direct naar inhoud van Artikel 13 Horeca
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1955.bplgbgalgmontferl-va01

Artikel 13 Horeca

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horeca, met de nadere bestemming welke is weergegeven in de onderstaande tabel:

Adres   Nr.   Plaats   Nadere bestemming   Bestaan de opper vlakte aan gebouwen (m2)*)   Maximale toegestane oppervlakte aan gebouwen (m2) *)   Opmerkingen
 
Arnhemseweg   19   Beek   Restaurant   550   633    
Beekseweg   Ongenummerd   Zeddam   Daghorecabedrijf met informatievoorziening   -   300    
Dijksestraat   52   Didam   Restaurant en zalencentrum   1.160   1.334    
Drieheuvelenweg   1   Lengel   Restaurant   545   627    
Hartjensstraat   2a   Lengel   Restaurant   640   736    
Hooglandseweg   6   Braamt   Hotel en restaurant   380   418    
Kilderseweg   18   Zeddam   Restaurant   375   740    
Kilderseweg   27   Zeddam   Hotel, restaurant en pension   1.015   1.900    
Langeboomsestraat   5   Vethuizen   Hotel, restaurant en vergaderzalen   1460   1460   Met dien verstande dat ten behoeve van het hotel en horecagedeelte max. 1.162 m² is toegestaan.  
Montferland   1   Zeddam   Hotel en restaurant   730   803    
Sint Jansgildestraat   27   Beek   Hotel en restaurant   1.635   1.880    
Terborgseweg   2   Zeddam   Restaurant   819   942    
Tolweg   9   Didam   Restaurant   1.705   1.960    
Van Voorstweg   1   Didam   Zalenverhuur, café en verenigingsactiviteiten   602   692    

*)De bestaande en maximaal toegestane oppervlakte is inclusief de bijgebouwen bij de bedrijfswoning, doch exclusief de bedrijfswoning

  • b. aan huis gebonden beroep of het bestaande bedrijf aan huis;
  • c. zelfstandige inwoningsituatie, ter plaatse van de in de onderstaande tabel genoemde adressen:

Adressen met inwoning   Nr.   Plaats  
Van Voorstweg   1   Didam  

met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:

  • d. tuinen, erven en groenvoorzieningen;
  • e. ontsluitingen/inritten;
  • f. parkeervoorzieningen.

13.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  • a. indien een bouwvlak is aangegeven dienen gebouwen binnen het bouwvlak gebouwd te worden;
  • b. indien geen bouwvlak is aangegeven wordt het bestemmingsvlak gelijkgesteld met het bouwvlak;
  • c. ten hoogste is één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
  • d. indien de aanduiding 'bedrijfswoning' is aangegeven, is uitsluitend ter plaatse van die aanduiding, een bedrijfswoning inclusief bijgebouwen toegestaan;
  • e. de oppervlakte van bedrijfsgebouwen, inclusief bijgebouwen, mag niet meer bedragen dan de maximale toegestane oppervlakte zoals is weergegeven in de tabel van lid 13.1;
  • f. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven;

Functie van een bouwwerk
 
Goothoogte in m
 
Bouwhoogte in m   Inhoud in m³   Oppervlakte in m²  
Bedrijfsgebouw   6   10   -   -  
Bedrijfswoning   4,5, dan wel de goothoogte van het bedrijfsgebouw bij een inpandige bedrijfswoning   9, dan wel de bouwhoogte van het bedrijfsgebouw bij een inpandige bedrijfswoning   800




 
-  
Bijgebouwen bij bedrijfswoning   3, dan wel de goothoogte van het hoofdgebouw voor zover sprake van een inpandig bijgebouw   6, dan wel de bouwhoogte van het hoofdgebouw voor zover sprake van een inpandig bijgebouw   -   100  
Erf- en terreinafscheidingen   -

 
2,5   -   -  
Licht- en vlaggenmasten binnen het bouwvlak   -


 
12   -   -  
Licht- en vlaggenmasten buiten het bouwvlak   -


 
8   -   -  
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak   -



 
10   -   -  
Overige bouwwerken geen gebouw zijnde buiten het bouwvlak   -



 
2   -   -  

  • g. bouwkundige voorzieningen zijn toegestaan ten behoeve van zelfstandige inwoningsituaties uitsluitend daar waar dat op grond van de tabel , zoals weergegeven in lid 13.1 onder c is toegestaan, alsmede bouwkundige voorzieningen ten behoeve van zelfstandige inwoningsituaties waar dit op grond van lid 13.4.1 kan worden en wordt toegestaan;
  • h. indien de bestaande bebouwing voor wat betreft de maatvoering groter is dan het bepaalde in sub f, dan geldt de bestaande maatvoering als maximaal toegestaan.

13.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • a. het gebruik van woningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie, op adressen welke niet zijn genoemd in lid 13.1;
  • b. het gebruik van gedeelten van de woning of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    • 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
    • 3. buitenopslag plaatsvindt;
    • 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
  • c. het gebruik ten behoeve van bedrijf aan huis;
  • d. een gebruik voor detailhandel;
  • e. een gebruik voor andersoortige horeca dan genoemd in lid 13.1 sub a.

13.4 Afwijken van de gebruiksregels
13.4.1 Zelfstandige inwoningsituatie

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.3 sub a ten behoeve van het toestaan van een zelfstandige inwoningsituatie, mits:

  • a. is aangetoond dat wordt voldaan aan de bouwtechnische voorwaarden;
  • b. de relatie met de bedrijfsvoering op het perceel is aangetoond;

13.4.2 Bedrijf aan huis

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.3 sub c ten behoeve van het vestigen van een bedrijf aan huis, mits:

  • a. het betreft beroeps- en bedrijfsactiviteiten die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 2 'Staat van bedrijfsactiviteiten' zijn aangeduid als categorie 1 en 2, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft hun gevolgen voor de omgeving;
  • b. het bedrijf aan huis (binnen de bebouwing) wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
  • c. de beroepsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen en tot een maximum van 50 m2;
  • d. geen buitenopslag plaatsvindt;
  • e. parkeren op eigen erf plaatsvindt;
  • f. de beroeps- en bedrijfsactiviteiten door hun aard en visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties, het landelijk karakter van de omgeving niet onevenredig aantasten;
  • g. het betreffende bedrijf aan huis geen belemmering mag opleveren voor de omliggende functies, alsmede de nieuwvestigingsmogelijkheden voor intensieve veehouderijbedrijven daar waar dat binnen de regels mogelijk wordt gemaakt;
  • h. een aanvaardbaar woon- en leefklimaat gegarandeerd is op de betreffende locatie van het bedrijf aan huis;
  • i. het bedrijf aan huis naar aard en schaal passend is te achten met de hoofdfunctie van het bestemmingsvlak;
  • j. het geen detailhandel betreft behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteit.
13.4.3 Andersoortig horecabedrijf of uitbreiding activiteiten bestaand horecabedrijf

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.3 sub e ten behoeve van het vestigen van een andersoortig horecabedrijf of het uitbreiden van de activiteiten van het bestaande horecabedrijf, mits:

  • a. het nieuwe horecabedrijf dan wel de nieuwe horeca activiteit wordt ondergebracht in de bestaande bebouwing;
  • b. geen sprake is van een horecafunctie welke naar aard en omvang als zwaarder is aan te merken dan de bestaande horecafunctie;
  • c. omliggende functies hierdoor niet worden belemmerd;
  • d. de toegestane oppervlakte aan gebouwen zoals opgenomen in de tabel in lid 13.1 niet toeneemt.

13.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die gevallen als genoemd in artikel 43.