Artikel 6 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene gebruiksregels
7.1 Vormen van verboden gebruik
7.1.1 Bebouwde gronden
Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, is in ieder geval het gebruik van gronden als of ten behoeve van een seksinrichting.
7.1.2 Onbebouwde gronden
Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, is in ieder geval het gebruik van onbebouwde gronden:
- als stand- of ligplaats van onderkomens, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
-
als stand- of ligplaats van demonteerbare of verplaatsbare inrichtingen voor detailhandel in etenswaren en/of dranken;
-
als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
-
voor het beproeven van voertuigen, voor het racen of crossen met motorvoertuigen of bromfietsen en voor het beoefenen van de modelvliegtuigsport;
-
voor militaire oefeningen met rups- en andere zware voertuigen.
Artikel 8 Algemene ontheffingsregels
8.1 Ontheffingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 9 (Algemene procedureregels), ontheffing te verlenen van het plan:
- ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals gasdrukregelstations, wachthuisjes, telefooncellen, bewaarplaatsen van huisvuilcontainers en transformatorhuisjes, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3 m en de oppervlakte niet meer dan 30 m² mag bedragen;
-
indien en voorzover afwijkingen ten aanzien van grens of richting van wegen en paden en ligging van bestemmings- en bouwgrenzen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 5 m bedragen;
-
voor afwijkingen van bepalingen, gesteld ten aanzien van maten, mits die afwijkingen beperkt blijven tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven maten;
-
ten behoeve van het bouwen van antennemasten vanaf peil tot een bouwhoogte van 15 m.
Artikel 9 Algemene procedureregels
In de gevallen dat in deze regels toepassing van deze procedureregels is voorgeschreven, gelden de volgende bepalingen:
- het ontwerpbesluit tot ontheffingverlening ligt met bijbehorende stukken gedurende twee weken voor een ieder ter inzage;
-
burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging vooraf bekend in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, alsmede op de gebruikelijke wijze;
-
de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid van belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent het ontwerp-besluit naar voren te brengen bij burgemeester en wethouders;
-
burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.