7.1 Vormen van verboden gebruik
7.1.1 Bebouwde gronden
Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, is in ieder geval het gebruik van gronden als of ten behoeve van een seksinrichting.
7.1.2 Onbebouwde gronden
Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, is in ieder geval het gebruik van onbebouwde gronden:
- als stand- of ligplaats van onderkomens, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
-
als stand- of ligplaats van demonteerbare of verplaatsbare inrichtingen voor detailhandel in etenswaren en/of dranken;
-
als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
-
voor het beproeven van voertuigen, voor het racen of crossen met motorvoertuigen of bromfietsen en voor het beoefenen van de modelvliegtuigsport;
-
voor militaire oefeningen met rups- en andere zware voertuigen.