direct naar inhoud van Artikel 31 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bplgbgalgmontferl-va01

Artikel 31 Leiding - Hoogspanningsverbinding

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. het transport van elektrische energie en de daarbij behorende bouwwerken;
  • b. de aanleg en instandhouding van hoogspanningsleidingen;
  • c. installaties ten behoeve van mobiel dataverkeer mits gekoppeld aan de bestaande masten ten behoeve van de bestemming.

31.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden als bedoeld in lid 31.1 mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de hoogspanningsverbinding worden gebouwd, waarbij geldt dat de bouwhoogte van palen en masten ten behoeve van de hoogspanningsleidingen niet meer mag bedragen dan 53 meter, en de bouwhoogte van overige bouwwerken niet meer mag bedragen dan 1,5 m;
  • b. voor zover gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, die zijn toegestaan op grond van de andere daar voorkomende bestemming(en), zijn gelegen binnen de gronden als bedoeld in lid 31.1, mag de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan de bestaande bouwhoogte.

31.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de in lid 31.1 bedoelde andere daar voorkomende bestemming(en), niet zijnde de bouw van magneetveldgevoelige en magneetveldbeoordelingsplichtige objecten indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende hoogspanningsverbinding en ter zake vooraf eerst advies bij de beheerder is ingewonnen.

31.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • a. het gebruik van bouwwerken als drager van reclame-uitingen.

31.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op binnen de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' gelegen gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
    • 2. het diepploegen, diepwoelen of het uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, waaronder ook begrepen de aanleg van leidingen, allen dieper dan 0,60 m onder maaiveld, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd, alsmede de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van bestaande drainage;
    • 3. het bebossen of anderszins beplanten van gronden met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters in verband met tuinbouw of als (agrarische) houtteelt;
    • 4. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m²;
    • 5. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur.

  • b. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing:
    • 1. op werken of werkzaamheden waarvoor op het tijdstip van inwerkingtreden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden is verleend;
    • 2. op werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering waren en hiervoor een vergunning is verleend;
    • 3. op werken of werkzaamheden welke betreffen het normale onderhoud en beheer van leidingen.

  • c. De in sub a genoemde werken en werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien en voorzover geen onevenredige aantasting van de belangen van de leidingen en/of energievoorziening ontstaat of kan ontstaan.