Bouwen langs wegen en water
-
Onverminderd het overigens in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde, mag of mogen op en in gronden die grenzen aan de gronden als bedoeld in:
-
artikel 23 (Verkeer) uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd:
-
Soort weg |
Afstanden waarbinnen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd* |
Snelwegen met gescheiden rijstroken, op- en afritten en bermen |
100 m |
Doorgaande gebiedsontsluitingswegen met bijbehorende parkeerstroken. Opstelstroken, fiets- en voetpaden, bermen en bermsloten |
30 m |
Lokale stroomwegen met bijbehorende fiets- en voetpaden, bermen en bermsloten |
20 m |
Fiets- en voetpaden, bermen en bermsloten |
10 m |
-
-
de genoemde afstanden zijn loodrecht gemeten vanuit de as van de weg.
-
-
-
artikel 26 (Water) binnen een afstand van 5 m, loodrecht gemeten op de bestemmingsgrens van die gronden niet worden gebouwd.
-
-
Indien de afstand van de bestaande bebouwing tot aan de onder 39.a bedoelde gronden minder bedraagt dan aldaar is aangegeven, is de bestaande afstand eveneens toegestaan.
-
Het bevoegd gezag kan, na schriftelijk advies te hebben ingewonnen van de desbetreffende wegbeheerder omtrent de aanvaardbaarheid daarvan uit oogpunt van wegbeheer en verkeersveiligheid, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sub a.1 ten behoeve van het bouwen op een kleinere afstand tot de as van de weg of van de op- of afrit.
-
Het bevoegd gezag kan, na schriftelijk advies te hebben ingewonnen van de beheerder van de betreffende watergang omtrent de waterstaatkundige aanvaardbaarheid daarvan, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sub a.2 ten behoeve van het bouwen tot aan de bestemmingsgrens van die gronden.