direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: 'Buitengebied Didam, herziening Hengelderweg 6 en 10'
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bplgbgbbdrhengw610-on01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

Ter plaatse van de aanduiding:   Bestaande oppervlakte gebouwen in m² *)   Maximale oppervlakte gebouwen in m² *)  
'specifieke bouwaanduiding - Hengelderweg 6'   780   780  
'specifieke bouwaanduiding - Hengelderweg 6a'   980   980  
980'specifieke bouwaanduiding - Hengelderweg 6b'   0   600  
'specifieke bouwaanduiding - Hengelderweg 6c'   0   600  
'specifieke bouwaanduiding - Hengelderweg 10a'   850   850  
'specifieke bouwaanduiding - Hengelderweg 10b'   0   600  

*) gebouwen inclusief de bijgebouwen bij de bedrijfswoning, doch exclusief de bedrijfswoning

  • b. ten hoogste één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. al of niet inpandige bijgebouwen,
  • d. aan huis gebonden beroep;
  • e. nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:

  • f. tuinen, erven en groenvoorzieningen;
  • g. maximaal 3 ontsluitingen/ inritten;
  • h. parkeervoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, waarbij bedrijfsgebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd ter plaatse van de specifieke bouwaanduidingen als bedoeld in lid 3.1, onder a;
  • b. de oppervlakte van gebouwen, inclusief bijgebouwen, per perceel mag niet meer bedragen dan de maximale oppervlakte zoals is aangegeven in de tabel in lid 3.1;
  • c. op de hierna genoemde percelen mogen bedrijfswoningen uitsluitend worden gebouwd indien de daarbij genoemde gevels van die woningen als dove gevel worden gebouwd:
    Hengelderweg 6a   oostgevel  
    Hengelderweg 6c   oostgevel  
    Hengelderweg 10b   oostgevel  
  • d. bijgebouwen mogen uitsluitend achter het verlengde van de voorgevel van de woning en voor het verlengde van de voorgevel van het bedrijfsgebouw dan wel inpandig worden opgericht.
  • e. de afstand van bedrijfsgebouwen tot bijgebouwen of bedrijfswoningen bedraagt minimaal 5 meter;
  • f. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens mag niet minder dan 5 m bedragen, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt dan 5 meter, waarbij de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens niet minder bedraagt dan de bestaande afstand;
  • g. de maten van de bebouwing mogen niet meer bedragen dan in de navolgende tabel is gesteld:
Bebouwing   Goot-
hoogte in m  
Bouw-
hoogte in m  
Inhoud in m³   Opper-
vlakte
in m²  
Bedrijfsgebouwen   6   10      
Bedrijfswoningen   6   9   750    
Bijgebouwen bij bedrijfswoningen   3*)   6*)     100  
Erf- en terreinafscheidingen     2,5      
Licht- en vlaggenmasten binnen het bouwvlak     12      
Licht- en vlaggenmasten buiten het bouwvlak     8      
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak     10      
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak     2      

*) in geval van een inpandig bijgebouw bij een bedrijfswoning, de goothoogte respectievelijk bouwhoogte van de bedrijfswoningen.

  • h. indien de bestaande bebouwing afwijkt van sub d, dan geldt de bestaande maatvoering op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan als maximaal toegestaan, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden gronden en bouwwerken met deze bestemming als volgt te gebruiken:

  • a. het gebruik van woningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningssituatie;
  • b. buitenopslag;
  • c. het gebruik van gebouwen ten behoeve van horeca en detailhandel;
  • d. het gebruik van bedrijfsgebouwen ten behoeve van geurgevoelige objecten of functies ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding- 01' en 'specifieke bouwaanduiding- 02';
  • e. het gebruik van gedeelten van de woning of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    • 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m²;
    • 3. buitenopslag plaatsvindt;
    • 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.3, sub a, ten behoeve van het toestaan van een zelfstandige inwoningssituatie, mits:

  • a. is aangetoond dat wordt voldaan aan de bouwtechnische voorwaarden;
  • b. de relatie met de bedrijfsvoering op het perceel is aangetoond.