ 30 cm   Waarde - archeologie
50 m² en waarbij grondwerkzaamheden onder het maaiveld plaatsvinden  
Waarde - archeologie
50 m²/ grondwerkzaamheden dieper dan 30 cm onder maaiveld (Artikel 21)  
Archeologische vindplaats (AWG3)   100 m²/ 30 cm   Niet opgenomen   Niet opgenomen  
Historische stads- en dorpskernen
Nederzettingslocatie (AWV4)  
50 m²/ 30 cm   Niet opgenomen   Niet opgenomen  
Gebieden met hoge archeologische verwachting met conserverend dek (AWV5)   250 m²/ 40 cm   -   Waarde – Archeologische verwachting 2, met nadere aanduiding 'overige zone - conserverend dek' (Artikel 22)  
Hoge verwachtingszone (AWV6)   250 m²/ 30 cm   Waarde – Archeologische verwachting 2   Waarde – Archeologische verwachting 2 (artikel 22)  
Middelmatige verwachtingszone (AWV7)   1.000 m² / 30 cm   Waarde – Archeologische verwachting 3   Waarde – Archeologische verwachting 3 (artikel 23)  
Lage verwachtingszone (AWV8)   5.000 m² / 30 cm   Waarde – Archeologische verwachting 4   Vervallen (Artikel 24)  
Lage verwachtingszone Water gerelateerde archeologische resten (AWG9)   -   -   -  
Open water, niet door natuurlijke oorzaken gevormd (AWG10)   -   -   -  

Voor de aan de archeologische dubbelbestemmingen gekoppelde regels, is aansluiting gezocht bij de geldende regels. Artikel 22 ('waarde-archeologische verwachting 2') blijft betrekking houden op gebieden met een hoge archeologische verwachting en artikel 23 ('waarde-archeologische verwachting 3') blijft betrekking houden op gebieden met een middelmatige archeologische verwachting. Aan de gronden met de dubbelbestemming 'waarde - archeologische verwachting 2' wordt een extra gebiedsaanduiding 'conserverend dek' toegekend voor zover volgens de verwachtingskaart sprake is van gebieden met een conserverend dek. Ter plaatse van die aanduiding geldt in afwijking van de reguliere vergravingsdiepte van 30 cm (waarbij archeologisch onderzoek aan de orde is) een vergravingsdiepte van 40 cm. Artikel 24 ('waarde-archeologische verwachting 4') komt te vervallen nu de verplichting voor tot archeologisch onderzoek in gebieden met een lage archeologische verwachtingswaarde komt te vervallen.

Een dubbelbestemming 'archeologie' wordt op de verbeelding opgenomen in de volgende gevallen:

  • a. de archeologische verwachtingswaarde conform de AWK is gekoppeld aan een archeologische dubbelbestemming;
  • b. er is geen specifiek archeologisch onderzoek uitgevoerd op basis waarvan de verwachtingswaarde kan komen te vervallen;
  • c. er is geen sprake van een wijzigingsplan op grond van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein'.

Voor zover een dubbelbestemming 'archeologie' wordt opgenomen, overschrijft deze de dubbelbestemming, zoals die in het geldende bestemmingsplan is opgenomen (voor zover aanwezig).

De gebiedsaanduiding 'overige zone - archeologie vervallen' wordt opgenomen voor de volgende gronden:

  • a. gronden die in het vigerende bestemmingsplan van een archeologische dubbelbestemming zijn voorzien, maar waaraan op basis van de nieuwe archeologische verwachtingskaart geen archeologische (verwachtings-)waarde meer is toegekend (tenzij specifiek uitgevoerd onderzoek anders uitwijst);
  • b. gronden die in het vigerende bestemmingsplan van een archeologische dubbelbestemming zijn voorzien, maar waaraan op basis van de nieuwe archeologische verwachtingskaart een lage verwachtingswaarde is toegekend (dit betekent overigens niet dat er geen archeologische waarden aanwezig kunnen zijn);
  • c. gronden die in het vigerende bestemmingsplan van een archeologische dubbelbestemming zijn voorzien, maar waar op basis van de resultaten van archeologisch onderzoek is gebleken dat de toegekende archeologische verwachtingswaarde kan komen te vervallen.

In het bovenstaande is hier en daar melding gemaakt van locatie-specifieke onderzoeken. Deze archeologische onderzoeksgebieden zijn op de archeologische waardenkaart als volgt weergegeven:

afbeelding "i_NL.IMRO.1955.bplggmtbdrmfherz01-va01_0004.png"

In het kader van deze herziening zijn de betreffende onderzoeksgebieden nader geanalyseerd, waarbij is beoordeeld welke gedeelten van deze gebieden vrijgegeven kunnen worden voor archeologie. Een en ander is doorvertaald in de verbeelding als een nadere verfijning van de beleidskaart.

In de regels van deze herziening wordt opgenomen dat ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - archeologie vervallen' de regels van de onderliggende archeologische dubbelbestemming, niet meer van toepassing zijn.

Hoofdstuk 4 Juridische planopzet

4.1 Inleiding

Het college heeft besloten tot een eerste herziening van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’. De belangrijkste onderwerpen in de eerste herziening zouden betreffen:

  • 1. Het voldoen aan de RO-standaarden 2012 (SVBP en Stri);
  • 2. Verduidelijking van begripsdefinities en wijze van meten;
  • 3. Het repareren van enkele omissies in de regels;
  • 4. Het doorvertalen van enkele ontwikkelingen waarvoor recentelijk een omgevingsvergunning is verleend;
  • 5. Een doorvertaling van het bijgestelde archeologiebeleid (‘Archeologie met beleid’);
  • 6. Een doorvertaling van nieuwe beleidsaspecten.

In deze eerste herziening worden zowel de algemene wijzigingen in de regels die op het gehele plangebied van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’ betrekking hebben, de wijzigingen in de verbeelding en de daarbij behorende aanpassingen in de regels, in één parapluherziening van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland’ opgenomen.

4.2 Juridische opbouw eerste herziening

Dit bestemmingsplan voorziet in een wijziging van de verbeelding en de regels van het bestemmingsplan. In de algemene regels (artikel 2) wordt weergegeven op welke wijze deze herziening de verbeelding en de regels van de vigerende plannen wijzigt. Met deze eerste herziening worden zowel de algemene wijzigingen in de regels die op het gehele plangebied betrekking hebben, de wijzigingen in de verbeelding en de daarbij behorende aanpassingen in de regels, in één herziening van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland' opgenomen. Het onderliggend vigerend bestemmingsplan blijven van toepassing voor zover daarin met dit plan geen wijziging wordt aangebracht.

De algemene wijzigingen die met dit plan in de regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland' worden doorgevoerd, zijn op het gehele plangebied van toepassing.

Het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland, eerste herziening' bestaat uit een set algemene regels en een verbeelding. Uitgangspunt is dat in de verbeelding uitsluitend de wijzigingen ten opzichte van het vigerende onderliggende bestemmingsplan worden opgenomen.

Een uitzondering hierop vormt de doorvertaling van de archeologische verwachtingskaart.

In deze herziening van het bestemmingsplan vindt een volledige doorvertaling plaats van de archeologische verwachtingskaart met dien verstande dat:.

  • 1. geen dubbelbestemming of gebiedsaanduiding wordt opgenomen voor die gronden waar op basis van de archeologische verwachtingskaart geen archeologische dubbelbestemming aan behoeft te worden toegekend en waar deze archeologische dubbelbestemming ook in het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Montferland al niet aanwezig was.
  • 2. de gronden waar de archeologische dubbelbestemming in z'n geheel vervalt, worden voorzien van de gebiedsaanduiding 'overige zone - archeologie vervallen'. Ter plaatse van die gebiedsaanduiding worden de regels van de onderliggende archeologische dubbelbestemming buiten toepassing verklaard.

Voor zover op de verbeelding enkel een dubbelbestemming 'waarde-archeologie' of 'waarde-archeologische verwachting' is opgenomen blijft de onderliggende enkelbestemming, zoals opgenomen in het vigerende bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland' onverminderd van toepassing voor zover deze met onderhavige herziening niet wordt aangepast. Dit zelfde geldt voor de oorspronkelijk aan de gronden toegekende dubbelbestemmingen in geval van een hoogspanningsleiding of een gasleiding en de aan de gronden toegekende functieaanduidingen c.q. gebiedsaanduidingen.

4.3 Wijzigingen verbeelding

In de algemene regels van deze eerste herziening (hoofdstuk 3) wordt in de diverse leden van artikel 2 weergegeven waar en op welke wijze het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland, eerste herziening' wijzigingen aanbrengt in het geldende bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland'. De onderstaande tabel verschaft inzicht in de gevolgen van de in artikel 2 beschreven wijzigingen:

Gebiedsaanduiding/dubbelbestemming   Gevolg  
2.3 Wijziging dubbelbestemming 'waarde archeologie' of 'waarde-archeologische verwachting'   1. de 'nieuwe' dubbelbestemming overschrijft de onderliggende dubbelbestemming;
2. de enkelbestemming op de betreffende gronden, alsmede de aldaar voorkomende gebiedsaanduidingen, functieaanduidingen en overige aanduidingen zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland', blijven onverkort van toepassing tenzij ook daarin een wijziging is aangebracht;  
2.4 'Overige zone - conserverend dek'   1. de gebiedsaanduiding 'overige zone - conserverend dek' is opgenomen. Deze gebiedsaanduiding kent aan de onderliggende archeologische dubbelbestemming 'waarde - archeologische verwachting 2' (hoge verwachtingswaarde) een nadere verbijzondering toe;
2. de enkelbestemming op de betreffende gronden, alsmede de aldaar voorkomende dubbelbestemming, overige gebiedsaanduidingen, functieaanduidingen en overige aanduidingen zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland', blijven onverkort van toepassing tenzij ook daarin een wijziging is aangebracht;  
2.5 'Overige zone - archeologie vervallen'   1. aan de dubbelbestemming 'waarde archeologie' of 'waarde archeologische verwachting', alsmede de daaraan verbonden regels komt geen juridische betekenis meer toe;
2. de enkelbestemming op de betreffende gronden, alsmede de aldaar voorkomende dubbelbestemming, overige gebiedsaanduidingen, functieaanduidingen en overige aanduidingen zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland', blijven onverkort van toepassing tenzij ook daarin een wijziging is aangebracht;  

4.4 Wijziging regels

In artikel 2, lid 2 van de algemene regels wordt weergegeven op welke wijze de bestaande regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland' met dit plan worden gewijzigd.

Hoofdstuk 5 Vooroverleg

Het ontwerpbestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening toegezonden aan diverse betrokken instanties. Dat overleg heeft geleid tot een zienswijze van Liander. Verwezen wordt naar paragraaf 6.1.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland, eerste herziening' betreft een herziening van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland' op onderdelen. Naast het juridisch doorvertalen van nieuw beleid (archeologie) wordt in dit plan tevens rekening gehouden met ervaringen uit de toetsingspraktijk en daaruit gebleken maatschappelijke wensen.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 8 december 2016 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen. Er zijn 4 zienswijzen ingediend. Eén zienswijze is buiten de gestelde termijn ingediend. Op die zienswijze is niet inhoudelijk gereageerd. Aan de overige drie zienswijzen is tegemoet gekomen, hetgeen heeft geleid tot wijziging ten opzichte van het ontwerpplan.

De zienswijzen zijn samengevat en van een reactie voorzien in de bij het raadsbesluit behorende "Nota van zienswijzen".

6.2 Economische uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland, eerste herziening’ betreft een actualisatieplan van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’ zoals dat door de gemeenteraad op 20 december 2012 is vastgesteld. In voorliggend bestemmingsplan wordt voornamelijk de bestaande situatie vastgelegd. Daarom brengt de ontwikkeling van dit bestemmingsplan voor de gemeente alleen plankosten met zich mee. Hiervoor staan fondsen uit de algemene middelen ter beschikking. Eventuele toekomstige particuliere plannen komen geheel voor rekening van de initiatiefnemer.