direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Ettemastraat 21 in Zeddam
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bplgbgbwonettem21-on01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan huis gebonden beroep;
  • c. bed and breakfast;

met de daarbij behorende:

  • d. tuinen;
  • e. erven en terreinen;
  • f. ontsluitingen/inritten.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bouwvlak op de gronden als bedoeld in lid , mag uitsluitend één woning met bijbehorende (inpandige) bijgebouwen worden gebouwd;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan.
4.2.2 Woningen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:

  • a. de woning mag uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan 800 m³;
  • c. de goot- en bouwhoogte van de woning mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 4,5 m en 9 m. 
4.2.3 (Inpandige) bijgebouwen

Voor het bouwen van (inpandige) bijgebouwen bij woningen gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 120 m²;
  • b. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3 m en 6 m, dan wel in geval van een grotere bestaande goot- en bouwhoogte, de bestaande goot- en bouwhoogte;
  • c. indien bijgebouwen (inpandig) binnen het hoofdgebouw worden ondergebracht gelden de goot- en bouwhoogte als genoemd in lid sub c.
4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de maatvoering van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer mag bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:

 

Functie van het bouwwerk   Bouwhoogte (m)   Toegestane oppervlakte (m²)  
Erf- en terreinafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn   2   -  
Overige erf- en terreinafscheidingen   1   -  
Overkappingen en pergola's, uitsluitend achter de voorgevel   3   45*  
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitsluitend achter de voorgevel   10   -  

*Overkappingen als onderdeel van het dakvlak van de woning of een bijgebouw worden niet meegerekend bij de toegestane oppervlakte aan overkappingen.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid onder ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen tot een bouwhoogte van 2 m tot aan en voor de voorgevelrooilijn en tot 1 meter achter de voorgevelrooilijn, mits:
    • 1. daardoor geen onaanvaardbare gevolgen ontstaan voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden van die percelen, en
    • 2. daardoor geen ondoorzichtige afscheidingen ontstaan.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  • a. het gebruik van woningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie;
  • b. het gebruik van gedeelten van de woning of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    • 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
    • 3. buitenopslag plaatsvindt;
    • 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
  • c. het gebruik ten behoeve van bedrijf aan huis;
  • d. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning.  
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Zelfstandige inwoningsituatie

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid sub a ten behoeve van het toestaan van een zelfstandige inwoningsituatie, mits aangetoond dat wordt voldaan aan de bouwtechnische voorwaarden.

4.5.2 Bedrijf aan huis

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid sub c ten behoeve van het vestigen van een bedrijf aan huis, mits:

  • a. het betreft beroeps- en bedrijfsactiviteiten die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 1 'Staat van bedrijfsactiviteiten' zijn aangeduid als categorie 1 en 2, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft hun gevolgen voor de omgeving;
  • b. het bedrijf aan huis (binnen de bebouwing) wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
  • c. de beroepsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen en tot een maximum van 50 m2;
  • d. geen buitenopslag plaatsvindt;
  • e. parkeren op eigen erf plaatsvindt;
  • f. de beroeps- en bedrijfsactiviteiten door hun aard en visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties, het landelijk karakter van de omgeving niet onevenredig aantasten;
  • g. het betreffende bedrijf aan huis geen belemmering mag opleveren voor de omliggende functies;
  • h. een aanvaardbaar woon- en leefklimaat gegarandeerd is op de betreffende locatie van het bedrijf aan huis.